Adventstijd: een eeuwenoude traditie voorafgaande aan Kerst
In het christendom wordt de periode voorafgaande aan Kerst de adventsperiode of de adventstijd genoemd. De Latijnse naam ‘adventus’ betekent in het Nederlands ‘komst’, en in het christendom wordt tijdens de adventsperiode de komst van de Heere Jezus herdacht en zo toegeleefd naar het kerstfeest, waarbij er stil wordt gestaan bij de geboorte van de Heere Jezus. Niet alleen de herdenking van de geboorte van Jezus staat centraal, maar ook de hoop en verwachting van Zijn terugkeer naar de aarde. Toch is deze adventstijd geen Bijbelse instelling, maar meer een eeuwenoude traditie waarin hoop en verwachting centraal staan.
Inhoud
De geschiedenis van de adventstijd
Vanuit de Bijbel is er niet echt iets te vinden over de periode voorafgaande aan Kerst, zoals we die nu kennen als de adventstijd. Wel kun je lezen over de gebeurtenissen die plaatsvonden voor de geboorte van de Heere Jezus, maar verder wordt er niet exact iets geschreven over een bepaalde periode van bezinning voor Kerst. Wel kunnen we iets vinden in de Bijbel over vasten of een vastentijd. In het Bijbelboek Zacharia 8:19 staat:
‘Zo zegt de Heere van de legermachten: het vasten in de vierde, het vasten in de vijfde, het vasten in de zevende en het vasten in de tiende maand, zal voor het huis van Juda worden tot vreugde, tot blijdschap en tot vreugdevolle feestdagen. Heb dan de waarheid en vrede lief!’ Hier wordt gesproken over vier momenten van vasten. Veel mensen hebben deze tekst geïnterpreteerd als het vasten voor de feestdagen en hebben het gelinkt aan Pasen, Pinksteren en Kerst. Toch staat het er niet duidelijk vermeld. Pas later, in de zesde eeuw, schrijft een bisschop uit Frankrijk genaamd Gregorius van Tours in een van zijn boeken over advent. Hij schreef dat St. Perpetuus, een bisschop uit Milaan, drie weken voor Kerst een vastentijd had ingesteld. Of dit drie weken lang was, of een paar dagen per week en dan drie weken lang dat is niet bekend. Ook is het niet bekend of Perpetuus vasthield aan een oude traditie of dat hij dit zelf in stand heeft gebracht. En ook Filastrius van Brescia, een bisschop uit de vierde eeuw schrijft in een van zijn boeken over de vastentijd voor Kerst aan de hand van de Bijbeltekst in Zacharia.
Vierde eeuw (301-400 na Christus)
Omdat er dus niet exact wordt gesproken over de advent of
adventus (Latijnse naam) is het eigenlijk moeilijk vast te stellen wanneer de adventstijd precies ontstaan is. Aan de hand van de geschriften die gevonden zijn van onder andere Gregorius van Tours en Filastrius van Brecha wordt er gesuggereerd dat advent zo rond de vierde eeuw na Christus is ontstaan. In deze eeuw werd ook het christendom in het Romeinse Rijk toegestaan door keizer Constantijn de Grote en veel kerken spraken hun verwondering uit over het feit dat God mens was geworden. Veel kerken vonden dit een geheimzinnig mysterie, die voor het menselijke verstand niet te bevatten is. De Zoon van God, die als gewoon mens geboren werd en via deze weg naar de aarde kwam. Dit thema kwam waarschijnlijk ter sprake in de periode voorafgaande aan Kerst en zo ontstonden er bepaalde gebruiken in de kerk.
De vastentijd
Al snel gingen de gebruiken en gewoonten die door de mensen zelf zijn bedacht de wereld door. In Frankrijk, destijds nog Gallië, kwamen deze gebruiken nog verder tot stand. In de vijfde eeuw na Christus maakte de mensen van de adventstijd een vastenperiode die 6 weken duurde. Deze periode begon op 11 november, de verjaardag van Maarten van Tours, ook wel bekend als Sint Maarten. Hij was een bisschop van Frankrijk die leefde tussen 316 en 397 na Christus en wordt gezien als een van de grondleggers van het katholiek christendom. Deze vastentijd heeft ook overeenkomsten met de vastentijd voor Pasen, deze periode begint namelijk met carnaval, ook een vastentijd die een aantal weken duurt en uiteindelijk eindigt in een christelijk feest. In de vastentijd van advent werd er van alle gelovigen verwacht dat ze veel goede werken moesten doen en eenvoudig en karig gingen leven. Dus niet overmatig veel uitgeven en zeker niet meer dan absoluut noodzakelijk was. Ook moesten ze veel naar de kerk gaan. Tijdens deze kerkdiensten werd er dan veel aandacht besteed aan de belangrijke gebeurtenissen die in de Bijbel beschreven zijn en plaats hebben gevonden voordat de Heere Jezus geboren werd. Deze gebeurtenissen staan opgeschreven in Lukas 1, ook wel bekend als Het Evangelie van Lukas:
- De boodschap aan Zacharias; aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper
- De boodschap aan Maria; aankondiging van de geboorte van Jezus
- Het bezoek van Maria aan Elizabeth
- De lofzang van Maria
- De geboorte van Johannes de Doper
- De lofzang van Zacharias
Nog steeds worden deze historische gebeurtenissen veel verteld tijdens de kerkdiensten en met name in de adventstijd staan ze centraal, waarin de komst en de geboorte van de Heere Jezus herdacht worden.
Invloed uit Rome
De traditie uit de vijfde eeuw wat betreft advent kwam in de zesde eeuw bij de kerk in Rome terecht. Ook hier begonnen ze aan een vastenperiode van 6 weken, maar paus Gregorius de Grote die leefde van 590 tot 604 na Christus heeft de duur van deze vastentijd verkort naar 4 zondagen. Gregorius de Grote wilde tijdens de adventsperiode naast de menswording van God, ook aandacht geven aan de wederkomst van Christus. In deze eeuw werden ook andere Roomse gebruiken op kerkelijk gebied overgenomen, en dat gebeurde ook met de adventstijd. Vanaf deze tijd werd het normaal dat de adventstijd 4 weken duurde, of ook wel 4 zondagen.
De protestantse reformatie
Vele eeuwen later, in de 16e eeuw, werd de protestantse reformatie in werking gezet door onder andere Maarten Luther. Het begint bij het moment dat Maarten Luther in 1517 de leer van Rooms Katholieke kerk verwerpt en zijn 95 stellingen publiceert. Dit moment wordt gezien als het begin van het protestantisme, ook wel het begin van de Reformatie, een stroming binnen het christendom. De kerken die horen bij de Reformatie wilden in het begin niets weten van advent en het kerstfeest. Op een vergadering in 1574, waar de hoogste kerkleiders samen waren werd er nog afkeurend gesproken over advent en kerstfeest die als Roomse feesten werden gezien. In 1578 werd het ‘vieren’ van het kerstfeest wel geaccepteerd, maar de adventstijd pas eeuwen later. Vanaf de 19e eeuw kwam de adventstijd langzaam aan terug binnen de reformatorische kerken. Tegenwoordig is er in bijna alle kerken sprake van een adventstijd, waarmee de 4 weken voorafgaande aan Kerst mee bedoeld worden. Er is geen sprake meer van een vastentijd, maar deze periode staat in het teken van de voorbereiding voor het kerstfeest, waarin de geboorte van de Heere Jezus herdacht wordt en waarin hoopvol wordt uitgezien naar Zijn wederkomst op aarde.
Het kerkelijk jaar
Het kerkelijk jaar, ook wel liturgisch jaar genoemd, begint in de kerken met advent. Het loopt dus niet hetzelfde als het kalenderjaar, dat op 1 januari begint en eindigt op 31 december. Het kerkelijk jaar en dus ook de adventstijd begint altijd op de zondag die het dichtst in de buurt komt van 30 november. Dit is de feestdag van de Heilige Andreas, hij was een van de twaalf discipelen van de Heere Jezus. Het begin van de adventstijd kan daarom nooit met een datum aangegeven worden, maar hangt dus af van de dichtstbijzijnde zondag van 30 november. Het begin van de adventstijd valt altijd tussen 27 november en 3 december en eindigt op 24 december, ook wel kerstavond genoemd.
De adventszondagen
Er zijn vier zondagen in de adventsperiode. De meeste kerken gebruiken tijdens deze vier zondagen ook verschillende kleuren om aan te geven in welke periode ze zitten van het kerkelijk jaar. De vier zondagen hebben ook een speciale naam:
- Eerste zondag: Levavi
- Tweede zondag: Populus Sion
- Derde zondag: Gaudete
- Vierde zondag: Rorate
De adventskleuren
De kleuren die tijdens de adventstijd in de kerken gebruikt worden zijn roze, paars, goud en groen en elke kleur heeft zijn eigen betekenis:
- Paars is de kerkelijke kleur die staat voor boete en soberheid. Deze kleur wordt de hele adventstijd gebruikt, behalve op de derde zondag (gaudete).
- Roze staat voor blijdschap voor het komende kerstfeest en waar naar toe wordt geleefd tijdens de adventstijd. Het wordt gedragen en gebruikt op de derde zondag (gaudete) in de adventstijd. Het licht en de blijdschap (roze kleur) van het komende kerstfeest breekt door de schuld heen (paarse kleur).
- Groen is de kleur waarin hoop en verwachting centraal staan.
- Goud oftewel de honingkleur doet denken aan de kleur van de zon, het goud van de zon en hiermee wordt er een verwijzing gemaakt naar het Licht van de Eeuwige, maar ook het samenzijn en de verbondenheid met elkaar wordt met deze kleur duidelijk gemaakt.
De gebruiken en symbolen van advent
Er zijn door de eeuwen heen, verschillende gebruiken en symbolen ontstaan die gebruikt worden in de adventstijd. Elk gebruik en symbool heeft een eigen betekenis.
De adventskrans
De adventskrans is een ronde krans vol met groene takken, meestal dennengroen, waarin vier kaarsen gezet zijn. Op de eerste zondag wordt de eerste kaars aangestoken, en elke week wordt er een kaars extra aangestoken. Het idee van een kerstkrans is ontstaan in de 19e eeuw en bedacht door een Duitse Theoloog Johann Hinrich Wichern. Hij zorgde voor arme kinderen en deze kinderen wilden graag weten wanneer het Kerst was. Als soort van kalender bedacht hij iets leuks. Hij maakte van een oud houten wagenwiel een soort krans waarop hij 23 kaarsen plaatste, 19 rode en 4 witte kaarsen. Elke dag werd er dan een kaars aangestoken en zo wisten de kinderen over hoeveel nachtjes slapen het Kerst was. Veel later, in 1860, bedekte hij het houten wiel met groene dennentakken. Vanwege de vier adventszondagen wordt er gebruikgemaakt van vier kaarsen. De krans staat voor de oneindigheid van God. De ronde cirkel heeft geen begin en einde, net zoals God dit ook niet heeft.
Kerstster /
Bron: Bykst, Pixabay De adventster
Deze ster wordt ook wel de kerstster genoemd. In de adventstijd hebben veel mensen deze ster voor het raam hangen. Het doet denken aan de ster die de wijzen volgden om bij het kindje Jezus te komen. De ster staat symbool voor Christus, die als het Licht in de donkere wereld gekomen is en ons ook de Weg wil wijzen.
Adventshuisje
Een speelse manier voor kinderen om met advent en Kerst bezig te zijn is een adventshuisje of een adventskalender. Het huisje heeft vier raampjes die dicht zijn. Op elke zondag in de adventstijd gaat er een raampje open. Op 24 december, de avond voor Kerst, mag het deur van het huisje geopend worden en dan verschijnt het kerstkindje.