Als je verkracht bent: ervaringsverhalen van vrouwen
Wat betekent het voor vrouwen om een verkrachting te hebben meegemaakt? In Nederland worden naar schatting jaarlijks ongeveer 41000 zedenmisdrijven gepleegd, waaronder verkrachting. Slechts 3 procent hiervan leidt tot aangifte. In dit artikel worden de ervaringen van verkrachte vrouwen belicht, hun eigen gedachten, gevoelens en (re)acties.
Directe reacties: gevoelens
Ik was me eerst alleen maar aan het verbazen. Hij was al weg, maar ik kon er maar niet over uit. Ik wist niet goed wat er gebeurd was. Wat had hij nou precies gedaan? En waarom in godsnaam... En hij was zo ontzettend sterk, dat had ik nog nooit eerder gemerkt. Ik kon me alle details voor ogen halen, maar ik wilde het niet geloven... ik kon het niet geloven. Ik wist niet wat het was (Marja).
Verbazing en verwarring
Veel vrouwen beschrijven als hun eerste gevoelens na de verkrachting verbazing en verwarring. De meeste vrouwen uit deze studie, zijn door iemand verkracht die ze kenden. Ze verwachtten dat natuurlijk absoluut niet van die persoon. Ze waren verbaasd over het feit dat het gebeurd was en verward door het gebeurde. Toch voelden ze zich vaak nog relatief rustig. Sommige vrouwen beschreven dit als een soort verlamming: ze probeerden te bevatten wat er gebeurd was, maar het drong nog niet door. Nadenken was onmogelijk, dus ze beseften niet wat er aan de hand was. Sommigen gaven aan dat ze voelden dat het een slechte gebeurtenis was, maar dat ze nog niet meteen konden benoemen waarom het slecht was.
Ik voelde me meteen zo... het was zo slecht. Dat wist ik al voor ik kon denken. Maar ik was ook zo in de war. Ik kon ook gewoon een hele poos niet meer nadenken. Ik zat daar maar, eigenlijk best rustig, en ik probeerde te bevatten wat er nou was gebeurd (vrouw in een groepsgesprek).
Chaos
Enige momenten na deze totale verwarring en verbazing, sloeg de relatieve rust meestal om in complete chaos. De vrouwen beschreven dat ze, op het moment dat ze weer enigszins na konden denken, in paniek raakten. Allerlei gevoelens en gedachten tuimelden over elkaar heen. Bij sommige vrouwen duurde het enkele minuten tot uren voordat dat gebeurde, anderen voelden deze chaos vrijwel meteen na de verkrachting. Enkele gevoelens die in deze chaotische toestand naar voren kwamen en die sommige vrouwen achteraf nog konden benoemen, waren schok, walging en het gevoel vernederd te zijn. Velen voelden zich verslagen, ze hadden niets meer onder controle.
Hij had me. En niet alleen hij. De wereld had me verslagen, want ik had mijn leven niet meer onder controle en ik raakte in paniek (uit een brief van Liesbeth).
Ik dacht toen echt dat ik stikte... helemaal in paniek en ik wist niet meer waar ik met mezelf heen moest. Alles trilde aan me. Ik kon niet meer stil blijven zitten. Ik walgde van alles wat hij me had gedaan. Hij had me overal geknepen en aangeraakt. En dan dat vieze spul, dat sperma in mijn nek. Gatver (Tineke).
Ik realiseerde me echt heel langzaam dat ik verkracht was. Ik was zo geschokt. Ik begreep niet hoe hij zoiets kon doen, waarom. Ik kon niet meer normaal nadenken. Alles ging door elkaar. Alle controle was weg (Marijke).
Ik voelde me ook heel erg vernederd, ja. Hij had zijn doel gewoon hartstikke goed bereikt. Maar dat wilde ik aan hem natuurlijk niet toegeven. Zolang hij er nog was, was ik best kalm, heb ik me echt zoveel mogelijk ingehouden. Dat gevoel van paniek kwam pas later, toen hij al weer een poosje weg was (Brigitte).
Vies gevoel
Ook geven veel vrouwen aan dat ze zich onmiddellijk nadat ze verkracht of aangerand waren, verschrikkelijk vies voelden. Ze walgden niet alleen van de daad, maar ook van hun eigen lichaam. Hij had eraan gezeten en had het gebruikt. Ze voelden zich besmet, geschonden of aangetast.
Ik voelde me zo ontzettend smerig, Ik heb er gewoon geen woorden voor. Overal voelde ik van die druppeltjes. En ik zag alleen maar voor me dat dat zijn sperma was. Ik kon wel kotsen. Ik dacht echt dat ik dat gevoel nooit meer van me af zou krijgen (Tineke).
Ik voelde me na die gebeurtenis echt heel ellendig en vies, bijna besmet. Ik werd misselijk van mijn eigen lichaam, omdat hij het had aangeraakt (uit een brief van Miranda).
Ik had dus mijn bikini aan, dus hij kon zo overal bij. Ik had toen echt zo’n gevoel van... ja, alsof ik echt zo smerig was op alle plekken die hij had aangeraakt. Ik had het idee dat er overal een soort van uitslag zou komen op die plekken (Mira).
Schaamte
Tot slot hebben veel vrouwen direct een gevoel van schaamte. Geen van hen wist precies waarom ze dat meteen had gevoeld. Ze vonden het logischer als ze pas later dat gevoel zouden hebben gekregen, als ze overal over nagedacht hadden of het verhaal aan andere mensen hadden verteld. Toch benadrukten enkele vrouwen dat dit niet zo was, ook al konden ze nu alleen maar terugkijken op de gebeurtenissen.
Nu kun je natuurlijk denken dat ik achteraf de schaamte ben gaan voelen, maar ik kan je verzekeren dat ik dat gevoel meteen al had. Wie schaamt zich nu voor iets waar niemand iets van weet? Toch voelde ik het zo (uit een brief van Ineke).
Ik schaamde me zo. Ik had er nog niet eens over nagedacht of zo, maar dat gevoel... (Saskia).
Ik had het gevoel alsof iedereen het gezien had. Ik liep naar mijn fiets en iedereen die ik tegenkwam, daar schaamde ik me gewoon voor. En heel veel mensen keken ook zo naar me. Terwijl je later natuurlijk best weet dat heus niet iedereen weet wat jou net overkomen is, [...]. En dat ze naar me keken, was vast omdat ik liep te janken (Lonneke).
Al deze gevoelens zorgden ervoor dat de vrouwen die net een verkrachting hadden meegemaakt zich niet normaal voelden. Voor mijn informanten waren normale gevoelens rustig en evenwichtig. Normale gevoelens horen niet extreem positief of negatief te zijn. De gevoelens die de meeste vrouwen onmiddellijk na hun verkrachting hadden, beoordeelden ze wel als extreem negatief. Ze voelden zich ronduit slecht.
Directe reacties: gedachten
Uit enkele bovenstaande citaten bleek al dat veel vrouwen zich net na een verkrachting of aanranding in eerste instantie geen raad wisten met zichzelf en de situatie. Allerlei gevoelens overweldigden hen. Met deze eerste gevoelens gingen al snel enkele gedachten gepaard. De eerste gedachten die veel vrouwen beschreven, waren vragen die ze zichzelf stelden: wat is dit? Wat is er gebeurd? Wat moet ik hiermee? Vragen waar ze niet direct antwoord op wisten. Op deze eerste gedachten volgde dus vaak de paniekaanval.
Wat is normaal?
Als de eerste paniek, na enkele minuten of uren, een beetje was weggeëbd, begonnen andere gedachten langzaam vorm te krijgen. Bij veel vrouwen hadden deze gedachten betrekking op wat normaal was. Zij beschreven dat ze weer uit de paniektoestand kwamen door zichzelf streng toe te spreken en zichzelf in te prenten dat ze normaal moesten doen. Ze voelden zich echter niet normaal. Sommigen hadden in eerste instantie het idee dat ze zich aanstelden. Eén vrouw, die verkracht is door haar toenmalige vriend, dacht dat zij overdreef. Iedereen had seks met hun partner, dus het was eigenlijk helemaal niet vreemd dat haar vriend dat ook wilde. Haar gevoel vertelde haar dat het niet normaal was, maar haar verstand weigerde aanvankelijk om dat aan te nemen. Dus wilde ze tegenover andere mensen zo normaal mogelijk overkomen. Als zij al het idee had dat ze overdreef, zouden andere mensen dat ook wel denken. Veel andere vrouwen gaven ook aan dat één van hun belangrijkste gedachten vlak na de verkrachting neerkwam op: hoe kan ik anderen overtuigen dat ik normaal ben en dat alles goed gaat? Ze beseften dat ze op een gegeven moment weer mensen onder ogen moesten komen. Daar bereidden ze zich ook vaak bewust op voor, juist omdat ze normaal wilden overkomen.
Dit was echt de enige keer dat ik het fijn vond om ver weg te wonen van alles en iedereen. Ik moest acht kilometer fietsen. Onderweg was ik al een paar keer gestopt om mezelf een beetje te fatsoeneren en om te bedenken wat ik zou gaan zeggen thuis. Ik wilde niet dat ze het meteen aan me zouden kunnen zien, dat ik me niet goed voelde (Marja).
Ik heb eerst een week op mijn kamer zitten janken. Daarna had ik wel het gevoel dat ik het zonder huilen zou kunnen zeggen. Ik wilde, denk ik, gewoon laten zien dat ik wel sterk genoeg was. Hij zou me er niet onder krijgen. Ik wilde normaal door kunnen met mijn leven, me niet altijd zo kut blijven voelen (Mira).
Wat heb ik gedaan?
Verdere gedachten die zich opdrongen in de eerste momenten na de verkrachting waren vragen als: wat heb ik verkeerd gedaan? Heb ik aanleiding gegeven? Heb ik hem een verkeerd idee gegeven? Vragen als deze leidden naar een andere vraag, die velen zich ook stelden: wat zullen anderen ervan denken? Het ging dan niet om willekeurige anderen, maar vooral om personen die een belangrijke plaats innemen in hun levens. Als zij nu ook zouden vinden dat het haar schuld was... De meeste vrouwen hebben er dan ook een poosje over nagedacht voordat ze aan iemand vertelden dat ze verkracht waren. Aanvankelijk wilden ze het gebeurde zoveel mogelijk verbergen. Verschillende vrouwen konden geen reden geven waarom zij dat toen wilden. Ze hadden het automatisch zoveel mogelijk verborgen gehouden.
Directe reacties: acties
Niet gillen!
Welke actie vrouwen het eerst ondernamen, nadat ze waren verkracht of aangerand, hing af van de situatie waar ze zich in bevonden. Veel vrouwen zeiden bijvoorbeeld dat ze de neiging hadden om te gaan schreeuwen en gillen. Niet alle vrouwen hebben dat ook daadwerkelijk gedaan, aangezien in sommige gevallen “de situatie dit niet toeliet” (Saskia). Zo waren er vrouwen die zich in een omgeving bevonden waar veel mensen bij elkaar waren, zoals op het werk, in een zwembad of op een feest, zoals Manon:
Ik moest echt niet nadenken, anders had ik het op een gillen gezet. Ik liep maar de hele tijd, terwijl ik naar boven ging: niet gillen, niet gillen, niet gillen. Anders zou iedereen die was gekomen [naar het feest] meteen willen weten wat er was. Gelukkig heb ik die paniekgolf toen nog een beetje kunnen onderdrukken.
Uit dit citaat en uit andere interviews blijkt dat een eerste reactie van veel vrouwen was om hun gevoelens zoveel mogelijk te verbergen door bijvoorbeeld de neiging om te gillen te onderdrukken. Ze probeerden dus om ze niet te uiten in acties, of dit in ieder geval niet te doen als anderen er iets van konden merken.
Andere vrouwen hebben wel “toegegeven aan de drang om te schreeuwen” (Manon). Dit was meestal in situaties waar geen andere mensen aanwezig waren, zoals ’s avonds laat op straat of in een verlaten bos. Ook zijn er vrouwen die hun geschreeuw ‘bewaard’ hebben totdat ze alleen thuis waren. Ze konden hun gevoelens onderdrukken totdat er niemand meer in de buurt was.
De meeste vrouwen huilden op een gegeven moment ook om hun verkrachting. Voor sommige vrouwen was dit één van de eerste reacties. Meestal probeerden ze dit wel zo veel mogelijk te verbergen. Vrouwen beschreven hoe ze zichzelf opsloten in de WC of de badkamer om vrijuit te kunnen huilen. Ze wilden nog niet geconfronteerd worden met mensen die zouden vragen waarom ze zo overstuur waren. Meestal konden ze dit voor zichzelf nog niet eens beschrijven. Andere vrouwen sloten zich niet op, maar probeerden hun tranen op een andere manier te verbergen. Ze kropen bijvoorbeeld zoveel mogelijk weg in een handdoek of onder een deken. Ze wilden hun tranen bedwingen en hun (aangetaste) lichaam voor iedereen verbergen. Dit deden sommige vrouwen ook als ze in een situatie waren waarin ze niet te lang bij een groep mensen weg konden blijven zonder argwaan te wekken, zoals Lieke die verkracht is tijdens een zwemuitje van de scouting.
Ik begin te huilen. Ik loop (strompel) naar de douches [van het zwembad] en ga eronder staan. […]. Ik bloed en mijn buik doet zeer. Ik moet terug naar de groep. Ik kom bij de groep en één van de leiding vraagt waar ik toch al die tijd geweest ben. Ik pak mijn handdoek en verstop me daar zo ongeveer in. Sjoerd vraagt of ik het koud heb. Ik knik maar (uit een brief van Lieke).
Wegwezen
De meeste vrouwen wilden zo snel mogelijk weg uit de omgeving waar ze verkracht waren. Ze wilden naar huis, naar een vertrouwde omgeving, waar ze in alle rust konden nadenken over hetgeen ze hadden meegemaakt en hoe ze daarmee om moesten gaan. Voor enkele vrouwen was de omgeving waar ze verkracht waren echter al hun meest vertrouwde omgeving, namelijk hun huis. Sommige vrouwen wilden hier ook zo snel mogelijk weg. Ze zijn naar een goede vriendin of naar hun ouders gegaan. Anderen bleven wel thuis, omdat ze alles zoveel mogelijk normaal wilden houden. Ze wilden niet opeens bij iemand op de stoep staan, omdat ze dan waarschijnlijk hun gevoelens niet meer in bedwang konden houden.
Schoonmaken
Eén van de eerste acties die alle vrouwen bewust ondernamen nadat ze verkracht of aangerand waren, was douchen. Alle geïnterviewde vrouwen zeiden dat ze zich na die ervaring ontzettend vies voelden. Sommige vrouwen legden de nadruk op vuil wat zich op hun lichaam bevond, zoals sperma van de verkrachter, zijn vette vingerafdrukken, zijn zweet en in sommige gevallen straatvuil en modder. Dit vuil was op zich redelijk makkelijk te verwijderen onder de douche. Helaas was het vieze gevoel niet zo snel verdwenen. De douche duurde daarom meestal zeer lang (3 tot 4 uur). De meeste vrouwen gaven aan dat ze zich de eerste ogenblikken na deze douche weer redelijk schoon voelden. Op het moment dat ze echter na gingen denken over wat er gebeurd was, voelden ze zich alweer vies.
Ik ben meteen gaan douchen. Gewoon om alles van me proberen af te spoelen. Ik heb er wel drie uur onder gestaan of zo. En gewoon alles wel vier keer gewassen met zeep. Maar ik kreeg het er maar niet af. Maar uiteindelijk dacht ik dat ik wel schoon was. Voor dat ogenblik tenminste wel. Later kreeg ik toch weer dat gevoel... alsof het in me zat en ik het uitzweette (Anneke).
Ik heb onder de douche echt geprobeerd alles van me af te wassen. Niet alleen maar het echte vieze, echt alles. Ik wilde ophouden met huilen als ik eronder vandaan kwam. Dan moest ik alles ook uit me gespoeld hebben. Het was echt een soort grote schoonmaak [...]. Maar dat heb ik wel een paar keer moeten doen. En nu soms nog… al is het nu wel weer lang geleden. Maar als ik er aan denk… (Marja).
Directe reacties: lichamelijke reacties
Veel vrouwen reageerden ook lichamelijk op de verkrachting. Eén van die reacties werd door verschillende vrouwen ook als een soort reiniging gezien: ze moesten overgeven.
Na die keer moest ik opeens kotsen. Ik had het gevoel dat ik hem er weer uit spuugde. Alles wat hij in mij had gestopt, kwam er weer uit (Petra).
Ik werd ontzettend misselijk. Eerst hield ik me in. Ik kon toch niet zomaar op straat overgeven. Maar ik kon het niet langer inhouden. En eigenlijk voelde ik me daarna een stuk beter. Alsof ik hem weer een beetje uit me had gedreven. Het voelde als een schoonmaakbeurt van mijn lijf (vrouw in een groepsgesprek).
Andere lichamelijke reacties die veel vrouwen beschreven, waren buikpijn, misselijkheid en inwendige pijn die zij aan kneuzingen toeschreven. Deze lichamelijke reacties hielpen vaak om de verkrachting verborgen te houden. Veel vrouwen zeiden dat ze gewoon ziek waren. Zolang er geen zichtbare blauwe plekken waren, dachten zij dat anderen dit wel geloofden.
Latere reacties: gevoelens
Boosheid
Veel vrouwen gaven aan dat ze enkele dagen of weken nadat ze verkracht waren, woedend werden. Bij sommige vrouwen was deze woede in eerste instantie gericht op de verkrachter. Hij had zich aan hen vergrepen, hen bevuild. Hij was schuldig aan alle nare gevolgen die de verkrachting had. Sommige van hen wilden graag wraak op hem nemen. Geen van de geïnterviewde vrouwen heeft dit ook daadwerkelijk gedaan. Als ze er over nadachten, wilden ze meestal liever niets meer met hem te maken hebben. De meeste vrouwen voelden een grote afkeer van hun verkrachter en in sommige gevallen van alle mannen. Soms zeiden ze zelfs dat ze hun verkrachter of mannen in het algemeen haatten.
Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik hem ging haten. Of niet echt haten, maar toch dat ik wel weer kwaad werd als ik aan hem dacht, of aan die avond (Tineke).
Ik gaf hem meteen overal de schuld van. Ook dat ik nu gewoon alle mannen haatte… of nee, ik bekeek ze argwanend. Ik was nog wel zo dat ik wist dat ik geen hekel kon krijgen aan alle mannen om wat hij had gedaan (Lonneke).
Ik heb serieus bedacht hoe ik wraak op hem kon nemen. Ik kon het aan zijn familie vertellen of het in de krant laten zetten. Maar achteraf ben ik blij dat ik dat niet heb gedaan. Dan was ik vast nog niet van hem af geweest nu. Daar had ik vast niet tegen gekund (vrouw in een groepsgesprek).
Andere vrouwen waren eerder kwaad op zichzelf, omdat ze zich in een situatie hadden begeven waarin ze verkracht konden worden. Ze voelden zich schuldig, omdat ze het niet hadden (kunnen) voorkomen. Ze dachten dat ze iets doms hadden gedaan. Er waren veel vrouwen die zich hierdoor schaamden voor de verkrachting, voor het feit dat zij dat hadden meegemaakt. Deze schaamte bleef vaak gedurende een lange periode één van de hoofdgevoelens. Vaak hing deze samen met het gevoel vies, afgelikt en/ of gebruikt te zijn. Deze gevoelens bleven bij de meeste vrouwen lang aanwezig.
Ik heb me nog heel lang heel vies gevoeld. Ik had het gevoel dat ik niemand aan mocht raken en dat niemand mij ooit weer zou willen aanraken. Dus ik bleef op afstand van mensen. Ik schaamde me voor mijn vieze lijf (Jeanine).
Dat duurde heel lang, dat ik me schaamde. Ik voelde me net zo’n afgelikte boterham. En ik dacht ook echt dat het mijn schuld was. Ik had hem tenslotte uitgenodigd om te komen. Hij had het misschien wel verkeerd begrepen. Ik durfde het tegen niemand te zeggen (Brigitte).
Schaamte en angst
Schaamte was ook één van de redenen waarom veel vrouwen het gebeurde aanvankelijk zoveel mogelijk verzwegen. Zij schaamden zich voor hun “vieze lijf” en voor het feit dat de verkrachter “intiem” met hen geweest was. Zij schaamden zich voor het hebben van “seks met een vreemde”. Verder hadden ze het gevoel dat anderen nooit zouden kunnen begrijpen hoe zij in die situatie terecht hadden kunnen komen en hoe zij zich daardoor voelden. Zelf wisten ze vaak niet zeker welke rol zij gespeeld hadden in de verkrachtingssituatie. Ze waren bang dat andere mensen hun onmiddellijk de schuld zouden geven van de verkrachting.
Naast deze angst voor onbegrip van andere mensen, ontstonden bij de meeste vrouwen na hun verkrachting nog andere angsten. Veel vrouwen gaven aan dat ze banger waren geworden voor mensen, mannen in het bijzonder. Dit werd, volgens hen, wel veroorzaakt door de verkrachting, maar het wil niet zeggen dat ze per se bang waren om nog een keer verkracht te worden. Het lag er meer aan dat ze niet meer wisten wie ze wel en niet konden vertrouwen. In de meeste gevallen werden ze verkracht door een bekende, iemand die ze voordat dat gebeurde, wel vertrouwden. Daarna dachten ze dus dat ze geen mensenkennis hadden of dat ze situaties per definitie verkeerd in zouden schatten. Ze verloren hun zelfvertrouwen, omdat zij zichzelf niet hadden kunnen beschermen. En als je jezelf al niet vertrouwt, wie kun je dan nog vertrouwen in deze geïndividualiseerde samenleving?
Daarnaast waren veel vrouwen ook bang om na te denken. Vooral in de eerste paar maanden na de verkrachting wilden zij nog niet nadenken over wat er precies met ze gebeurd was en vooral niet over wat voor invloed dit op hen en hun omgeving zou kunnen hebben. Ze waren bang dat hierover nadenken te grote spanningen zou veroorzaken en dat ze “in zouden storten”.
Ik wilde echt bewust niet denken, want dan zou ik echt uit elkaar vallen, dacht ik. Ik zou instorten, nooit meer ophouden met huilen. Ik was echt bang voor al die gevoelens die daar wel moesten zitten. Dat wist ik toen nog niet, natuurlijk, maar onbewust hou je dat dan toch tegen (vrouw in een groepsgesprek).
Een andere angst die veel vrouwen enige tijd bezighield, was die voor zwangerschap of geslachtsziekten. Ook AIDS was een bron van angst, al ‘wisten’ de meeste vrouwen dat de kans daarop erg klein was. Het angstige gevoel werd niet verholpen door deze wetenschap. Deze angst kon echter wel relatief snel verholpen worden door middel van een test. De meeste vrouwen hebben zich dan ook zo snel mogelijk na de verkrachting laten testen, om van die onzekerheid af te zijn.
Verder zeiden sommige vrouwen dat ze bang geworden waren voor allerlei ‘kleine’ dingen, zoals boodschappen doen, de kinderen van school halen, alleen thuis zijn of mensen ontvangen. Ze waren aanvankelijk vooral bang voor de reacties van andere mensen. Veel vrouwen zeiden dat ze het gevoel hadden dat iedereen “het” wist. Ze durfden geen mensen meer onder ogen te komen. Na verloop van tijd werd deze angst permanent. De vrouwen hadden hun eigen ideeën gevormd over wat anderen waarschijnlijk van ze zouden denken, zelfs als het niet reëel was dat bepaalde mensen iets over de verkrachting wisten. Deze ideeën baseerden zij op denkbeelden die zij zelf hadden (gehad) met betrekking tot verkrachting. Ze gingen ervan uit dat anderen op basis hiervan over ze zouden oordelen.
Persoonlijke groei
Sommige vrouwen benadrukten juist dat de gevoelens die zij op termijn hadden als gevolg van hun verkrachting, niet allemaal negatief waren. Zij gaven aan dat ze zich tegenwoordig sterker voelden dan vroeger. Ze hadden het gevoel dat ze volwassener en bewuster van zichzelf en de wereld waren geworden. Dit was weliswaar onder dwang van de verkrachter in plaats van op hun eigen tempo, maar het uiteindelijke resultaat was voor hen positief.
Ja, ik wil toch nog even iets positiefs zeggen, want ik heb nu het idee dat ik mijn leven als alleen maar negatief zit af te schilderen, maar dat is allemaal geweest. Dat was toen. Nu gaat het echt weer allemaal erg goed. Ik denk dat ik door deze ervaring een stuk wijzer ben geworden en zeker sterker. Ik heb het voor elkaar gekregen om uit een dal omhoog te komen... ik denk dat ik nu heel veel aankan (Carla).
Latere reacties: gedachten
Deed ik iets fout?
Er zijn vrouwen die achteraf het idee hadden dat ze niet genoeg hun best hadden gedaan om de verkrachter van zich af te weren. Of ze dachten dat ze misschien toch aanleiding hadden gegeven of dat ze hun motieven van tevoren niet duidelijk genoeg hadden gemaakt. Vragen die de meeste vrouwen zich stelden, waren “wat heb ik fout gedaan?” en “was het mijn schuld?”. Gedachten hierover en gevoelens hierbij mengden zich natuurlijk. Verschillende vrouwen maakten duidelijk dat ze nooit echt hebben gedacht dat het hun schuld was. Toch bleek uit veel verhalen dat ze wel last hadden gehad van schuldgevoelens.
Achteraf ga je toch kijken: wat is er nou verkeerd gegaan. En dan zie je opeens wel alle mogelijkheden. En dan ga je toch wel denken, hoor: ik had dit kunnen doen of ik had dat kunnen doen of had ik maar niet... En dan weet je dat het niet jouw schuld was, maar toch. Misschien had het dan wel anders kunnen lopen (Marijke).
Ergens weet je wel dat je er niets aan kon doen, misschien, maar achteraf denk je dan: misschien heb je toch wel aanleiding gegeven op de één of andere manier. En daar blijf je dan maar over malen. Honderd keer herhalen hoe het nou precies is gelopen (Mira).
Hij dacht toch blijkbaar dat ik zijn vriendin was... Dus daar blijf je wel aan denken. Ik heb me heel lang afgevraagd hoe hij dat heeft kunnen denken. Misschien had ik hem niet goed genoeg duidelijk gemaakt dat hij voor mij gewoon een vriend was. Ik weet het eigenlijk nu nog niet (Brigitte).
Wat was zijn doel?
De meeste vrouwen vroegen zich op een gegeven moment ook af waarom zij verkracht waren. Ze vroegen zich af of de verkrachter per se hen wilde hebben, of dat hij met iedere vrouw genoegen zou hebben genomen en zij toevallig op het verkeerde moment in de buurt waren. Ze zochten dus naar de redenen van de verkrachter. Veel vrouwen gaven aan dat dit een onbevredigend proces was, want “je komt er nooit uit” (Saskia). Het ene moment waren ze er van overtuigd dat het speciaal om hen ging, het volgende moment dat hij gewoon een vrouw wilde hebben. Beide gedachten hebben hun nadelen. In het eerste geval bestaat de kans dat de man het nog een keer bij dezelfde vrouw zal proberen. Het ging tenslotte om haar. Dit is een beangstigende gedachte. Maar als het niet speciaal om hen ging, was het misschien mogelijk geweest om het te vermijden. Dan kan het zijn dat je inderdaad op het verkeerde moment daar was. Dan had je daar niet moeten zijn. Ook deze gedachte is niet bevredigend, want dan kun je je schuldig gaan voelen.
Wat vinden andere mensen?
Ook hielden veel vrouwen zich op een gegeven moment bezig met de vraag wat andere mensen ervan zouden vinden. Dit hing samen met de verklaringen die ze bedachten voor de verkrachting. Sommige vrouwen zeiden dat ze op een gegeven moment dachten dat het hun schuld was dat ze verkracht waren. Ze twijfelden aan hun eigen capaciteiten. Misschien waren ze wel heel dom. Ze waren in zijn verhaaltje getrapt, ze hadden aanleiding gegeven zonder dat ze dat doorhadden of ze hadden niet op tijd doorgehad dat de situatie gevaarlijk werd. Achteraf konden de meeste vrouwen zo vertellen wat ze op een bepaald moment hadden moeten doen. Misschien was het wel heel dom dat ze dat niet hadden gedaan. Anderen zouden dat dan ook wel vinden.
Andere vrouwen ervoeren dit andersom. Zij voelden zich aanvankelijk niet schuldig, tot ze gingen bedenken hoe het verhaal op andere mensen over zou komen. Daardoor gaven sommige van hen zichzelf uiteindelijk toch nog (gedeeltelijk) de schuld.
Het is niet dat ik denk dat het echt mijn schuld is, hoor, maar ik wil wel gewoon weten waar ik de fout in ben gegaan. Dus dan kijk je naar hoe een ander het zou zien. Dat helpt wel. Dan zie ik waar ik stom ben geweest, wat wel mijn fout was. En dan kan ik er iets aan doen (Petra).
Wat is normaal?
Veel vrouwen gaven aan dat ze aanvankelijk niet goed wisten wat ze moesten voelen. Ze zeiden dat ze aanvankelijk geen idee hadden wat een normale reactie was op seksueel misbruik, omdat ze daar zo weinig over hoorden. Waarschijnlijk ervoeren zij hierdoor de vele tegenstrijdige gevoelens, chaos en paniek. Sommige vrouwen losten dit op door boeken over seksueel misbruik en de verwerking daarvan te lezen. Achteraf zeiden ze dat ze zich daar goed in konden herkennen. De gevoelens die daarin waren beschreven, de ‘normale’ gevoelens na verkrachting, waren op hen van toepassing.
Ik merkte echt dat ik in die eerste verwerkingsfase zat. Ik had het idee dat er niks ergs aan de hand was. Maar in al die boeken werd wel duidelijk dat dat nog maar het begin is. Ik heb er wel een poosje over nagedacht, maar toen leek het me wel een goed idee om toch maar wel hulp te zoeken. Ik had eerst namelijk helemaal niet het idee dat dat nodig was (Lonneke).
Ik dacht toen helemaal niet dat ik hulp nodig had. Achteraf denk ik dat ik toen nog in de ontkennende fase zat. Ik wilde nog helemaal niet erkennen dat er iets ergs gebeurd was, waardoor ik niet meer normaal kon functioneren. Maar toen ik dat boek eenmaal had gelezen, had ik toch wel door dat ik niet goed bezig was (Brigitte).
Aanvankelijk vertelden veel vrouwen zichzelf dat er niets ergs gebeurd was. Het was een kleine gebeurtenis (het duurde tenslotte meestal maar een paar minuten), die weinig tot geen invloed op hun leven zou hebben. De vrouwen relativeerden de gebeurtenis met gedachten en uitspraken als “het leven gaat door” en “er zijn ergere dingen in de wereld”. Toch hebben al deze vrouwen om de één of andere reden op een gegeven moment professionele hulp gezocht. Sommige vrouwen hebben dit relatief ‘snel’ gedaan, anderen wachtten er jaren mee. Opvallend genoeg hebben zowel de snelle hulpzoekers als de lange wachters dezelfde argumenten om wel of juist geen hulp te zoeken. Ze werkten beiden uit een soort verzet tegen hun verkrachter. Hij mocht ze “er niet onder krijgen” (Marja). Ze wilden hun leven “niet laten verpesten door één zo’n vies mannetje” (Manon). Sommigen vonden dit een reden om wel hulp te zoeken, want “daarmee kom je er het eerste vanaf” (Manon). Anderen zagen professionele hulp juist als een bevestiging dat ze te zwak waren om hun eigen problemen op te lossen, dus wachtten ze er zo lang mogelijk mee.
Latere reacties: acties
In therapie
De vrouwen uit dit onderzoek hebben op een bepaald moment professionele hulp gezocht. Veel van hen gaven aan dat ze dat vooral onder druk van “de buitenwereld” hadden gedaan. Mensen in hun omgeving zeiden tegen ze dat ze hulp nodig hadden. Soms werd dit direct tegen ze gezegd, soms via een omweg, door bijvoorbeeld folders van hulpverlenende instanties te laten slingeren. Een aantal vrouwen wilde zelf graag professionele hulp.Toch hebben de meeste van deze vrouwen nog lang gewacht voordat ze de stap naar de hulpverlening ook daadwerkelijk zetten. Zij gaven aan dat ze niet wisten hoe ze het aan moesten pakken. Ze wilden niet dat “iedereen meteen wist dat je niet meer helemaal lekker bent” (Brigitte), maar wisten niet hoe ze het voor hun omgeving verborgen konden houden. Bovendien bleek het voor veel vrouwen moeilijk om de juiste instantie te vinden. Uiteindelijk is dit laatste bij iedereen van deze groep dus wel gelukt.
Het is echter niemand gelukt om het bezoek aan de psycholoog verborgen te houden. Enkele vrouwen zijn uiteindelijk toch nog op aanraden van vrienden of familie bij de hulpverlening terecht gekomen. Ze hebben net zo lang gewacht tot iemand ze onder druk zette om te gaan. Wel grepen ze dan meteen hun “kans”. Anderen hebben op een gegeven moment besloten om het toch in het geheim te proberen. Het werd hen al snel duidelijk dat dat niet ging. Als ze een- of tweemaal per week een afspraak hadden, merkten mensen dat. Collega’s vroegen zich af waar ze toch steeds, vaak onder of vlak na werktijd, naar toe gingen en partners wilden graag weten waar ze waren. Bovendien vonden veel vrouwen het moeilijk om niet te praten over de bezoeken aan de psycholoog. Als ze “vorderingen” maakten, wilden ze dat kunnen delen met vrienden of familie.
Veel vrouwen vertelden dat ze, voordat ze professionele hulp kregen, andere manieren hadden om te “overleven”. Hierboven bleek al dat veel vrouwen op een gegeven ogenblik kwaad werden op hun verkrachter of in sommige gevallen op zichzelf. De meeste vrouwen hadden aanvankelijk niets met die woede gedaan. Volgens veel van hen kwam dat doordat ze nooit hadden geleerd om met woede om te gaan. Ze hadden geleerd om het te onderdrukken. Ze wisten niet dat ze kwaad waren. Pas tijdens hun gesprekken met de psycholoog beseften ze dat ze eigenlijk woedend waren op hun verkrachter, op mannen en/ of op zichzelf.
Eigenlijk had ik door die psycholoog pas door hoe ontzettend kwaad ik was. Maar zij heeft het wel in goede banen kunnen leiden, gelukkig. Ik was namelijk steeds maar aan het vertellen over alles wat me dwars zat. Zij luisterde en luisterde en na een poosje zei ze: weet jij hoe boos je bent? Dus daar ben ik over na gaan denken. En ik was dus eigenlijk heel boos op alle mannen van de hele wereld. En op mezelf, omdat ik zo stom ben geweest. Daar kwam ik toen dus achter (Carla).
Verschillende vrouwen zeiden dat ze er door therapie achter kwamen dat ze woedend waren en hoe ze die woede kanaliseerden. Zo waren er vrouwen die zich na hun verkrachting terugtrokken. Ze wilden zo min mogelijk andere mensen zien, want ‘andere mensen’ hadden hen iets vreselijks aangedaan. Vooral als de verkrachter een bekende was, was het voor veel vrouwen moeilijk om mensen nog te vertrouwen. Zij waren kwaad op en bang voor de gehele mensheid, want hun vertrouwen was geschonden en hun gevoel van veiligheid was hen ontnomen. Ze wilden dus niets meer te maken hebben met mensen. Veel vrouwen vertelden dat ze zich heel eenzaam voelden in deze periode. Ze wilden aan de ene kant heel graag meer contact, maar konden zich er niet toe zetten om hun oude vrienden weer op te zoeken. Ze waren bang voor de reacties die ze zouden krijgen als ze na een paar maanden pas weer iets zouden laten horen, zonder dat ze daar een duidelijke reden voor konden (of wilden) geven.
Zelfverdediging
Een andere manier waarop vrouwen hun woede afreageerden, was door zich in te schrijven voor een cursus zelfverdediging. Dan konden ze één of tweemaal per week alle agressie “van zich af sporten” (Mira). Veel van hen stelden zich voor dat de mat die ze moesten schoppen, de man was die ze aangevallen had.
Ik ben dan aan het afweren en schoppen. En als we dan tegen zo’n mat moeten trappen, dan doe ik altijd of hij dat is. Dan kan ik hem ook eens goed raken. En hij kan me niet nog eens krijgen (Marijke).
Ik ben expres op zelfverdediging gegaan. Niet perse omdat ik zo bang ben dat het nog een keer gaat gebeuren, maar meer om me af te reageren (Mira).
Voor Mira was de cursus zelfverdediging geen middel om een volgende aanval te voorkomen. Zij zei dat ze niet echt bang was om nog een keer verkracht te worden. Het was meer bedoeld om woede af te reageren. Andere vrouwen waren echter wel bang voor alle mannen en voor de dingen die zij zouden kunnen gaan doen in de toekomst. Dat was voor hen de reden om zelfverdediging te leren. Het was dus eigenlijk een manier om hun angst aan banden te leggen.
De angst omzeilen
Sommige vrouwen gaven aan dat hun angsten buitengewone proporties aannamen. Zij durfden niet meer naar buiten, waren bang in het donker, durfden niet meer alleen thuis te zijn en/ of ontweken alle mannen die ze zagen zoveel mogelijk. Veel vrouwen gaven ook aan dat ze dit zoveel mogelijk voor andere mensen verborgen wilden houden. Op een gegeven moment werd hen dit echter te veel. Ze merkten dat ze ontzettend beperkt werden in hun bewegingsvrijheid. Deze vrouwen wilden daarvoor een uitweg vinden. Zij hebben professionele hulp gezocht.
Om maar niet te hoeven denken aan wat er gebeurd was, hebben veel vrouwen zich in de ‘overlevingsperiode’ volledig op andere dingen gestort. Ze overlaadden zichzelf met werk en sport. Naast zelfverdediging, wat vaak nog wel te maken had met de verkrachting, zijn veel vrouwen actief gaan zwemmen, hardlopen of squashen.
Ik was alleen nog maar aan het werken of aan het sporten, gewoon om maar niet na te denken. Ik heb best lang niks gedacht en niet gevoeld. Gewoon alles afgesloten (Marja).
Later wilden veel van hen juist wel bezig zijn met zichzelf. Ze zeiden dat ze hun gevoelens niet meer wilden negeren. Daarom zijn ze op zoek gegaan naar methoden om met hun “gevoelens in contact te komen” (Manon). Sommige vrouwen zijn begonnen met een yoga-cursus, anderen zochten het op een andere manier.
Ik ben op zoek gegaan naar de zin van mijn leven. Toen ben ik terechtgekomen in het spirituele. Daar doe ik nu veel mee. Het is echt heel leerzaam. En leren over jezelf is wel hoe het allemaal zin heeft, denk ik. Daar word je een beter mens van (Manon).
Anderen zijn extreem ‘gevaarlijk’ gaan leven. Alles wat ze vroeger verboden werd, deden ze nu . Ze zijn ’s avonds alleen uitgegaan, hebben met vreemde mannen gepraat in de kroeg of de discotheek en hebben veel drank en in sommige gevallen ook drugs gebruikt. Een reden die ze achteraf gaven voor dat gedrag was dat ze aan de ene kant het idee hadden dat er niets meer met ze kon gebeuren. Ze hadden niets meer te verliezen, want het ergste was al gebeurd. Aan de andere kant wilden ze hun angst onderdrukken met drank en/ of drugs of wilden ze juist ‘bewijzen’ dat ze niet banger waren geworden.
Na hun ‘overlevingsperiode’, die bij sommige vrouwen langer duurde dan bij andere, zijn deze vrouwen op zoek gegaan naar professionele hulp. Ze wilden hun ervaringen verwerken, maar hadden het idee dat ze dat niet alleen konden. Ook zijn vier van de twaalf geïnterviewde vrouwen verhuisd. Een vijfde heeft verhuisplannen. Deze vrouwen zijn allemaal in hun eigen huis verkracht en zij wilden, net als anderen, weg uit de omgeving waar ze verkracht waren. Zij noemden dit een essentieel onderdeel van hun verwerking.
De beste manier om een ervaring als deze te verwerken, was volgens de meeste vrouwen echter door erover te praten. Bijna alle vrouwen hebben het dan ook op een gegeven moment aan iemand verteld.
Latere reacties: lichamelijke en psychische reacties
Enkele vrouwen hebben last (gehad) van lichamelijke klachten die veroorzaakt werden door de verkrachting. Er waren vrouwen die me vertelden dat ze geslachtsziekten hadden opgelopen van hun verkrachter. Ook was er één vrouw zwanger geworden. Zij besloot, na lang nadenken, om een abortus te ondergaan. Ze wilde niet dat zij het kind verwijten zou maken omdat het voortgekomen was uit de verkrachting. Bovendien wilde ze haar familie niets vertellen over haar verkrachting. Als ze het kind wel had laten komen, had ze dit niet verborgen kunnen houden, of had ze erover moeten liegen.
Verder klaagden verschillende vrouwen over kwalen als voortdurende buikpijn, hoofdpijn of migraine, pijn bij het vrijen, slaapstoornissen en depressie. Vaak wilden ze hier eigenlijk niet over praten, soms zelfs niet met hun partner. Ze waren bang dat anderen zouden denken dat deze klachten veroorzaakt werden door spanning, dat het ‘tussen hun oren’ zat.
Ook waren er vrouwen die vertelden dat ze een hele poos last hadden gehad van flashbacks, het opnieuw meemaken van de verkrachting of aanranding. Ze zagen alles voor zich en voelden zich zoals ze zich toen ook voelden. Eén vrouw beschreef het als haar “meest heftige herinneringen ooit”. Toch vertelden ze ook hierover zo min mogelijk mensen. Ze beschouwden het aanvankelijk als “gek worden”. Pas op het moment dat ze erover lazen of hoorden, werd ze duidelijk dat het normaal was. Daarna hebben sommige vrouwen er wel over kunnen praten. Eén vrouw vertelde dat ze pas flashbacks kreeg vanaf het moment dat ze wekelijks naar een psycholoog ging. Deze vrouw had haar verteld dat het heel normaal was om alles op onverwachte momenten weer voor je te zien. Toen ze zei dat ze nog nooit een flashback gehad had, zei de psycholoog dat dat waarschijnlijk kwam doordat ze nog in de ontkennende fase zat. Ze had nog niet erkend dat er iets ergs met haar gebeurd was. Dit vond ze een vreemde opmerking, aangezien ze wel uit vrije wil bij de psycholoog zat. Twee weken na het eerste gesprek over dit onderwerp kreeg ze wel haar eerste flashback. Ze beschreef het als een angstige ervaring.
Ik zag het gewoon weer helemaal gebeuren. Het was... Ik was wéér zo bang. Ik voelde hem gewoon in me. Alsof alles nog een keer met me gebeurde. Ik dacht dat ik gek werd (Marijke).
Toch heeft Marijke toen ook niemand iets over haar eerste flashback verteld, zelfs haar psycholoog niet. Ze dacht dat ze gek werd en wilde dat niet laten blijken. Pas later realiseerde zij zich dat dit een flashback was geweest.
Uit het voorgaande blijkt dat deze vrouwen van alles probeerden te verbergen voor mensen uit hun omgeving. De meesten van hen hebben geprobeerd hun verkrachting verborgen te houden. Zij hebben zichzelf verborgen, hun angst geprobeerd te verstoppen, hun lichamelijke klachten genegeerd, hun bezoek aan de psycholoog zoveel mogelijk geheim gehouden en uiting van hun gevoelens onderdrukt. Toch hebben alle vrouwen uiteindelijk allemaal wel iemand verteld over hun verkrachting.
NB. Alle namen zijn gefingeerd, alle citaten zijn waarheidsgetrouw.