De strip Suske en Wiske
Suske en Wiske is de populairste strip van Vlaanderen. In 2009 werd er zelfs een animatiefilm gemaakt naar het verhaal van Suske en Wiske en de Texasrakkers (verhaal nr 125). Hoelang bestaat de Suske en Wiske-strip al, hoe is hij ontstaan en hoe zit het met de volgorde? Suske en Wiske-strips zijn niet alleen vermaak. Door het verwerken van vele historische feiten in de strips zijn ze ook best leerzaam.
Ontstaan van Suske en Wiske
Willy Vandersteen, de geestelijk vader van Suske en Wiske begint in 1945 als vervolgverhaal in de krant “De Nieuwe Standaard”. In het begin gaan de avonturen over Rikki en Wiske. Rikki was de oudere broer van Wiske. Maar Vandersteen vervangt Rikki na een half jaar door Suske, omdat het personage hem teveel aan Kuifje doet denken en hij een jongere tegenspeler voor Wiske zoekt. Rikki komt nog één keer terug in de verhalen en dat is in het album “De gevangene van Prisonov”.
Het eerste verhaal van Suske en Wiske samen wordt “Op het eiland Amoras”.
In 1947 worden de columns die samen het verhaal “Op het eiland Amoras”vormen gebundeld en zo ontstaat nummer 1 van de populaire serie. Tot nummer 36 zijn de verhalen in het zwart-wit. Daarna worden de kleuren blauw en rood toegevoegd. Nummer 67 De poenschepper is de eerste die in kleur wordt uitgebracht. Hierna worden alle eerdere nummers in willekeurige volgorde herdrukt in kleur.
Volgorde Suske en Wiske-reeks
Met de volgorde van de Suske en Wiske-reeks is dus het een en ander mis. Nummer 68 Het eiland Amoras zou eigenlijk het eerste Suske en Wiske-album moeten zijn. Hierin ontmoeten de twee elkaar. Ook Jerome wordt pas later toegevoegd. Wanneer je de oorspronkelijke verhaallijn aanhoudt, zou dit eigenlijk de volgorde moeten zijn:
- 68 - Op het eiland Amoras
- 87 - De vliegende aap
- 107 - De sprietatoom
- 105 - De koning drinkt
- 129 - Prinses Zagemeel
- 140 - De Zwarte Madam
- 134 - De witte uil
- 138 - Bibbergoud
- 144 - Lambiorix
- 132 - De stierentemmer
- 145 - De stalen bloempot
- 131 - De zingende nijlpaard
- 137 - De ringelingschat
- 133 - De Tuftufclub
- 141 - Het bevroren vuur
- 146 - De sterrenplukkers
- 148 - De lachende wolf
- 89 - De dolle musketiers
- 88 - De tamtamklopper
- 127 - De Knokkersburcht
- 81 - De circusbaron
- 91 - De speelgoedzaaier
- 76 - De ijzeren schelvis
- 95 - De kleppende klipper
- 83 - De straatridder
- 136 - De bokkenrijders
- 80 - De brullende berg
- 70 - De Spokenjagers
- 93 - De snorrende snor
- 84 - De stemmenrover
- 142 - De mottenvanger
- 119 - Het sprekende testament
- 120 - De geverniste zeerovers
- 121 - De duistere diamant
- 123 - De zwarte zwaan
- 124 - Het vliegende bed
- 125 - De Texasrakkers
- 126 - De windmakers
- 118 - De gouden cirkel
- 110 - De zingende zwammen
- 109 - De wolkeneters
- 103 - De klankentapper
- 104 - De wilde weldoener
- 98 - Het hondenparadijs
- 101 - De kaartendans
- 99 - De kwakstralen
- 96 - Het rijmende paard
- 94 - De sissende Sampan
- 90 - Sjeik El Ro-jenbiet
- 69 - De nerveuse Nerviers
- 73 - Het zoemende ei
- 74 - De koddige kater
- 85 - De schone slaper
- 77 - De apekermis
- 72 - Jeromba de Griek
- 78 - De dulle griet
- 67 - De poenschepper
- 71 - Wattman
- 75 - Het mini-mierennest
- 79 - De zeven snaren
- 82 - De gramme huurling
- 86 - Tedere Tronica
- 92 - De briesende bruid
- 97 - De junglebloem
- 100 - Het gouden paard
- 102 - De dromendiefstal
- 106 - De charmante koffiepot
- 108 - Twee toffe totems
- 111 - De schat van Beersel
- 112 - De groene splinter
- 113 - Het geheim van de gladiatoren
- 114 - De Tartaarse helm
- 115 - De gezanten van Mars
- 116 - De bronzen sleutel
- 117 - De toornige tjiftaf
- 122 - De kale kapper
- 128 - Het brommende brons
- 130 - De Steensnoepers
- 135 - De gekke gokker
- 139 - De boze boomzalver
- 143 - De malle mergpijp
- 147 - De poppenpakker
- 149 - De gladde Glipper
Verder kan de gewone nummervolgorde worden aangehouden. Een uitzondering is nummer 154 Rikki en Wiske in Chocowakije. Dit is een heruitgave van het eerdere verhaal van Rikki en Wiske. De tekeningen in de verschillende albums verschillen veel in kwaliteit. Vandersteen maakte tien jaar lang (vanaf 1948) Suske en Wiske-strips voor het stripblad Kuifje. Deze strips zijn opmerkelijk beter getekend dan de strips die hij maakt voor de krant, ook zijn de verhaallijnen beter uitgewerkt. Toch worden de eerst 30 Suske en Wiske-strips (volgorde zie hierboven) als de meest humoristisch van de serie gezien.
Suske en Wiske leerzaam?
Vooral de oudere Suske en Wiskes zijn behalve leuke en fantasierijk ook leerzaam doordat ze gebaseerd zijn op geschiedenis en folklore. Enkele figuren uit de Vlaamse en Nederlandse folkore die voorkomen in Suske en Wiske zijn de reus Lange Wapper (folkore Antwerpen), Kludde (Vlaamse kwelgeest), Het monster van Loch Ness (Schotland), het witte wief (Nederlands mythologisch vrouwenfiguur, soms goedaardig en soms kwaadaardig), de vonkende vuurman (afkomstig van Soest), Jan Zonder Vrees (Antwerpen), de hellehonden en de pot met drie oren uit Olen.
Andere Suske en Wiske-tekenaars
Vanaf 1972 neemt tekenaar Paul Geerts de serie over van Willy Vandersteen. De laatste strips van Willy Vandersteen missen de humor en inspiratie en zijn vaak cynisch, ook de eerste strips van de hand van Paul Geerts zijn niet veel beter. Dit verbetert langzamerhand. In 1992 tekende Marc Verhaegen zijn eerste volledige Suske en Wiske verhaal uit, namelijk De krakende carcas. In 2005 staakte hij zijn medewerking aan de Suske en Wiske-strips. Hierna werd het tekenen van de strips overgenomen door een heel team, bestaande uit o.a. Erik Meynen, Bruno de Roover, Peter van Gucht en Luc Morjaeu.