Nieuwjaar zingen
U kent wellicht het fenomeen: op de laatste dag van het jaar trekken kinderen door de straten en bellen aan om u met een lied een gelukkig nieuwjaar toe te wensen. Het nieuwjaarzingen, wat nog steeds in een aantal streken in België voorkomt, heeft een historische oorsprong.
Nieuwjaarke zoete
Het populairste nieuwjaarsliedje draagt de hele geschiedenis van het nieuwjaarzingen in zich:
Nieuwjaarke zoete
Mijn varken heeft vier voeten
Vier voeten en ene staart
Is dat dan geen wafel waard
Is die wafel nog niet gebakken
Geef me dan een schotel pap
Is die schotel pap nog niet gereed
Geef me dan een beste kleed
Is dat beste kleed nog niet genaaid
Geef me dan een haantje dat kraait
Is dat haantje dat kraait nog niet geboren
Geef me dan een pot vol kolen
Is die potvol kolen nog niet gebrand
Geef me dan een dikke, dikke, vette vleeskant.
De oorsprong van het lied
In de tijd toen er nog vele mensen in armoede leefden liepen er nog vele bedelaars door de stad. Het eindejaar was dan de ideale gelegenheid voor rondtrekkende muzikanten of kinderen uit arme gezinnen om hun beste beentje voor te zetten en bij de rijkere klasse te gaan aanbellen hopende op een beetje warmte en vrijgevigheid. Met het zingen van een lied (in het dialect) hoopten ze op wat goede wil van de beter bedeelden. In die periode waren de mensen wat sneller geneigd om de helpende hand te reiken en de armere medemens een stukje van hun welvaart te gunnen. Er werd dan ook gevraagd naar eten, drank, warme kleding om aan de primaire behoeften te voldoen. Dat rond het varken een lied werd gezongen is begrijpelijk gezien de calorierijke voeding die het verschaft in de koudste periode van het jaar.
Steeds meer kinderen doen de ronde
In de 19de eeuw deden kinderen hun ronde met een grote linnen zak rond de hals geknoopt waarin dan vaak koeken of snoepgoed werd gestopt. Oorspronkelijk werden de nieuwjaarsliedjes in hun totaliteit gezongen, maar later kortten de kinderen deze fel in omdat er snel van de ene deur naar de andere moest worden gegaan zodat nog enkel de eerste vier versregels overbleven. In het laatste vers wordt dan nog vaak de ‘wafel’ door een ‘cent’ vervangen om voor de hand liggende redenen.
Het populaire Nieuwjaarke zoete heeft daarom ook een evenwaardige concurrent gevonden in het ultrakorte
Oudjaar
nieuwjaar
twee koeken is een paar
ik wens een zalige nieuwjaar
Nog steeds halen de kinderen veel snoepgoed op, maar ook fruit is populair en de chocoladerepen zijn niet minder gegeerd. De centen worden vaak door mensen uit de buurt of familieleden in de buidel gestopt.
Daar waar kinderen vroeger soms een hele dag ‘nieuwjaar zingen’, wordt dit nu vooral beperkt van de morgen tot de vroege namiddag. Het snelle donkeren en het steeds sterker wordende onveiligheidsgevoel zijn daar niet vreemd aan.
Literatuur
Nieuwjaarsliederen vind je ook in de literatuur terug. Als we onze literatuurgeschiedenis nakijken zie je dat Hadewych reeds in de middeleeuwen berijmde nieuwjaarsliederen dichtte. Ook de rederijkers maakten er een sport van. In de Liedboeken die zowel in Vlaanderen als in Nederland verschenen in de 16de en 17de eeuw werden nieuwjaarsliederen opgenomen waarin bijvoorbeeld een ode aan de wijn werd gebracht.
Deze uitgelatenheid vind je niet terug bij Rhijnvis Feith (18de eeuw) bijvoorbeeld. Nieuwjaar was voor hem eerder een moment om over het bestaan en de zin van het leven te gaan filosoferen:
Uren, dagen, maanden, jaren,
Vliegen als een schaduw heên
Ach! wij vinden, waar wij staren,
Niets bestendigs hier beneên!
Op den weg , dien wij betreden,
Staat geen voetstap, die beklijft:
Al het heden wordt voorleden,
Schoon 't ons toegerekend blijft!
Voorgeslachten kwijnden henen,
En wij bloeiden op hun graf;
Ras zal 't nakroost ons bewenen.
't Mensdom valt als blaadren af.
't Stof, door eeuwen zaamgelezen,
Houdt het zelfde graf bewaard.
Buiten U, o eeuwig Wezen!
Ach! wat was de mens op aard'!
Komrij knort als naar gewoonte
In onze moderne tijden schreeuwt Gerrit Komrij zijn angst uit voor het vuurwerk dat de nieuwjaarsnacht verlicht:
Oudejaarslied
Buren klagen, slaan, gebaren,
Vlieden ziek van zenuw heen.
Bang! verblind door knalsigaren
-Denderender dan voorheen-
Holt men weg, en vraagt met reden
Waar de voetzoeker wel blijft.
Heden! ze zijn al ontkleed en
Geen schoon ondergoed beklijft!
Hoor! geslacht, uiteinden, benen,
Ze verschroeien in hun draf;
Gas dat nahoost likt hun tenen.
't Buskruit pelt de aadren af.
Plof! het sneeuwen zij geprezen:
Koud stelpt dit hun vlammenstaart.
O! Uw kruit maakt, Rotjeswezen!
Van de mens een open haard!
En zo zie je maar hoe groot het verschil kan zijn in de interpretatie van het thema ‘nieuwjaar’: voor de ene is het een moment van hoop, voor de ander een ogenblik van bezinning, terwijl een derde de knorpot (en niet de rommelpot) bovenhaalt.
© 2009 - 2024 Vosje, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Spaarvarkens als spaarpottenVeel spaarpotten hebben de vorm van en varken. Leuk natuurlijk zo’n varkentje, maar waarom hebben spaarpotten vaak die v…
Varken als huisdierVarkens zijn intelligente en lieve, aanhankelijke dieren die je heel goed het één en ander kunt leren. Daarom kunnen het…
Tips voor ceremoniemeestersWat een eer! Je bent door het aankomende bruidspaar gekozen om de grote dag te regisseren. Slik ... waar begin ik? In di…