Zijn er monsters onder ons? Vampieren in soorten en maten
De vampier is een mythisch bloedzuigend wezen waarover sinds de oudheid griezelige verhalen de ronde doen. Tot aan de verlichting en de rationalisering van het wereldbeeld in het Westen geloofde men dat wezens als vampieren werkelijk bestonden. Tegenwoordig zijn er verschillende interpretaties over het bestaan van 'echte' en ingebeelde vampieren, de ene al wat wetenschappelijker dan de andere. Esoterici, sociologen en psychologen buigen zich over het fenomeen en trachten er een verklaring voor te vinden.
Historisch overzicht: soorten vampieren
Hoewel onder invloed van onze moderne film en literatuur de 'ondode' menselijke vampier zals Dracula het bekendst is, doken in de loop van de Europese geschiedenis andere varianten van het monster op: de demonische vampier, de ondode vampier en de geest-vampier.
Demonische vampieren
Wat veel mensen niet weten, is dat verhalen over vampieren veel ouder zijn dan Bram Stokers wereldberoemde Dracula uit 1897. Verslagen die ons via meer dan 2000 jaar oude kleitabletten zijn overgeleverd van de oude Assyriërs en Babyloniërs hebben het reeds over vampierachtige demonen die een grote bedreiging vormden voor de mensen van die tijd.
In de klassieke wereld was de demonische vampier bijna altijd van het vrouwelijke geslacht. De mannelijke bevolking van het oude Griekenland werd volgens de verhalen geplaagd door wellustige vrouwelijke vampieren, bekend als
empusae; en bij de Romeinen kon de demon Lamia zichzelf transformeren in een verleidelijke courtisane, die haar slachtoffers lokte voor hun bloed.
Tijdens de middeleeuwen deden veel verhalen de ronde over nachtelijke vampieren, de incubi (de mannelijke incubus en de vrouwelijke succubus), die het bloed van een slapend slachtoffer kwamen drinken of hem verleiden. Onder invloed van de psychoanalyse zouden deze nachtmerriedemonen later geïnterpreteerd worden als manifestaties van het onbewuste: projecties van innerlijke verlangens van het slachtoffer zelf. Ze zouden aan het licht komen als gevolg van onderdrukte of heftige emoties, meestal van seksuele aard.
Ondode menselijke vampieren
Tegen de 17e eeuw was het geloof in demonische vampiers aanzienlijk afgenomen,. Een nieuwe bedreiging stak echter de kop op voor de inwoners van afgelegen regio's van Europa: de ondoden. Volgens de legenden die over hen worden verteld, behoren zij tot de meest geduchte bovennatuurlijke monsters. Zij zijn 's nachts vrijwel onverwoestbaar, ze hebben bovenmenselijke kracht, zijn meesterlijke bedriegers en kunnen diverse vormen aannemen. Bovendien zijn ze bedreven in de kunst van hypnose, die ze gebruiken om hun slachtoffers te onderwerpen. Alleen overdag zijn ze kwetsbaar voor verbranding, onthoofding of een houten staak door het hart.
In de periode tussen 1700 en 1740 was er sprake van een ware vampierepidemie: letterlijk duizenden verslagen over dit fenomeen doken op. De eerste meldingen kwamen uit Transsylvanië in Centraal-Europa. Het woord vampier is overigens ook van Slowaakse oorsprong. Op enkele jaren tijd verspreidde de angst voor vampieren zich doorheen Europa, van Griekenland tot in Scandinavië.
Met de tijd groeide de mythe van de ondode aan, mede dankzij gothic novels als Mary Shelley's
Frankenstein (1816) en Bram Stokers
Dracula (1897). Opmerkelijk is dat de eerste vrouwelijke vampier pas in 1872 verscheen met Sheridan Le Fanu's
Carmilla, terwijl in de oudheid de meeste vampieren toch vrouwelijk waren. Aan het begin van de twintigste eeuw kreeg de vampier een hoofdrol in de film Nosferatu (1921), en sindsdien bleef de ondode een populaire figuur in literatuur en film.
Geest-vampieren
Westerse occultisten beweren sinds de 19e eeuw dat, wanneer een persoon sterft, het astrale lichaam met de ziel wegtrekt uit de fysieke vorm en gedurende drie dagen blijft drijven boven het dode lichaam. Aan het einde van deze periode trekt de ziel uit het astrale lichaam, dat op zijn beurt sterft.
Deze "tweede dood", zoals dit wordt genoemd, wordt echter gevreesd door alle boosdoeners; want wat volgt is de definitieve beoordeling en afrekening voor hun slechte levens op aarde. De angst van deze zondaars is zo groot en hun vleselijke lust zo overweldigend, dat zij bereid zijn een geest-vampier te worden. Om te overleven moeten zij het lichaam van een levend organisme overnemen (dier of mens), en vanuit het onderbewuste van het slachtoffer daden van vampirisme uitlokken. Op die manier blijft de geest-vampier lange tijd in leven zonder zijn slachtoffer (die nu ook vampier wordt) en voedingsbron te moeten doden.
Enkele interpretaties over het bestaan van 'echte' en ingebeelde vampieren
Jungiaanse interpretatie van de vampier als archetype
Verhalen over vampieren lijken deel uit te maken van wat de Zwitserse psycholoog Carl Gustav Jung (1875-1961) ons
collectieve onbewuste noemde. Het archetype van de vampier als levensbedreigend, bloedzuigend wezen zou volgens jungianen terug te voeren zijn op oeroude primitieve angsten die de mens als soort deelt, een stelling die doet denken aan de interpretatie van theosofen over het primitieve vierde wortelras waar de moderne mens van zou afstammen.
Deze archetypen, in het onbewuste gedrukte latente beelden, duiken bijvoorbeeld op in dromen, in kunst of breken door de grens van het bewustzijn onder invloed van hallucinogenen (psychedelische drugs zoals LSD). Jungs theorie van de archetypen zou ook een verklaring kunnen bieden voor het feit dat de vampier in heel verschillende, vaak ver uit elkaar gelegen culturen bekend is. Iedere mens op aarde kan immers onrechtstreeks toegang krijgen tot die gemeenschappelijke bron – het collectieve onbewuste – waarin alle psychische ervaringen van de mens als soort zijn opgeslagen.
Interpretatie van theosofen
19e-eeuwse theosofen als H.P. Blavatsky geloven dat wat wij vampieren noemen in feite verschrikkelijke overblijfselen zijn uit een onbepaald verleden toen onze planeet werd bevolkt door het beestachtige "vierde wortelras". Hoewel de moderne mens, die tot het vijfde wortelras behoort, zich verder heeft ontwikkeld dan de kannibalistische levenswijze van zijn vroege voorouders, zouden er nog sporen van zijn gewelddadig verleden opduiken in delen van Oost-Europa, waar het bloed van het oude vierde ras nog niet helemaal is verdwenen uit de mens.
Interpretatie van vampirisme als ziekte
Porphyria of 'vampierziekte' verwijst naar een groep aandoeningen die het gevolg zijn van een natuurlijke opeenhoping van chemicaliën die porfyrine produceren. Deze stof is essentieel voor de functie van de hemoglobine in het bloed. De aandoening is meestal erfelijk en de symptomen kunnen grotendeels variëren, afhankelijk van de ernst. De acute vorm van porfyrie tast het zenuwstelsel en de huid aan, die gevoelig wordt voor zonlicht, en het tandvlees, dat zich terugtrekt waardoor de tanden prominenter lijken. Vroeger werden mensen die aan deze ziekte leden door hun omgeving mogelijk als vampieren beschouwd, met alle gevolgen van dien.
Vampires Are van Stephen Kaplan
Zonder twijfel was Stephen Kaplan (1940-1995) de bekendste hedendaagse onderzoeker van vampirisme. Onderzoek en theorievorming over de vampier was lange tijd het domein geweest van occultisten en theosofen. Kaplan, die socioloog van opleiding was, besloot de zaken op een wetenschappelijke wijze aan te pakken en zo veel mogelijk getuigenissen over het fenomeen te verzamelen. Hij richtte hiervoor in 1974 het New-Yorkse Vampire Research Center en het Parapsychology Institute of America op. In het instituut hield Kaplan toezicht op een "vampire hotline", waarmee anonieme bellers konden telefoneren om Kaplan en zijn personeel te vertellen over hun vampiristische gedrag.
Kaplans boek "Vampires Are" is een neerslag van zijn ervaringen en onderzoek, en een verdediging voor de stelling dat vampieren zich onder ons bevinden. Hij beschrijft ontmoetingen met zelfbenoemde vampieren, goths, bloeddrinkers, en zijn relatie met een vrouwelijke vampier die zichzelf Elizabeth noemt.
Drie hoofdcategorieën
Volgens Stephen Kaplan vallen moderne vampieren onder te brengen in drie hoofdcategorieën:
- echte vampieren die een chemische of fysieke behoefte hebben aan vers bloed,
- vampierachtige mensen met een psychopathologische fixatie op bloed,
- en psychische vampieren die zich als een soort psychische parasiet voeden met de levenskracht van andere mensen.
Misschien had er nog een categorie 'lifestyle vampieren' bij gekund, zoals de goths (gothics): groepen die worden aangetrokken door de mythe van de vampier en hierop hun kledij, voedsel en hele levensstijl afstemmen.
Het aantal vampieren
Kaplan schatte in 1986 het totale aantal echte vampieren in de Verenigde Staten en Canada op 200, en wereldwijd op 500. Zijn schatting van het aantal vampiroïden - mensen die denken dat ze vampiers zijn - rekende hij tussen de 10.000 en 20.000 in Noord-Amerika, en waarschijnlijk wel 100.000 wereldwijd.
Hoe echte vampieren leven
Volgens Dr.Kaplan leven vampiers buitengewoon lang. Sommigen die hij interviewde beweerden ouder dan 125 jaar te zijn, terwijl ze er ongeveer als 50 uitzagen. Hierdoor ontwikkelen ze meestal geen langdurige relaties en trouwen ze zelden, of blijven ze niet lang op één plaats. Ze hebben de neiging om in de loop van hun leven veel verschillende jobs uit te oefenen.
In tegenstelling tot het verhaal over graaf Dracula, zegt Kaplan, lijken moderne vampieren het "virus" van vampirisme niet door te geven met hun beet, noch hoeven ze hun slachtoffers te doden. Ze hebben namelijk slechts een paar gram menselijk bloed per dag nodig om zich te voeden. Symptomen die Kaplan aan vampirisme toeschrijft zijn onder meer angst, bleekheid, en bloedlust wanneer menselijk bloed hen wordt onthouden.
Besluit
Aan het begin van de 21e eeuw staat het vast dat het publiek ter amusement maar niet genoeg kan krijgen van boeken, games en films over vampieren. Vampirisme is ook alive and kicking in de gothic subcultuur, maar daar gaat het dan weer eerder om een levensstijl. Een kwestie die veel moeilijker valt te beantwoorden, is:
Bestaan of bestonden vampieren werkelijk? Het is een vraag die mensen vanuit verschillende achtergronden en perspectieven heeft beziggehouden. Dat er iets werkelijks achter schuilt, daar zijn occultisten al lang van overtuigd, en sommige moderne onderzoekers brengen onze stellige meningen over vampieren aan het wankelen met hun spectaculaire onderzoeksresultaten en conclusies. Uiteindelijk blijft het echter een zaak van geloof. Iets dat ieder voor zichzelf moet uitmaken.