Zegt een merk nog iets tegenwoordig?
Je hoort steeds vaker dat alle onderdelen van verschillende producten in dezelfde fabriek worden gemaakt. Of dat het huismerkartikel en het merkartikel van dezelfde fabriek komt. Een merkartikel worden steeds vaker gemaakt van elders ingekochte onderdelen, waarna deze voorzien worden van een merkje. Wat zegt dat tegenwoordig nog, een merkartikel? Waar betaal je eigenlijk voor wanneer je een merk-artikel koopt?
Waarom koopt de consument merkartikelen?
Merkartikelen houden een belofte in. Ze beloven de consument dat zij duurzamer en beter zijn dan alle andere producten. Bovendien staat een merk voor service, betrouwbaarheid en een stukje status. Ieder merk staat voor een bepaald imago, met behulp van kleur, vorm, textuur en afbeeldingen doet het merk er alles aan om zijn imago te behouden en te versterken. Vooral voor impulsaankopen die bedoeld zijn om het zelfvertrouwen wat op te peppen is een merk belangrijk. Dit zorgt voor een positief psychologisch effect.
Daarnaast kiest men voor een merk omdat men er bekend mee is. Thuis aten we altijd Calvé pindakaas, dus zelf koop ik dat ook. Mijn opa reed in een Ford, mijn vader rijdt in een Ford, ik koop ook een Ford. Jaren lang is dit zo gegaan, maar dit verandert wel. Mensen zijn steeds minder merktrouw en zien bekendheid niet meer als voldoende reden om voor hetzelfde te kiezen als ze altijd al deden, of als hun ouders vroeger deden of nog steeds doen. De reden dat het nog wel gebeurd is vaak gemak. Ik ken dit, ik weet wat ik krijg en nu hoef ik er verder niet meer over nadenken.
A-merkartikelen of huismerkartikelen?
Het kwaliteitsverschil tussen A-merken en huismerken is in de loop der tijd steeds kleiner geworden en daardoor voor de consument amper waarneembaar. Het is gewoon een kwestie van etiketjes lezen en uitproberen. Wanneer de smaak voor jou hetzelfde is en er geen slechtere voedingsstoffen in zitten, ben je echt goedkoper uit met een huismerkartikel. Dankzij bovenstaand gegeven is het huismerk gegroeid in deze crisistijd. In Europa, met Zwitserland (46%) en het Verenigd Koninkrijk als koplopers, neemt het marktaandeel van huismerkartikelen steeds verder toe. Amerika vertrouwt daarentegen nog steeds meer op merkartikelen. Gegevens afkomstig van een onderzoek van “The Nielsen Company” uit 2010 genaamd “Global Private Label Report”.
Alle merken zijn hetzelfde
Er is vrijwel geen enkel bedrijf meer dat volledig zelf verantwoordelijk is voor zijn product. Kijk maar eens naar een auto. Er staat nog wel een merknaam op, maar de onderdelen komen overal vandaan. Een voorbeeld is de VW met zijn MQB (Modularer Quer Baukasten). Ze gebruiken één standaard voor zowel de Seat, Skoda, Audi, Polo, Kever, Golf, Jetta, Tiguan en Sharan. Met motoren is het exact hetzelfde, in een Ford Focus zit een zelfde motor als bijvoorbeeld in een Citroën Berlingo. Het is gedaan met de unieke onderdelen en daarmee onderscheiden auto's zichzelf steeds minder.
Bovendien staat in de auto-industrie een merk niet meer garant voor degelijkheid. Sinds bekend werd dat in degelijke, betrouwbare Duitse auto's gebruik werd gemaakt van sjoemelsoftware is het vertrouwen in automerken flink gedaald.
Voor televisietoestellen geldt wat betreft onderdelen hetzelfde als voor auto's. De onderdelen worden allemaal in dezelfde fabriek gemaakt. Sharp maakt bijvoorbeeld niet alleen beeldschermen voor zijn eigen televisies, maar ook Philips, LG en Sony maken gebruik van Sharp LCD panelen.
Nog een laatste voorbeeld: fietsen. Of je nu een Gazelle, Giant of een Union koopt, de onderdelen zijn allemaal hetzelfde. Al deze merken halen hun onderdelen bij Sachs en Shimano. Maar niet alleen zij halen daar hun onderdelen, de kleine merken kopen ook bij Sachs en Shimano. Wel leverende de kleine merken aanzienlijk goedkopere fietsen. Waar zit het verschil dan in?
Waar betaal je eigenlijk voor?
Naamsbekendheid: Chinese merken zijn in China duurder omdat ze daar populairder zijn. Mensen willen betalen voor een duur product met veel naamsbekendheid omdat ze zo niet alleen een product maar ook een stukje status kopen. Denk aan Armani, BMW, Apple en Gucci. Een naam staat vaak voor iets. Veel mensen worden liever gezien met een beker koffie van Starbucks dan van een andere firma. Niet omdat deze koffie beter is, maar omdat Starbucks hip is.
Locatie: In Parijs betaal je voor de meeste artikelen veel meer dan in de rest van Frankrijk. Parijs wordt niet voor niets de duurste stad ter wereld genoemd. Ook in Nederland zijn er plaatsen te verzinnen waar artikelen duurder zijn dan in de rest van Nederland. Het Gooi is zo'n gedeelte van Nederland waar ze de prijzen graag wat opschroeven.
Service: Veel grote merken, maar niet allemaal, gebruiken service als reclame. Zij blijken echt betere service te bieden dan hun goedkopere concurrenten. Dit kan, vooral bij elektrische artikelen, een goede reden zijn om een merkartikel te kopen.