Een sportieve aapfactor
Hoewel de naam 'aapfactor' een relatie lijkt te leggen met onze naaste verwanten in het dierenrijk, wordt hiermee toch echt iets heel anders bedoeld. Het gaat om de verhoudingen en maten van je lichaam. De aapfactor kan in verschillende sporten een doorslaggevende factor zijn. Wat is die aapfactor of aapindex?
Vitruvius
We maken een uitstapje in het verleden.
Vitruvius was een Romeinse militair, ingenieur en architect en leefde van ongeveer 85 voor Christus tot 20 voor Christus. Vitruvius hield zich bezig met het ontwerp van gebouwen, die met zijn publicaties invloed heeft gehad op de Europese bouwstijlen. Volgens hem moesten gebouwen in hun lengte, breedte, hoogte en diepte zoveel mogelijk naar de menselijke maat ontworpen en gebouwd worden. In zijn onderzoek bekeek hij ook de onderlinge verhoudingen van het menselijk lichaam.
Vitruviusman door Leonardo da Vinci /
Bron: Leonardo da Vinci, Wikimedia Commons (Publiek domein)Leonardo da Vinci
Volgens Vitruvius was de totale lengte van het lichaam gelijk aan de spanwijdte van de armen. Dit gegeven heeft Leonardo da Vinci geïnspireerd tot het tekenen van zijn wereldberoemde
Vitruviusman. De afbeelding van Leonardo da Vinci is erg beroemd geworden, je hebt hem vast al eens ergens op zien staan.
De aapfactor
De onderlinge verhouding tussen spanwijdte van de armen ten opzichte van de totale lichaamslengte bepaalt de
aapindex, of
aapfactor. In sommige berekeningen wordt het verschil genomen tussen lichaamslengte en spanwijdte, andere delen die getallen door elkaar. Ben je 1 meter 80 lang, en is de afstand van het topje van je middelvinger van de uitstrekte linkerarm tot het topje van je middelvinger van de uitgestrekte rechterarm óók 1 meter 80, dan is je aapfactor 1, als je de getallen door elkaar deelt. Trek je de getallen van elkaar af, dan zou je aapfactor 0 zijn. Hoe je het ook berekent, als de uitkomst een positief getal is, wordt dit als prettig ervaren. Ofwel: liever een grotere lichaamslengte dan een grotere spanwijdte. Vermoedelijk komt hier een ongewenste relatie met onze verwanten in het dierenrijk om de hoek kijken. Overigens, het belang van deze factor komt aardig tot uiting in het feit dat er over de wijze van berekenen ervan geen echte overeenstemming bestaat...
Gevolgen
In het dagelijks leven is de aapfactor uiteraard van geen enkel belang en is er zeker geen enkele relatie met apen, geestelijke vermogens of zoiets. Het is net zoiets als de kleur van je ogen, de lengte van je wimpers, de grootte van je vingernagels of de maat van je schoenen. De aapindex kan echter een factor van belang worden, als in bepaalde omstandigheden het fysiek belangrijk wordt om langere of juist kortere armen te hebben ten opzichte van je lichaamslengte en/of gewicht. Aangezien veel arbeid meer en meer door computers en machines wordt gedaan en mensen hierbij een vooral sturende rol hebben, is de fysieke factor hier meer en meer naar de achtergrond geraakt. Hier heeft de aapindex dus geen enkele rol. De vraag is, in welke terreinen is de lichaamsmaat een factor van belang? Het antwoord ligt voor de hand: in sommige sporten!
Sporten
Niet in alle sporten is de aapfactor een bepalende factor. In sporten als hardlopen, schaatsen of trampolinesprinten is de lengte van de armen niet belangrijk. Maar in sommige sporten kan een langere armlengte voor de sporter een voordeel zijn. Langere armen kunnen een sterkere hefboomkracht uitoefenen, denk bijvoorbeeld aan roeien of zwemmen. Langere armen kunnen voorwerpen met meer kracht of over een langere afstand werpen, hetgeen weer van belang kan zijn bij speerwerpen, kogelstoten of basketbal. Aan de andere kant zijn mensen met een negatieve aapfactor, of bij deling van lengte door spanwijdte een aapfactor, kleiner dan één, wellicht in krachtsporten meer in het voordeel. Een gewichtheffer met relatief kortere armen hoeft het gewicht minder ver omhoog te drukken.
Voorbeeld
Een bekende sporter, waarbij de aapfactor een belang zou kunnen zijn is de meervoudig zwemkampioen
Michael Phelps. Michal heeft een lichaamslengte van 1.95m. en een armwijdte van 2.04m. Als je die getallen door elkaar deelt, kom je uit op een aapfactor van ruim 1.04. Bij meer zwemmers is een hogere aapfactor waargenomen. De langere armen kunnen blijkbaar meer stuwkracht leveren om het relatief een heel klein beetje kortere lichaam door het water voort te bewegen.
Bepalende factor?
Hoewel van enkele uitblinkende sporters inderdaad een hogere aapfactor kon worden bepaald, moet je bij de waarde hiervan toch grote kanttekens zetten. Vermoedelijk is voor veel uitblinkende sporters met hogere aapfactor ook een grote groep sporters te zetten met een lagere...