Zelfreflectie – Tips om kritisch naar jezelf te kijken
We kunnen zelfreflectie toepassen op allerlei gebieden van ons leven en op alle situaties waar we mee te maken krijgen. Het is heel belangrijk om kritisch naar jezelf te kunnen kijken. Het voornaamste doel hiervan is om te ontdekken waar je mogelijkheden, maar ook waar je grenzen liggen. Het wordt dan mogelijk om het maximale uit jezelf te halen. Bij zelfreflectie is het dus niet de bedoeling om jezelf naar beneden te halen. Vooral bij situaties die niet naar wens zijn verlopen, kan zelfreflectie een handig hulpmiddel zijn om in het vervolg anders te handelen. Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om zelfreflectie op een opbouwende manier aan te pakken.
Wat is er gebeurd?
De eerste stap om alles op een rijtje te zetten is om precies op te schrijven wat er is gebeurd. Probeer terug te kijken naar de situatie. Om een duidelijker beeld te krijgen en zo goed mogelijk te kunnen beschrijven wat er is gebeurd kun je jezelf vragen stellen die beginnen met: wat, waar, wie, wanneer, waarom en hoe. In deze fase ga je nog geen oordeel vellen. Later ga je echt reflecteren.
Naar je gedrag kijken
Bekijk hoe je je hebt gedragen in de situatie. Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd? Waarom heb je dat gezegd of gedaan? Wat voor gevoel had je daarbij? Waarom ben je achteraf gezien niet erg blij over hoe het is gegaan? Noteer al deze antwoorden om een helder overzicht te krijgen. Kijk daarbij vooral naar je eigen gedrag. Laat je gedrag niet door andere mensen beïnvloeden. Door dat wel te doen, draag je de verantwoordelijkheid voor je gedrag niet. Het aanpassen van je gedrag wordt op die manier veel moeilijker.
Wat zijn je overtuigingen?
Je overtuigingen beïnvloeden de manier waarop je handelt in bepaalde situaties. Je gedrag is dus afhankelijk van je overtuigingen. Een overtuiging is iets wat je als waarheid beschouwt. Soms is het geen feit, maar voor jou is het wel waar. Je kunt bijvoorbeeld ervan overtuigd zijn dat je niet belangrijk bent en je daardoor gedragen als iemand die minder belangrijk is dan anderen. Door naar je gedrag te kijken kan je erachter komen wat je overtuigingen zijn. Soms kan je dit makkelijk ontdekken, maar soms moet je diep erover nadenken. Indien je deze oefening regelmatig doet, kun je telkens terugkijken naar het lijstje dat je de vorige keer hebt gemaakt om te evalueren.
Er zijn twee vormen van overtuigingen: verruimende overtuigingen en belemmerende overtuigingen. Verruimende overtuigingen helpen je de goede kant op, terwijl belemmerende overtuigingen je tegenhouden om jezelf te zijn.
Wie ben je?
Overtuigingen passen niet altijd bij de persoon die je bent. In sommige gevallen doe je overtuigingen vroeg in het leven op. Je kunt deze overtuigingen voor een lange tijd bij je houden. Om die reden is het belangrijk om af en toe na te gaan of je overtuigingen nog bij jou passen. Je kunt dan beslissen om je overtuigingen wel of niet te vervangen. Kijken naar wie je bent is daarvoor van groot belang. Als je dat nooit eerder bewust hebt gedaan, is het geen simpele taak om je identiteit samen te vatten. Kijk niet alleen naar wie je bent, maar ook naar wie je wilt zijn.
Je overtuigingen controleren
Nadat je hebt vastgesteld wie je bent of wie je wilt zijn, is het tijd om na te gaan of je overtuigingen bij je identiteit aansluiten. Kijk voor al de overtuigingen die uit je gedrag zijn gebleken of ze bijdragen aan de ontwikkeling van je identiteit. Verder moet je ook bekijken of je deze overtuiging nog logisch vindt. Misschien geldt een bepaalde overtuiging niet meer voor je huidige situatie in het leven. Die overtuiging is dus niet meer nodig.
Op je gedrag reflecteren
Gebruik de informatie over je identiteit en je overtuigingen om op je gedrag te reflecteren. In deze stap ga je kijken naar het gedrag dat je hebt vertoond. Veel belangrijker is dat je ook nadenkt over welk gedrag je liever zou willen vertonen. Ga na wat voor gedrag bij je overtuigingen past en je sterker maakt in je identiteit. Kijk vervolgens naar de doelen die je wenst te bereiken en bekijk welk gedrag je zal helpen om die doelen te bereiken.
Doordat je bewust hiermee bezig bent, ben je je in feite ook aan het voorbereiden voor als een soortgelijke situatie zich in de toekomst voordoet. Dan wordt het voor jou makkelijker om te handelen volgens je overtuigingen en je identiteit.
Ongewenste overtuigingen vervangen
Wanneer je bezig bent met het proces van zelfreflectie kom je zeker bepaalde dingen tegen die je niet wilt. Om echt iets daaraan te doen moet je de ongewenste overtuigingen dan proberen te vervangen. Je gaat je hersenen hiermee onbewust voorbereiden om in soortgelijke situaties het gewenste gedrag te tonen in plaats van het ongewenste gedrag.
Ongewenst gedrag vervangen
Nadat je voor nieuwe overtuigingen hebt gekozen is het ook mogelijk om nieuw gedrag te bedenken dat bij die overtuigingen hoort. Probeer je de situatie in je hoofd voor te stellen. Bedenk eerst hoe het is gegaan en bedenk daarna hoe je had gewild dat het zou gaan. Daarbij moet je alleen naar jouw eigen gedrag kijken en niets veranderen aan het gedrag van de andere persoon of personen. Door deze oefening te doen, kan je bepaalde situaties beter herkennen en weet je ook hoe je daarop moet reageren.
Toepassen in de praktijk
Het is belangrijk om alles wat je tijdens zelfreflectie hebt geleerd in de praktijk te brengen. Zelfreflectie is slechts de eerste stap. Oefen zoveel mogelijk in de praktijk. Soms kan het nodig zijn om terug te komen op een reactie. Bedenk dat het in bepaalde situaties niet erg is om te zeggen dat je van gedachten bent veranderd. Het is dan duidelijk wat je wilt en waar je voor staat. Je laat op die manier zien waar mensen bij jou aan toe zijn.