Pastorale theologie: ziekenzalving bij sterven en rouw
De zorg voor lijdende medemensen behoort tot de oudste opdrachten die de christelijke kerkgeschiedenis kent. In de geesteswetenschappen valt het onder pastorale theologie. Ook Jezus spreekt op veel plaatsen in het Nieuwe Testament van de Bijbel over zorg voor de armen. Het begrip 'arm' heeft een betekenis die wij misschien niet meer zo goed kennen. Het omvat elke situatie waarin sprake is van lijden. Het gaat hierin om lichamelijk en psychisch lijden. In de tijd van de Bijbel was de medische wetenschap nog niet zover ontwikkeld. Maar het zalven of balsemen is nog steeds een aspect in de zorg aan mensen met fysieke of mentale klachten. Het verzorgen van het lichaam kan heilzaam zijn voor de geestelijke of psychische gezondheid. Ziekenzalving kan dan vertroosting bieden in de moeilijke tijd waarin de zieke of stervende persoon zich eenzaam kan voelen.
Vormen van zorg
De zorg in de vroege kerk kende drie vormen:
- praktische vorm: het verzorgen om het lijden te verzachten
- rituele vorm: ziekenzalving, kerkdienst en begraven
- vertroosting: verwoorden van het verlangen en de belofte van een nieuw leven
Ziekenzalving bij troost en rouw
De praktische vorm van het verzorgen is voor een groot deel overgenomen door andere beroepen zoals verpleegkundigen.
Van de rituele vormen van zorg zijn de ziekenzalving en de uitvaart het meest bekend binnen het pastoraat. De ziekenzalving wordt het meest gevraagd door ouderen die het ritueel kennen. Jongeren die het ritueel meemaken bij stervende (groot)ouders merken soms tot hun eigen verbazing hoe indrukwekkend (en troostend) dit ritueel kan zijn. Het kerkelijk uitvaart ritueel wordt in de meeste gevallen bewust gekozen.In het alledaagse leven waarin de mens autonoom is heeft God een beperkte plaats of is weinig relevant. Bij de confrontatie met de dood, daar waar de zelfverwerkelijking van de mens ophoudt, komt God dikwijls weer in beeld.
Troost
Het verlangen dat het leven op een of andere manier na de dood verder gaat, wordt door veel mensen afgewezen. Toch is deze groep er ook wel van overtuigd dat hun dierbare overledenen wel ergens zijn. Het verlangen naar een leven na de dood geeft niet altijd de troost die men ervan verwacht. Ook wordt dit verlangen niet altijd met het geloof verbonden.
Rol van de pastor
Als de traditionele betekenis van de pastorale aanwezigheid is aangetast wat is dan nog de rol van de pastor? De troost zelf staat hierin niet ter discussie, immers ieder mens heeft de behoefte om getroost te worden. Wat is de eigenheid van de pastor? In de rituele vormen is dat duidelijk maar hoe krijgt dit betekenis in de begeleiding van stervenden en rouwenden?
Competentie van troosten
Sterven en rouwenden hebben met elkaar gemeen dat zij van mening zijn dat er iets essentieels in het leven verloren gaat.
Rouwen is enerzijds jezelf confronteren met de realiteit en proberen die in het leven toe te laten. Emoties die veel voorkomen zijn o.a.: bangheid, verdriet, teleurstelling, boosheid. Het is een proces dat niet verward mag worden met vergeten. Verlies van een dierbare blijft een deel van je leven. Troost kan die situatie niet veranderen en nauwelijks verlichten. De stervenden en rouwenden ervaren de troost enerzijds als goede bedoelingen maar anderzijds ervaren zij het ook dat men het sterven of rouw moet minimaliseren. In die zin werkt troost niet. Troost moet de realiteit van het rouwen of sterven niet kleiner maken, ‘lenigen’ of verzachten’.
Wat is troost of rouw
Mensen die sterven of rouwen ervaren dat de wereld aan hen voorbij gaat. Bij rampen staat men stil maar zij worden vergeten. Voor een rouwende is het de taak om het leven weer op te pakken zodat men zich weer kan terugvinden in dat gewone. Voor een terminale patiënt is dat de situatie waarin hij of zij zich kan verzoenen met de eigen dood. De zoektocht of gevecht met de realiteit is niet gemakkelijk. Het is een persoonlijk gevecht en ongevraagd advies wordt vaak niet op prijs gesteld.
De inhoud van troost
Niet elke nabestaande wil zijn of haar proces met een ander delen. Als men een ander toelaat dan is dat vanuit het verlangen om begrepen te worden. De behoefte om begrepen te worden en de intentie om te willen begrijpen is misschien wel de belangrijkste interactie tussen degene die lijdt en degene die wil troosten. Soms wordt deze interactie te gemakkelijk afgedaan asl ´je hoeft er alleen maar te zijn´. Echter, in het begrijpen van een mens schieten we altijd tekort. Je begrijpt het pas goed als je het zelf hebt meegemaakt. Deze beperking heeft ook voordelen. Het geeft de trooster de mogelijkheid om voldoende afstand te houden. Ondanks dat de mogelijkheden beperkt zijn is de handeling niet zinloos. Hierbij kunnen we drie dingen opmerken:
Eenzaamheid opheffen
Een mooi voorbeeld hierin is het afleggen van een weg. Der afstand kan niet ingekort worden, de persoon wordt niet meer of minder vermoeid maar samen lijkt de weg korter. Vooral in situaties van verdriet is er de behoefte aan een ‘ trouwe reisgenoot’.
Verhaal vertellen
Het tweede effect van een begripvolle en trouwe reisgenoot is dat rouwenden hun verhaal gaan vertellen. Tijdens het vertellen van dit verhaal communiceert en reflecteert de rouwende met zichzelf. Hij of zij ordent het eigen verhaal waardoor een analyse en evaluatie plaatsvindt. Tijdens het verhaal kan de pastor aanknopingspunten vinden die de rouwende verder stimuleren. Pastor en rouwende gaan als het ware samen op weg om (opnieuw) te zoeken naar de verloren betekenis van God.
Begrip
Het derde effect van de relatie met de reisgenoot is het gevoel begrepen te worden en dat daardoor het toelaten van emotie mogelijk is. Als het uiten van emotie mogelijk is en het verdriet als het ware door je heen stroomt kan het de pijn uitdoven. Wanneer iemand zich begrepen en vertrouwt voelt door een ander zal hij of zij deze stroom eerder toelaten.
Pastorale theologie
Ziekenzalving en rouwpastoraat wordt beschreven in de literatuur van de pastorale psychologie. Pastoraal theoloog Arthur Polspoel heeft op dit vakgebied veel werk gedaan. Hij is pionier op het gebied van de pastorale theologie en was mede-oprichter van de opleiding 'Verlies, rouw en stervensbegeleiding' aan de Academie van geesteswetenschappen in Utrecht.