Wat bepaalt onze manier van communiceren?
Er zijn veel manieren waarop wij communiceren. Onze manier van communiceren wordt beïnvloed door de situatie waarin we ons bevinden. Verschillende omstandigheden zorgen dan ook voor een andere vorm van communicatie. Factoren die invloed hebben op de manier waarop wij communiceren zijn aanwezigheid, zichtbaarheid, hoorbaarheid, tijdelijkheid, gelijktijdigheid, beoordeling en herziening.
Aanwezigheid
Wanneer de personen die met elkaar communiceren zich in dezelfde ruimte bevinden, bestaat er ook het fysieke contact. De gesprekspartners kunnen namelijk gemakkelijk zien en horen wat de ander doet. Ook weten ze altijd dat er zich geen andere mensen in de ruimte kunnen bevinden. Dit kan je bijvoorbeeld nooit zeker weten wanneer er wordt gecommuniceerd via een medium (denk aan Skypen). Bij andere manieren dan face-to-face communicatie heb je dus minder zekerheid van wat de persoon aan de andere kant zegt, doet of hoort en wie er nog meer in de ruimte zich bevinden.
Zichtbaarheid
In een face-to-face gesprek kunnen deelnemers elkaar zin, bij andere manieren van communiceren kan dat niet. Er bestaat natuurlijk een manier van communiceren via een videogesprek. Maar hier is het niet mogelijk van elkaar te zien wat de ander doet of waar de ander naar aan het kijken is.
Hoorbaarheid
Wanneer twee mensen deelnemen aan een gesprek waarbij geluid wordt gebruikt, zoals via de telefoon of met een face-to-face gesprek, wordt er veel duidelijk over wat er verteld wordt. Er kan namelijk veel worden verduidelijkt met intonatie of de timing van geluiden. Dit is iets wat in geschreven media onmogelijk is, al worden soms wel bepaalde geluiden nagebootst. Bijvoorbeeld wanneer iemand de nadruk wil leggen op dat iets heel saai is, kan hij of zij 'saaaaaaaaaaai' gebruiken.
Tijdelijkheid
Tijdelijkheid: wanneer de ene gesprekspartner het bericht van andere gesprekspartner ontvangt op het moment dat het geproduceerd is. Er is geen tijdsverschil tussen het zenden en ontvangen (althans: een miniem tijdsverschil). In veel vormen via een medium is dat wel zo; denk aan e-mail.
Gelijktijdigheid
Bij gelijktijdigheid kunnen gespreksdeelnemers gelijktijdig een bericht ontvangen een bericht verzenden. Dit gaat bijvoorbeeld zo bij verbale en non-verbale communicatie zo. Wanneer de één iets vertelt en de ander aan het lachen is terwijl het wordt verteld, worden er twee boodschappen gelijkertijd verstuurd.
Beoordeling
Wanneer je spreekt met iemand, gaat wat gezegd wordt snel voorbij, en er is niet veel mogelijkheid tot het beoordelen van het bericht. Wanneer je e-mails, brieven of opgenomen berichten ontvangt, heb je hierbij wel tijd om ze te beoordelen. De berichten kunnen nog eens worden gelezen of gehoord (en soms bij beide partijen nog), er is dus veel mogelijkheid tot het beoordelen van een bericht.
Herziening
Sommige berichten kunnen eerst herzien worden voordat ze worden verstuurd. Wanneer je geschreven berichten hebt kunnen ze eerst nog worden beoordeeld door jezelf of anderen. Bij een face-to-face gesprek is het niet mogelijk je bericht te herzien. Wanneer je dingen wilt verbeteren moet je dat openbaar maken als een verbetering.