Werken als steksteker: agrarisch medewerker in de tuinbouw
Stek steken komt regelmatig voor tussen productievacatures en vakantiewerk. Vaak moet je eerst een test komen doen, voordat je hoort of je bent aangenomen. De functiebeschrijving lijkt vaag als je dit nooit eerder hebt gedaan. Ook van de werkomgeving weet je niet zeker wat te verwachten. Over het algemeen gaat dit productiewerk om het steken van een stukje plant in grond zodat er wortels aan groeien. Het werk wordt meestal zittend of staand aan een tafel uitgevoerd.
Wat is een stek eigenlijk?
Woordenboeken beschrijven een stek als een plantendeel zonder wortels of als een afgesneden takje. Dat zet je in water om wortel te schieten of steek je in de grond, zodat er een nieuwe plant uit groeit. Dat noemt men ook wel een vegetatieve vermeerdering, oftewel een ongeslachtelijke voortplanting. Planten kunnen gestekt worden via de stengeldelen, bladeren of wortelstukjes. Enkele soorten stek zijn:
- scheutstek, ook wel stengeltop, vooral geschikt voor kamerplanten (zoals lavendel en geranium)
- stengelstek, ook wel takstek (houtstek), vooral bomen en struiken (zoals de bes, framboos en liguster)
- bladstek, wordt vooral in de bloemisterij gebruikt (zoals voor begonia’s en het Kaaps viooltje)
- wortelstek, bij planten die knoppen maken op hun wortels (zoals herfstanemoon en kokardebloem)
Hoe het bij productiewerk gaat
Als medewerker stek steken krijg je je benodigdheden en hoef je zelf alleen de stek in de stekaarde te steken. De aarde zit in een tray; een grote kunststof rechthoekige bak met vierkante vakken stekaarde. Het aantal vakken kan verschillen per stek, evenals de stekgrond die wordt gebruikt. Iedere stek steker heeft een eigen vaste barcode die op een rol etiketten is afgedrukt. Dat plak je op elke tray waar je aan begint. Verder komen er kaartjes op met de naam van de betreffende stek.
Gebruik van stekpoeder
Bij kruidachtige stekken krijg je stekpoeder. Daar steek je lichtjes je stek in voordat je het in de grond steekt. Stekpoeder bevat plantenhormonen zodat de stek beter wortelt. Ook wordt hiermee beschimmeling tegengegaan. Het bestaat uit talk met een groeiregulator. In de grond zit alvast een gaatje voor de stek. Soms moet je in een vakje meerdere stekken steken, bijvoorbeeld als er planten met verschillende kleuren bloemen uit moeten groeien.
De lopende band
Als je bak vol is, zet je die op een lopende band voor je werktafel. Op een gegeven moment komt die langs een scanner die je barcode leest. Daarmee kan de leidinggevende nagaan hoe snel je werkt. Het is de bedoeling dat je zo vlot mogelijk je tray vol hebt. Vaak hangt er een monitor waarop het tempo van iedereen staat. Meestal krijg je een paar weken om te wennen en sneller te leren werken.
Wat je verder moet weten
Stek steken is seizoenswerk, ook al zijn er vaste medewerkers die het hele jaar door werken. Afhankelijk van het soort stek is er in bepaalde maanden veel te doen en kun je er fulltime mee aan de slag. Omdat het werk in kassen is, ben je afhankelijk van eigen vervoer of carpoolen. Wanneer je zoekt bij productievacatures, kom je wel eens zo'n vacature tegen. De meeste kans maak je echter bij uitzendbureaus die zich specialiseren in de tuinbouwbranche. Je wordt dan meestal eerst uitgenodigd voor een test.
De test stek steken
Voor de test wordt geen echte grond gebruikt, maar een soort steekschuim. De stek is van plastic. Je krijgt maximaal drie minuten om de tray te vullen. Er staat letterlijk iemand met een stopwatch naast. Men zegt vaak dat het plastic moeilijker steken is dan echte stekken. Toch kan het anders lopen. Het is maar net wat je zelf gemakkelijker vindt. De plastic stek verbuigt zich niet, breekt niet en blijft gewoon zitten waar je die steekt. Het steekschuim is niet te zacht of te droog en houdt de plastic stek gemakkelijk. Er zijn dan ook mensen die heel gemakkelijk zo'n test halen, maar toch moeite hebben met het echte werk.
Het verschil met echte stek
Wanneer je namelijk werkt met een echte stek krijg je met meer problemen te maken dan het breken van het steeltje of het zodanig buigen van slappe steeltjes dat die niet te steken zijn. Onervaren stekers hebben daarnaast ook moeite met het uit elkaar halen van fijnere stekken. Je kunt dan niet snel een stek pakken en steken, maar friemelt en frutselt tot je er een los krijgt. Soms wordt dat gemakkelijker gemaakt door er wat poeder over te strooien zodat de stekken niet meer aan elkaar blijven plakken.
Overige beginnersleed
Andere moeilijkheden voor beginners kunnen zijn dat de grond te droog en het voorgeprikte gat niet zichtbaar is. Als daarbij de stek ook nog plakkerig is, dan blijft die zitten aan je vingers en komt die er na het steken gelijk weer uit. De meer ervaren stekers hebben daar allang geen last meer van, maar je moet maar net het geluk hebben dat je met gemakkelijke stek en stekgrond mag werken.
Voor wie is het geschikt?
De steksteken-test halen wil eigenlijk niet zeggen dat je dan zeker geschikt bent. Er is een groot verschil tussen de test en het eigenlijke werk. Je weet het natuurlijk pas zeker als je het eenmaal hebt geprobeerd. Vind je het niet erg om de hele werkdag hetzelfde te doen, met als enige verschil dat de steksoort en stekaarde af en toe gewisseld worden, dan zou je dit kunnen uitproberen. Verder moet je graag met je handen bezig zijn en zelfstandig kunnen werken. Ook al sta of zit je naast collega's, je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen tray.
De werkomgeving kan in ieder geval niet gezonder; je zit tussen en met bloemen en planten te werken in een gebied vol kassen, ver weg van de grote vervuilde steden.