Tanchelijn, ketter der Lage Landen
Tanchelijn, of Tanchelm was een ketter die in de 12de eeuw fel van leer trok tegen de Rooms Katholieke Kerk. Hij opereerde in de Nederlanden, Brugge, Leuven en Antwerpen, waar hij tenslotte ook het leven liet. Hoewel hij wat in de vergeethoek is geraakt, hebben prominente geschiedkundigen door de eeuwen heen een hele kluif aan deze mysterieuze persoon gehad. Vandaag de dag heeft de naam een eerder romantische connotatie met de middeleeuwen, maar Tanchelijn was, zo zal blijken, een mens van vlees en bloed.
Antiklerikaal klimaat
Zeggen dat Tanchelijn in zijn tijd een roepende in de woestijn was, doet de waarheid geweld aan. Begin twaalfde eeuw wemelde het in Europa van ketterse leiders. Een en ander had te maken met de hervormingspolitiek van paus Gregorius VII, die onder andere het celibaat invoerde en de gebreken van de clerus aan de kaak stelde. Roeping moest het afleggen tegen seks, geld en macht. De lagere clerus echter was hardleers en oogstte kritiek van verontwaardigde predikers die vonden dat er inderdaad een halt moest toegeroepen worden aan de willekeur en het machtsmisbruik van de kerk. Gregorius VII werd omwille van zijn beleid uit Rome verjaagd door Hendrik IV, koning, later keizer van Duitsland. Zijn beroemdste citaat: “Ik hield van rechtvaardigheid en haatte ongerechtigheid, daarom sterf ik nu in ballingschap”, spreekt boekdelen.
Charismatisch figuur
Ondanks het feit dat men niets weet van zijn geboorteplaats en jeugd, heeft men een vrij duidelijk beeld van zijn handelen. Dat is vooral te danken aan de ijver van de kanunniken van het Utrechtse kapittel, dat behoorde tot het aartsbisdom van Keulen. Deze stelden een vlammend pamflet op tegen de wandaden van Tanchelijn, die op dat ogenblik omwille van zijn optreden werd vastgehouden door de aartsbisschop van Keulen, Frederik I. In het document stond dat hij de kerk verachtte en dat hij predikte dat de ware kerk bij hem en zijn volgelingen was. Hij sprak vooral voor vrouwen, die op hun beurt hun mannen vergiftigden met zijn ketterij. Zij luisterden naar hem als was hij een afgezant van God. De kerken waren bordelen, de sacramenten bezoedeling en de kerkelijke tienden (kerkelijke belasting) des duivels.
Misleiding
Het volk kwam zozeer in zijn ban, dat het hem vereerde als een godheid. Het water waarin hij had gebaad ging rond onder zijn volgelingen alsof het wijwater was. Helemaal bont maakte hij het door zich te verloven met de maagd Maria, waarna hij het volk om geschenken vroeg. De ceremonie voltrok zich op symbolische wijze, waarbij hij de hand van een beeld van Maria vast nam en de formules van de verloving uitsprak. Zijn toehoorders struikelden over hun eigen voeten in hun haast om hem ter wille te zijn. Hij ging zelfs zo ver, dat hij zichzelf God noemde. Dit beredeneerde hij als volgt: als Christus God was, omdat Hij de Heilige Geest had, was hij, Tanchelm, eveneens God gelijk, hij had immers ook de Heilige Geest ontvangen!
De geschiedenis van de overwinnaar
Men dient voor ogen te houden dat het document dat werd opgesteld door de kanunniken van Utrecht, zowat de enige overgeleverde bron is over het optreden van Tanchelijn. Onnodig te zeggen dat er van objectiviteit weinig sprake kan zijn. De geschiedenis wordt immers altijd door de overwinnaars geschreven. Later onderzoek door gerenommeerde geschiedkundigen heeft echter een genuanceerder beeld geschetst van de ketter: hij zou zich voor de kar van Robrecht II, graaf van Vlaanderen, hebben laten spannen. Deze streed in de Investituurstrijd aan de zijde van paus Gregorius VII.
Investituurstrijd
De Investituurstrijd, een machtsstrijd tussen de Rooms-Duitse keizer en de paus tijdens de 11e en 12e eeuw, is genoemd naar een formaliteit, namelijk de plechtige bevestiging van een geestelijk ambt, investituur genaamd. De keizer had tegen die tijd meer inspraak verworven bij de benoeming van bisschoppen in het Roomse Rijk. Dit leidde tot politieke inmenging en misbruiken zoals simonie (de handel in geestelijke zaken en ambten). Paus Gregorius VII wou paal en perk stellen aan deze praktijken en excommuniceerde de Duitse keizer Hendrik IV. Later moest diezelfde paus door toedoen van Hendrik IV naar het Italiaanse Salerno vluchten waar hij in ballingschap leefde tot aan zijn dood. De Duitse keizer stelde een tegenpaus aan, Clemens III.
Politieke motieven?
Tanchelijn zat in Keulen gevangen met twee kornuiten, de smid Manasses en de afvallige priester Everwacher. Die laatste werd er door de Utrechtse kanunniken op zijn beurt van beschuldigd, samen met de ketter op weg te zijn naar Rome om de afscheiding van het bisdom Utrecht te bepleitten. Dit omwille van het feit dat dit bisdom werd bestuurd door een rijksbisschop, die door de keizer was aangesteld. Het louter ketterse karakter van de figuur Tanchelijn verdwijnt daardoor wat naar de achtergrond en men dicht hem eerder politieke motieven toe. Deze feiten zijn echter speculatief en moeten beschouwd worden als een poging van latere biografen om de beweegredenen van Tanchelijn te duiden.
Voorloper van het protestantisme?
Zijn strijd tegen de pracht en praal van de kerk, de simonie en andere misbruiken, wordt door sommige protestantse schrijvers aangehaald om zijn rehabilitatie te bewerkstelligen. Zij zien in hem niets meer of minder dan een voorloper van het protestantisme in de Nederlanden. Gezien de informatie echter die men later met veel moeite aan elkaar heeft kunnen breien, gaat het misschien te ver om Tanchelijn als een kerkhervormer te beschouwen. In het beste geval kan hij beschouwd worden als een Gregoriaan, in het slechtste geval, inderdaad, als een ketter.
Norbertus en de nasleep
Over de dood van Tanchelijn is er onduidelijkheid. Men is van mening dat hij in 1115 in Antwerpen door een priester werd gedood, mogelijk een medestander. Wel is het een feit dat bisschop Norbertus, de latere Heilige Norbertus en stichter van de Norbertijnen orde, na de dood van de ketter in Antwerpen is komen preken om de uitwassen van diens leer met wortel en tak uit te roeien. Uit de levensbeschrijving van de heilige blijkt trouwens dat de ketterij van de opstandeling de enige reden was waarom Norbertus naar de havenstad trok.
Sporen in de huidige tijd
De geschiedenis heeft haar best gedaan om de sporen van Tanchelijn uit te wissen. Toch vind men boven de ingangspoort van Het Steen, het oudst bewaarde gebouw van Antwerpen aan de Schelde, een figuur afgebeeld die, naar men aanneemt, Tanchelijn voorstelt. Verder draagt de Brugse vrijmetselaarsloge de naam Tanchelijn. In 1960 ging Tanchelijn in première, een toneelstuk van Harry Mulisch, dat eerder een interpretatie op het leven van de opstandige prediker was dan een biografie.
© 2014 - 2024 Marcker, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Visies op religieAntropologen, expats, reizigers en zendingswerkers begeven zich in den vreemde. Onherroepelijk krijgen ze te maken met a…
Bronnen en referenties
- http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/2778534/2001/10/25/Een-geest-van-hovaardij.dhtml
- http://janlampo.com/2011/12/18/de-antwerpse-ketters-tanchelm-en-guillielmus-cornelis-tekst-van-een-uiteenzetting-uit-1980-2/
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Gregorius_VII
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Tanchelm
- http://www.tanchelm.nl/introductie.html