Stierspringen als stierenverering
Afbeeldingen waarin mensen over stieren heen springen zijn heel oud. Al zo'n 7000 jaar geleden schilderden de toenmalige bewoners van de streken rond Çatal Hüyük zulke taferelen. In de Minoïsche cultuur op Kreta vormden ze zelfs een centraal onderdeel van een religie waarin de stier sowieso centraal stond. Over de interpretatie ervan verschillen de geleerden uiteraard van mening maar dat het springen over een stier de macht van de mens, of de beschaving, over de natuur symboliseert, lijkt nogal vanzelfsprekend.
Stieren en hun verering
Dat stieren voor veel volkeren een onderwerp van bewondering en verering zijn, zal niemand verbazen die in oog in oog heeft gestaan met een briesende stier, al dan niet gescheiden door een hek. Of het nu om een bizon of een roodbonte Fries gaat, het is en blijft een dier dat ontzag afdwingt. Dat ontzag blijkt al aanwezig in allerlei archeologische vondsten waarvan sommige minstens 15.000 jaar oud zijn en voorkomen in zulke ver uiteenliggende en omvangrijke regio’s als Europa, Afrika en Azië. Tot de fraaiste vondsten mogen de grotschilderingen van Altamira in het huidige Noord-Spanje gerekend worden, die ook al zo’n 15.000 jaar geleden gemaakt.
In de lange periode die ons scheidt van deze prehistorische vondsten, zijn stieren een frequent thema gebleven in de kunstuitingen, de verhalen en de rituelen van veel volkeren. De Joden hebben tijdens hun barre zwerftocht door de woestijn even een gouden kalf aanbeden. In de Griekse mythologie zou de oppergod Zeus de gedaante van een stier hebben aangenomen en met het mooie Fenicische meisje Europa op zijn rug naar Kreta zijn gezwommen om, weer in zijn normale gedaante, met haar de latere Koning Minos te verwekken. In Mesopotamië werden de belangrijkste goden, Enlil en Enki, bezongen met de eretitel “Grote Stier”. In het oude Egypte werd de Apis aanbeden, een godheid in de gedaante van een stier met een zonneschijf tussen zijn hoorns. In India wordt nog steeds Nandi vereerd, de stier die als rijdier van de god Shiva fungeerde. Zelfs de stierengevechten in het moderne Zuid-Europa zijn vrijwel zeker terug te voeren op het duizenden jaren durende ontzag voor dit machtige dier. In het zuiden van Frankrijk, met name in Gascogne, worden nog frequent voorstellingen, course Landaise genoemd, gehouden waarin zeer getrainde mensen over koeien, zij het niet over stieren, heen springen. Dit alles zonder de koeien te doden.
Çatal Hüyük
De eerste harde bewijzen voor een heuse stierencultus zijn zo’n 7000 jaar oud en werden gevonden in de buurt van Çatal Hüyük in Anatolië, in Klein-Azië. In heiligdommen die - veelzeggend - doen denken aan gestileerde grotten zijn niet alleen beelden van stieren en stierenkoppen gevonden, maar ook schilderingen waarin mensen allerlei handelingen met stieren verrichten. Het meest tot de verbeelding sprekend zijn de taferelen waarin mensen over stieren heen springen.
Omdat Çatal Hüyük gezien wordt als een knooppunt van de handel in die tijd, is het niet onredelijk te veronderstellen dat elementen van deze stierencultus hun weg vonden naar andere culturen. Het blijft uiteraard gissen, maar de eerder genoemde culturen kunnen een deel van hun inspiratie aan Çatal Hüyük ontleend hebben. Het meest duidelijk is de link met de rijke Minoïsche cultuur op Kreta waarin de stier sowieso een zeer centrale rol speelt en waar afbeeldingen van mensen, mannen en vrouwen, die over stieren springen eveneens veelvuldig voorkomen. De Kretenzers van toen zouden zelfs directe nazaten kunnen zijn van de bewoners van de streek rondom Çatal Hüyük, maar ook uiteraard kunnen ook de veelvuldige handelscontacten dit verband verklaren.
De oude Kretenzers sprongen volgens de afbeeldingen op verschillende manieren over de stieren heen. Soms sprong men zijwaarts over de stier, soms ook liet men de stier op zich afkomen, greep vervolgens de hoorns om daarna met een soort salto terecht te komen op het achterste van de stier om met een tweede afsprong weer netjes op de grond te landen.
Sommigen, zoals de vermaarde antropoloog J. Alexander MacGillivray, ontkennen dat zulke stiersprongen mogelijk zijn. Ze zien in de afbeeldingen eerder allegorieën van bewegingen aan de nachtelijke hemel vermengt met thema’s uit hun mythologie. Het sterrenbeeld Orion zou volgens hem in die afbeeldingen geconfronteerd worden met het sterrenbeeld Stier en de springer zou Theseus zijn die al springend Andromeda komt redden. Maar, zoals Jeremy McInnerny fijntjes opmerkt, stiersprongen zijn bepaald geen zeldzaamheid in Frankrijk. De courses Landaise zijn het nog levend bewijs. Onmogelijk zijn ze niet en de levendigheid van de Minoïsche taferelen suggereren ook dat het allemaal echt gebeurde.
Over de betekenis van dit ritueel in de Minoïsche cultuur verschillen uiteraard de meningen. Sommigen menen dat jongelingen uit de hogere kringen hiermee hun vaardigheden lieten zien. Anderen stellen dat er een speciale klasse van stierspringers bestond die ook de verzorging van koeien en stieren onder hun hoede hadden. In meer algemene zin wordt het stierspringen - tamelijk voor de hand liggend - gezien als een symbool van de overwinning van beschaving op de meer dierlijke eigenschappen van de mens. De stier te zien als ene symbool van brute kracht, en uiteraard van vruchtbaarheid, ligt uiteraard zeer voor de hand.
Slotwoord
Het ontzag voor de stier is in veel culturen zeer sterk geritualiseerd en wel in een vorm waaruit de boodschap gehaald kan worden dat de beschaving de baas is over de wilde natuur. De mens behoort tot beide en dus is de strijd tegelijk een zelfoverwinning. Dat de rituelen periodiek herhaald werden zou dan laten zien dat deze overmacht telkens weer bevestigd moest worden. Het idee dat beschaving soms flinterdun kan zijn heeft dus al een lange historie. Het primitieve ontzag voor de wilde stier kreeg in veel van de oude, en zeer geavanceerde beschavingen, dus de extra dimensie van een strijd tegen de wilde kanten van de mens. Dat het springen over stieren als een beeld werd gekozen voor deze strijd, laat zien dat deze confrontatie nog zeer reëel was. Er is en er was behoorlijk wat moed nodig om voor een briesende stier te gaan staan.