Prikkelgevoeligheid en werken met autisme
De Participatiewet, die op 1 januari 2015 van kracht werd, is o.a. in het leven geroepen om mensen met een handicap te laten participeren op de arbeidsmarkt. Bedrijven krijgen de plicht om ook werknemers met een handicap aan te nemen, waaronder mensen met een stoornis in het Autistisch Spectrum. Er is in de afgelopen jaren al veel onderzoek gedaan naar knelpunten (dingen waar mensen met autisme en hun leidinggevenden tegenaan lopen) binnen een reguliere werksituatie. Eén van die knelpunten is dat mensen met autisme heel sterk kunnen reageren of zelfs uit lood kunnen raken door prikkels op de werkvloer. Je kunt dan denken aan (een teveel aan) geluid, licht of indringende geuren. Waar een mens zonder autisme deze prikkels onbewust verwerkt en naast zich neerlegt, kunnen ze voor de mens met autisme een bron van stress en irritatie zijn. Het voortdurend bloot staan aan prikkels op het werk kan zelfs een burn-out tot gevolg hebben!
Prikkels op de werkvloer
De eerste vraag is natuurlijk waar prikkels op de werkvloer zoal uit kunnen bestaan. Dit kunnen heel veel dingen zijn. Omdat de hersenen van mensen met autisme anders zijn afgesteld, reageren ze ook anders op prikkels dan mensen zonder dit euvel. 'Gewone' mensen kunnen irritante geluiden gemakkelijk buitensluiten. Wanneer ze zich concentreren op een telefoongesprek, horen ze de tl-buis boven zich niet meer zoemen. Iemand met autisme hoort dat geluid de hele dag en raakt er gestrest van. Hij kan dit namelijk niet buitensluiten. Alle indrukken komen even hard naar binnen. Niet alleen het telefoongesprek van zijn buurman, maar ook het getik van de klok aan de muur en het klikkende geluid, veroorzaakt door een collega die met zijn pen zit te spelen. Ook de geluiden van de verbouwing op de onderste verdieping halen hem uit zijn concentratie. Zijn omgeving is een kakofonie van geluiden, die zijn hersenen niet kunnen filteren. Alles moet verwerkt worden, dus maakt zijn grijze massa overuren! Aan zijn eigen werk komt hij zowat niet meer toe. Met een haast onmenselijke inspanning lukt het hem soms even, zich te concentreren.
Een werkplein op een kantoor kan vriendelijk en sociaal ogen, maar is voor de doorsnee autist een bron van chaos. Ook visuele prikkels kunnen heel sterk zijn. Denk daarbij aan drukke schilderijen aan de muren, veel rommel op de bureaus, fel licht dat door de ramen naar binnen schijnt of zonlicht dat weerkaatst in de auto's op de parkeerplaats. En dan hebben we het nog niet eens over indringende geuren gehad. De parfum van je collega, de boterham met pindakaas van een bezoeker of gewoon de etensluchtjes die vanuit het bedrijfsrestaurant richting de werkvloer komen.
Overprikkeling
Bij autisme draait het om problemen met de prikkelverwerking. Hierbij gaat het o.a. om indrukken die via de zintuigen worden opgedaan. Prikkels, die verwerkt moeten worden, maar zoals gezegd: bij mensen met autisme gaat deze verwerking niet goed. Er worden veel meer prikkels bewust waargenomen dan bij 'normale mensen' het geval is. Wanneer de hersenen deze stortvloed van informatie niet meer kunnen verwerken, ontstaat overprikkeling.
De werknemer met autisme in overprikkelde toestand, kan zich niet meer op zijn werk concentreren, soms verlamt hij zelfs en zit hij met een lege blik achter zijn bureau, niet in staat zijn werk te doen. Een kleine opmerking van een collega is genoeg om een geïrriteerde reactie uit te lokken of zelfs een woedeaanval, die buiten alle proporties lijkt. Hij smijt dingen kapot, begint te huilen of te gillen en is niet meer te bereiken. Deze woede is geen uiting van echte kwaadheid en het huilen geen uiting van verdriet. Het is puur een ontlading, in een poging de opgebouwde spanning te kanaliseren. De persoon met autisme is de controle over zichzelf en de situatie verloren. Zo'n aanval van overprikkeling kan gepaard gaan met hevige gevoelens van angst, machteloosheid, woede, verdriet en schaamte na afloop. Het enige dat helpt is rust om zijn hersenen de kans te geven, alle binnenkomende gegevens weer op een rijtje te zetten. Je kunt je voorstellen dat leven met zo'n overdaad aan prikkels, die je niet kunt filteren, enorm vermoeiend is. Eén van de redenen waarom veel mensen met autisme niet fulltime kunnen werken. Zij hebben hun vrije tijd hard nodig om de accu weer op te laden.
Andere gevolgen van (voortdurende) overprikkeling op het werk.
- Vertraagde prikkelverwerking, dingen die collega's vertellen niet meer horen.
- Een 'vol hoofd', waardoor hij nauwelijks non-verbale communicatiesignalen meer waarneemt.
- Een versterkte waarneming. (Geluiden harder horen dan ze zijn, elk pluisje in je kleding voelen zitten)
- Ook een verzwakte waarneming komt voor - de persoon voelt bijvoorbeeld niet meer dat hij pijn heeft.
- Geen twee dingen tegelijk kunnen doen (iets vertellen en je collega daarbij aankijken)
- Veel moeite hebben met het ordenen en het verkrijgen van overzicht
- Problemen met de concentratie
- Problemen met het geheugen (vooral korte termijn)
- Slaapproblemen door het niet meer kunnen stoppen met denken - geen rust kunnen vinden.
- Een beperkte belastbaarheid.
- Hevige vermoeidheidsklachten
Wanneer de overprikkeling een structureel probleem wordt (op het werk wordt steeds teveel van deze persoon gevraagd), leidt dit op den duur tot klachten als chronische hoofdpijn, een burn-out en/of zware chronische vermoeidheid. Zelfs een psychose kan het gevolg zijn. Wanneer dit aan de hand is, moet iemand met autisme steeds vaker verstek laten gaan op het werk en zal hij op termijn wellicht helemaal arbeidsongeschikt verklaard worden. Dit zou jammer zijn, want met de nodige aanpassingen kan ook zo' n werknemer zijn werk naar behoren uitvoeren.
Aanpassingen op de werkplek
Wanneer je als bedrijf een werknemer met autisme in dienst neemt, is het zaak hier van te voren goed van op de hoogte te zijn. Wat zijn de knelpunten en hoe kunnen problemen met betrekking tot overprikkeling worden opgelost? Vaak zijn (kleine) aanpassingen genoeg, denk daarbij aan de volgende dingen:
- Zorg voor een prikkelarme werkplek. Liever een kantoor alleen, dan met veel collega's op een werkplein.
- Zorg voor een goede akoestiek zodat geluiden (van collega's, telefoons e.d.) gedempt worden.
- Geen felle kleuren, grote contrasten en drukke patronen in de werkruimte.
- Geen sterke etensgeuren of trillingen (van bijvoorbeeld een kapotte tl-buis).
- Goede zonwering en geen felle lampen op de werkplek.
- Een goed opgeruimd en rustig aandoend gebouw, zonder hinderlijke schaduwen en reflecties
- Niet teveel rommel of kantoren met erg veel meubels en details die niet relevant zijn voor de functie ervan.
- Zorg voor leesbaarheid en voorspelbaarheid: duidelijke entree, indeling van gebouw en werkvloer.
Conclusie
Om iemand met autisme aan het werk te helpen en houden, is een gedegen kennis omtrent deze aandoening onontbeerlijk. Mits hij goed begeleid wordt en er rekening wordt gehouden met zijn beperking, kan hij een goede bijdrage leveren aan een bedrijf. Als er een prikkelarme omgeving voor hem gecreëerd wordt en hij zich goed kan concentreren op de hem opgedragen taken, kan het resultaat verbluffend zijn. Wanneer hij niet gestoord wordt, laat iemand met autisme zich niet gauw afleiden en doet hij zijn werk snel en efficiënt. Ook zien mensen met autisme door hun analytische manier van denken, vaak fouten, die andere mensen over het hoofd zien. Een goede ontwikkeling is dat autisme bij kinderen en volwassenen tegenwoordig veel sneller wordt herkend en gediagnosticeerd. Vroeger kon het namelijk nog weleens gebeuren dat iemand niet wist autistisch te zijn en de ene na de andere baan op een fiasco zag uitlopen. Nu kunnen mensen gericht begeleid worden door een jobcoach en worden de knelpunten met de toekomstig werkgever besproken, zodat de nodige maatregelen kunnen worden genomen.
Wat wel jammer is, is dat er ook op deze begeleiding bezuinigd moet worden, waardoor sommige mensen toch nog tussen wal en schip vallen. Belangrijk is en blijft een stukje bewustwording, zodat werkgevers weten waar ze mee te maken hebben en daarop kunnen anticiperen. Met een beetje goede wil moet een goede samenwerking tussen werkgever, en werknemer met autisme, toch mogelijk zijn.