Flexwerk kent voor- en nadelen
Zowat een derde van de werkenden in ons land had volgens het CBS in 2011 een tijdelijk contract. Flexwerk kent voordelen voor bedrijven maar vakbonden zien ook steeds meer de nadelen.
Flexwerk synoniem voor onzekerheid
Dat bedrijven een kleine flexibele schil nodig hebben, wordt zelfs in vakbondskringen erkend. Maar in de ogen van veel vakbondsmensen worden flexwerkers meer en meer tot wegwerpwerknemers. Ooit moet volgens hen het besef doordringen dat flexwerk vooral voordelen op korte termijn biedt, niet op lange termijn. Flexwerkers krijgen niet of nauwelijks scholing en zijn minder betrokken en loyaal.
Inzet van flexwerkers is te rechtvaardigen in tijden van piekvorming en bij ziekte, maar tegenwoordig is dat is lang niet altijd het geval. Flexwerkers worden vooral ingezet om kosten te besparen. Volgens het CBS had in 2011 bijna 30% van de werknemers een flexibel dienstverband. Politici van het kabinet Rutte 2 kunnen burgers dan wel aanmoedigen om een auto of
huis te kopen, maar een derde van de werknemers durft die stap niet aan. Men weet niet of men over een half jaar nog wel een baan heeft. En voor een
hypotheek komt men bij gebrek aan vast inkomen niet in aanmerking.
Is flexcultuur te ver doorgeschoten?
Zelfs vanuit de uitzendsector zelf komen er tegenwoordig signalen dat het allemaal wel een beetje minder flexibel kan. Ook in die branche constateert men natuurlijk dat een te ver doorgeschoten flexcultuur slecht is voor de economie van een land.
Daar komt bij dat louche constructies van koppelbazen en malafide uitzendbureaus de sector een slechte naam bezorgen. Personeel wordt goedkoop aangeboden omdat men geen sociale lasten afdraagt, geen vakantiegeld uitkeert en afziet van scholing. Velen associëren de term flexwerk dan weliswaar met “cool” en “hip”, maar in de praktijk is flexwerk vaak synoniem voor onzekerheid.
Baan voor het leven achterhaald
Voorstanders van de flexcultuur gaan ervan uit dat we niet meer
ons hele leven bij eenzelfde baas werken. We worden mondiger als werknemer en willen zelf kiezen. Gingen we vroeger vooral werken om geld te verdienen, tegenwoordig willen we vooral onze talenten ontwikkelen. Als het nodig is om daarvoor van baan te wisselen, dan doen we dat.
Werkgevers prefereren flexibel personeelsbestand
Maar ook de werkgever wil personeel geen 40 jaar meer aan zich binden. Als het te veel inspanning vergt om een medewerker beter te maken, neemt men liever iemand anders. En het feit dat bedrijven door toenemende concurrentie ook minder langlopende orders van opdrachtgevers binnenhalen, heeft ook gevolgen voor de arbeidsovereenkomst. Werkgevers die minder zekerheid hebben, zullen ook geen langdurige arbeidsrelatie met hun medewerkers aangaan. Dat vereist dat men zijn personeelsbestand continu moet uitbreiden en inkrimpen.
Tijdelijk contract is de standaard
Terwijl we ons vroeger na een proeftijd van 1 maand doorgaans al konden verheugen op een contract voor onbepaalde tijd, moeten we ons tegenwoordig vaak al tevreden stellen met een tijdelijk contract voor pakweg 1 jaar. Op basis van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid kunnen bedrijven drie tijdelijke contracten aanbieden voordat men een medewerker vast in dienst dient te nemen.