Wet werk en bijstand (WWB) toegelicht
Het uitgangspunt van onze sociale zekerheid is dat iedere zichzelf zoveel mogelijk moet voorzien van een inkomen. Indien dat niet lukt is er een vangnet om toch iedere Nederlander te voorzien van het minimale in de vorm van bijstand.
De Wet werk en bijstand (WWB) is er voor mensen die zelf niet kunnen zorgen voor voldoende inkomen, en die geen beroep kunnen doen op andere uitkeringen uit andere sociale verzekeringswetten of sociale voorzieningen. In de uitvoering van deze wet, is een belangrijke rol weggelegd voor gemeenten. Zij moeten ook de aanvragen beoordelen.
Wie heeft recht op een uitkering uit de Wet werk en bijstand?
Een eerste vereiste is dat de aanvrager regelmatig in Nederland woont, en dat hij of zij geen recht heeft op een andere vorm van een uitkering, en niet in eigen levensonderhoud kan voorzien. De aanvrager moet minimaal 27 jaar oud zijn. Jongere mensen moeten een beroep doen op de Wet investeren in jongeren (WIJ). Iemand die recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) kan ook recht hebben.
Wie zijn uitgesloten van de Wet werk en bijstand?
In de wet worden een aantal personen of situaties uitgesloten. Iemand die een gevangenisstraf uitzit, heeft geen recht op de uitkering. Door de Staat wordt al voorzien in de levensonderhoud van de gedetineerde. Ook vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven. Andere mensen die bijvoorbeeld worden uitgesloten zijn gerechtigden die langer dan toegestaan in het buitenland verblijven, om bijvoorbeeld vakantie te vieren.
Hoe hoog is de uitkering uit de Wet werk en bijstand?
Er zijn drie basisbedragen gedefinieerd. Wie welke uitkering krijgt, is afhankelijk van de gezinssamenstelling. Voor een echtpaar is het uitgangspunt een uitkering ten hoogte van 100 procent van het netto minimumloon. Een alleenstaande ouder krijgt 70 procent van het minimumloon, en de alleenstaande ontvangt 50 procent van het minimumloon.
Rechten maar ook plichten
De Wet werk en bijstand heeft als uitgangspunt dat het een tijdelijke voorziening betreft. Het doel is dat de gerechtigde van een basis te voorzien, tot het moment dat de gerechtigde zelf weer in zijn onderhoud kan voorzien. De gerechtigde moet er alles aan doen om weer een betaalde baan te vinden, of om opleidingen te volgen om de arbeidskansen te vergroten. Als er een uitkering wordt verstrekt aan partners, geldt deze verplichting voor beide personen. Daarnaast is de gerechtigde verplicht om alles te melden, dat invloed kan hebben op de hoogte of het recht op de uitkering. Bijvoorbeeld extra inkomsten of als er sprake is van samenleving.
Wanneer bestaat er recht op bijzondere bijstand?
Bijzondere bijstand wordt verstrekt als de gerechtigde in omstandigheden verkeert waardoor er hogere noodzakelijke kosten gemaakt moeten worden. Het gaat hierbij vaak om extra kosten door het volgen van een opleiding of door een verhuizing. Het bijzondere bijstand kan in de vorm van een lening worden verstrekt. Dit is bijvoorbeeld het geval indien het extra geld gebruikt gaat worden voor extra uitgaven (bijvoorbeeld vervanging wasmachine).
Op bijzondere bijstand kan ook recht bestaan voor mensen die een uitkering of inkomen krijgen uit en andere bron, maar het verkregen bedrag is niet voldoende om van te leven.