Haj, de bedevaart naar Mekka
Jaarlijks komen vanuit de hele wereld moslims bij elkaar in Mekka voor de Haj. Voor moslims is deze bedevaart het hoogtepunt in hun religieuze leven, iets waar ze vaak jaren voor sparen en naar uitkijken.
Pijler van de Islam
De Haj is de vijfde pijler van de Islam, een plicht voor elke moslim, man of vrouw, die daartoe in staat is op zowel financiëel, fysiek als geestelijk vlak. Als aan deze voorwaarde voldaan wordt moet een moslim de bedevaart minimaal in keer zijn/haar leven maken.
De negende dag van de twaalfde maand van de moslimkalender, de 'Dzul-Hidjahj, vormt het hoogtepunt van de bedevaart. Op die dag staan de pelgrims in de vlakte van Arafat aan de voet van de berg van Genade. De profeet Mohammed (vzmh) heeft gezegd: 'De Haj is Arafat', dus wie dat moment mist moet een jaar wachten om weer de gelegenheid te krijgen de Hajj te volbrengen.
Voorwaarden
De voorwaarden waar een moslim aan moet voldoen om de Haj uit te voeren zijn:
- men moet moslim zijn
- men moet de puberteit bereikt hebben
- geestelijk gezond zijn
- een vrij man/vrouw zijn, geen slaaf (niet meer van toepassing vandaag de dag)
- fysiek en financiëel in staat zijn om de reis te volbrengen, dit betekent ook dat men in staat moet zijn om eventueel in het onderhoud te voorzien van afhankelijke personen die achterblijven en dat men schuldenvrij moet zijn
De Haj van vrouwen
De Haj is ook een plicht voor vrouwen, echter een vrouw wordt niet verondersteld alleen op bedevaart te gaan, maar in gezelschap van een 'Dhu-Mahram' (een man waarmee ze niet kan trouwen, dwz broer, vader, zoon, grootvader of oom) of haar eigen echtgenoot. Ook kan een groep vrouwen samen op bedevaart gaan in gezelschap van één Dhu-Mahram.
Dat de Haj ook voor vrouwen dermate belangrijk is blijkt o.a. uit de volgende hadith (vastgelegde en goedgekeurde overlevering uit het leven van de profeet Mohammed (vzmh)): Ibn Abbas vertelde dat de profeet zei: "Een vrouw moet niet reizen zonder Dhu-Mahram en geen man mag haar bezoeken behalve in gezelschap van diezelfde Dhu-Mahram. Een man in het gezelschap stond op en zei:"Oh profeet van Allah, ik ben van plan met een leger te vertrekken en mijn vrouw wil de Haj uitvoeren". De profeet antwoordde hem: Ga met haar mee op bedevaart."
De uitvoering van de Haj
De Haj begint met 'Ihram', een gewijde toestand, door zich op een vastgestelde plaats, de 'Miqat', voor te bereiden op de bedevaart. De fysieke voorbereiding bestaat uit een bad en witte kleding. Voor mannen bestaat die uit twee ongezoomde doeken, waarbij het hoofd onbedekt blijft en voor vrouwen uit schone kleding waarbij het gezicht onbedekt blijft. Daarbij formuleert men de intentie om de bedevaart uit te voeren en bidt men een gebed.
Wanneer Mekka wordt bereikt worden er zeven rondgangen rond de Ka'ba gemaakt, de bekende zwarte steen, waarbij men 'Allahu Akbar' zegt (God is de grootste) en daar eventueel zelf dingen aan toevoegt. Vervolgens gaat men naar de Maqam Ibrahim, de plek waar de profeet Ibrahim/Abraham de mensen tot de bedevaart opriep, hier wordt een gebed gebeden.
De volgende stap is het zeven maal heen en weer lopen tussen de heuvels Safa en Marwah, beginnend bij de heuvel Safa en uiteindelijk eindigend bij de heuvel Marwah. Dit symboliseert het zoeken van Hajjar, de tweede vrouw van Ibrahim, naar water. Zij liep zeven keer heen en weer tussen beide heuvels en beklom ze om uit te kijken naar karavaan. Uiteindelijk vond ze de bron Zamzam, een zoetwaterbron, waar de pelgrims ook nu uit drinken.
Vervolgens verblijven de pelgrims in Mekka tot de achtste dag van de maand van de Hajj (Dzul-Hidjah) aanbreekt. Op deze dag vertrekt men naar Mina. Van oudsher is dit de dag van 'at-Tarwiyah', de waterbevoorrading, vroeger sloegen pelgrims op deze dag water in om de komende dagen in de woestijn door te brengen. De volgende dag vertrekken de pelgrims naar Arafat.
Hiermee breekt de belangrijkste dag van de Haj aan. Alle bedevaartgangers verzamelen zich in de vlakte van Arafat en het verblijf hier wordt 'wuquf' genoemd (ook wel 'staan'). Ondanks de naam 'wuquf', waardoor het lijkt alsof de pelgrims deze dag slechts staande doorbrengen, geeft elke moslim zelf inhoud aan deze dag, door smeekbeden, het lezen van de Koran of het luisteren naar verhandelingen. Iemand leest een verhandeling over de Haj en ook over moderne zaken die moslims aangaan. Daarna verrichten alle moslims samen het middag-en namiddaggebed. Deze dag duurt tot de dageraad van de volgende dag, de tiende dag van de maand van de Haj.
Na zonsopgang verspreidden de moslims zich van Arafat naar Muzdalifah, hier worden het gebed van zonsondergang en het avondgebed gebeden en verzamelt men steentjes om daarmee naar de duivels te gooien die gesymboliseerd worden door stenen paaltjes. Deze paaltjes waren nog niet aanwezig ten tijde van de profeet, maar zijn neergezet om de plek van de steniging duidelijk te maken en te voorkomen dat pelgrims elkaar per ongeluk met stenen bekogelen. Dit is de plek waar Ibrahim door de duivel op de proef werd gesteld. Op Muzdalifah brengen de bedevaartgangers de nacht door.
Hierna brengt men een bezoek aan 'Mashar al-Haram', het heilige bidvertrek. Vervolgens gaat men terug naar Mina, waar men zeven steentjes gooit naar de grootste duivel, al-Aqabah. Daarna kan men een offer brengen, naar het voorbeeld van de profeet. Hierna laten mannen hun hoofd scheren en vrouwen een aantal haarlokken knippen. Op deze dag, de tiende dag van de maand van de Haj, wordt in de gehele moslimwereld het Offerfeest gevierd. Het offer betreft het offer dat Ibrahim wilde brengen door zijn zoon te offeren.
Dan keer men terug naar de Ka'ba in Mekka en verricht een aantal rondgangen, hiermee wordt de staat van Ihram, de gewijde toestand, opgeheven. Men gaat nu terug naar Mina waar men de nacht doorbrengt en de volgende dag worden de drie duivels gestenigd, elk zeven maal. De volgende dag worden opnieuw de drie duivels gestenigd. Hierna kan men terugkeren naar Mekka of nog een dag in Mina doorbrengen en daarna naar Mekka gaan. Daar worden de afscheidsrondgangen verricht wanneer men Mekka wil verlaten, de 'Tawaf al-Wida'. Dit is het einde van Haj.
Verplichtingen gedurende 'Ihram'
De volgende zaken zijn verplicht wanneer men in de gewijde staat verkeert:
- men moet alles wat Allah verplicht heeft gemaakt, zoals gebeden, naar behoren uitvoeren
- dingen die Allah verboden heeft, zoals ruzies, zondes en sexuele verhoudingen vermijden
- proberen geen enkele persoon in woord of daad te kwetsen
- van die dingen afzien die verboden zijn tijdens 'Ihram': het knippen van nagels of uittrekken van haren, geen parfum dragen, jagen of helpen met jagen, geen bomen hakken of zelfs maar een groen blaadje afplukken, trouw niet in deze periode, help niemand om te trouwen en zie af van sexuele verhoudingen tijdens de toestand van Ihram.
Andere vereisten zijn het serieus berouw tonen voor beleden zonden. Ook is het van belang om de Haj alleen uit te voeren ter genoegen van Allah. Van een pelgrim wordt ook verwacht dat hij/zij leert welke dingen gedaan moeten worden gedurende de Haj en bij twijfel hulp te zoeken bij mensen die meer kennis van zaken hebben.
Moslimwereld
Voor moslims is de Haj een hoogtepunt in hun leven. Voor veel moslims is dit de enige keer in hun leven dat ze zo'n lange reis aanvaarden en ze worden hier in contact gebracht met moslims uit de hele wereld, uit Afrika, het Midden-Oosten, Azië en de rest van de wereld. De Haj brengt miljoenen mensen uit totaal verschillende delen van de wereld jaarlijks bijeen en dat gebeurde ook al in tijden dat het heel wat minder vanzelfsprekend was dan nu. Op deze plek vergeet men geschillen, shi'a of sunni moslim, Sengalees, Pakistani of Saoudie-Arabiër, op deze plek is elke moslim exact gelijk aan de andere, dit wordt nog eens extra benadrukt door de eenvoudige witte kleding.