De ooievaar, het symbool van de geboorte
Het is tegenwoordig heel gewoon om bij de geboorte van een baby een ooievaar, al dan niet met baby in de bek, in de tuin of op balkon te zetten. Al heel lang wordt de ooievaar gezien als een gelukbrenger, en in het begin van de vorige eeuw werd de ooievaar ook in Nederland het symbool van de babybrenger.
Algemeen
Eeuwen geleden werd de terugkeer van de ooievaar gezien als een teken dat de lente naderde. De ooievaar luidde namelijk een seizoen in waar de lange, donkere en koude winter weer even verleden tijd was. Dan begonnen de boeren hun vee weer op het land los te laten en begonnen hun land weer te bewerken.
Het IUCN, International Union for Conservation of Nature heeft de status `veilig´ gegeven aan de ooievaar. Door bescherming en herintroductie in Europa broeden er weer ooievaars in België, Nederland, Zwitserland en Zweden.
De ooievaar en bijgeloof
Ooievaars bouwen hun nesten hoog van de grond. Een karrenwiel op een paal voldoet goed, maar in vroeger tijden wilden ze ook nog wel een op de daken van een woning hun nest bouwen. Wanneer dat gebeurde, geloofden de mensen dat de bewoners van de “gelukkige” woning een goed jaar tegemoet zouden gaan, geen enkel onheil kon hen treffen. De oogst zou overdadig zijn, de bliksem zou het huis voorbijgaan.
In Duitsland geloofde men zelfs in de Middeleeuwen, dat de ooievaar branden zou voorkomen.
De ooievaar en geboorte
De ooievaar wordt ook in de huidige tijd nog steeds gezien als een gelukbrenger. Zijn naam betekent namelijk “geluksdrager”. De ooievaar als symbool bij geboorte bestaat in Nederland nog niet zo heel erg lang.
Het is een symbool dat vanuit Duitsland naar Nederland is gekomen. Eigenlijk pas bij de geboorte van prinses Juliana in 1909 is het in Nederland vrij populair geworden. Wanneer in de oud Hoogduitse taal het woord ooievaar wordt ontleed, ziet men het volgende:
- Ooie lijkt op het Duitse “OT” en dat betekend “geluk”
- Vaar is in het Duits verwant aan baren in de zin van dragen
- Dus letterlijk is Ooievaar “Geluksdrager”
De ooievaar zou na de geboorte van een baby de “ziel” overbrengen naar de baby, zodat het kind gelukkig zal worden.
Tot op heden is het heel gewoon een houten of opgeblazen ooievaar ,met baby in de bek, in de voortuin van de woning te plaatsen, wanneer een klein gezinslid is geboren. Is er geen (voor)tuin aanwezig is dat ook geen probleem. Er zijn ook ooievaars verkrijgbaar die op de ruiten bevestigd kunnen worden.
De ooievaar brengt de kinderen
Het verhaal dat de ooievaar kinderen “bezorgt” dateert hoogst waarschijnlijk uit het einde van de 18e eeuw. Dit verhaal was niet helemaal volledig, want er werd niet bij verteld waar de kinderen door de ooievaar vandaan gehaald werden. De verklaring waarom moeder dan in bed lag, was dat de ooievaar moeder in haar been zou hebben geprikt.
Ook dit vindt zijn oorsprong bij onze oosterburen. De ooievaar zou namelijk de kleine baby´s halen uit kinderputten. Er waren in die tijd ouderparen die hun oudere kinderen vertelde dat de moeder de baby zelf uit zo´n put haalde. In onder andere Groningen waren er algemene kinderputten. Hier gingen tot aan het einde van de 19e eeuw moeders heen met hun kinderen om de in de put aanwezige baby´s van eten te voorzien.
Wat is de ooievaar voor dier?
Een ooievaar is een vogel, waarvan ongeveer 20 verschillende soorten bestaan. Ze behoren met de familie van de reigers en ibissen tot de ooievaarsachtigen, in totaal zijn dat ongeveer 113 verschillende soorten. Een ooievaar kan ongeveer 95 tot 100 cm groot worden. Ze eten voornamelijk insecten, kikkers en muizen, die ze zoeken in weiden, moerassen of ondiep water.
De bij ons bekende ooievaar is zwart/wit van kleur, heeft een lange witte nek, lange roodachtige poten en een rode snavel. De meeste vogels zijn wit van kleur, alleen de ondervleugels zijn zwart. Een ooievaar vliegt niet graag, hij zweeft liever.
Ze produceren een luid snavelgeklepper, voornamelijk als begroeting naar hun partners toe. In het begin van het “klepperen” buigen zij hun kop omlaag om hem dan weer snel omhoog en naar achter op de rug te bewegen. Aan het einde van hun “geklepper” buigen ze hun kop weer naar omlaag.
Het nestgedrag van de ooievaar
Een ooievaar heeft een nest gebouwd van takken. Dit kan gebouwd zijn op daken van gebouwen, hoogspanningsmasten of speciale ooievaarsplatvormen. Een ooievaarspaar blijft meerder jaren terugkomen op hetzelfde nest, wel breiden ze het ieder jaar uit.
De ooievaar in Nederland
Er werd voor de ooievaar gevreesd dat deze helemaal uit Nederland verdwenen zou zijn. In Nederland waren in 1910 nog 500 bewoonde nesten. In 1969 waren dat er nog maar 19. In 1991 helemaal geen enkele meer.
Pas in 2004 ging het aantal bewoonde nesten weer omhoog naar 500 broedparen. Velen zijn geen wilde paren en niet zelfstandig genoeg. Slechts een getal tussen de 20 en 50 paren konden zonder hulp hun jongen grootbrengen. In 2006 waren het aantal broedparen opgelopen tot 600.
Leuk om te weten over de ooievaar
- Nederlandse naam is ooievaar
- Latijnse naam is Ciconia ciconia
- Volksnamen zijn onder ander Eiber, Uiver, Hoetbar en Adebar
- De enige Nederlandse stad met de ooievaar in het wapen is Den Haag
- De ooievaar vliegt met gestrekte hals, de snavel schuin naar beneden
- Ooievaar zijn niet monogaam, ieder jaar een andere partner
- Er worden maximaal 7 eieren gelegd, meestal 3 of 4
- Het mannetje en het vrouwtje broeden de eieren uit
- De broedtijd is ruim 30 dagen
- Per dag wordt ongeveer 4 kilo voedsel uitgebraakt voor hun jongen
- Na ruim 40 dagen krijgen de jongen vliegles
- Na 10 weken zijn de jongen zelfstandig