Motivatie, een hersenzaak
Hoewel motivatie een abstract begrip is heeft een ieder wel een idee wat het zoal inhoudt. Er is en wordt veel over geschreven. Niet is het altijd duidelijk wat het begrip precies inhoudt en hoe motivatie werkt. Vaak worden de begrippen motivatie en doorzettingsvermogen niet onderscheiden, terwijl ze toch verschillend werken. Motivatie heeft alles te maken met hoe je hersenen werken. In onderstaand artikel zal eerst worden ingegaan wat we onder het begrip verstaan, wat het verschil is met doorzettingsvermogen en hoe het in je brein werkt. Ook zal op de vraag worden ingegaan of je jezelf en anderen al dan niet kunt motiveren.
Wat is motivatie?
Een definiëring:
Motivatie is het gericht zijn op datgene wat je in beweging brengt. Het kan je gedrag in een bepaalde richting sturen. (1)
In het dagelijks spraakgebruik wordt, als we het over motivatie hebben, meestal bedoeld dat we gericht zijn op iets prettigs wat we graag willen vasthouden. Motivatie kan echter ook gericht zijn op iets wat we minder prettig vinden en waar we zo snel mogelijk vanaf willen.
Voorbeelden van leuke dingen:
- Je krijgt opslag als je een cursus gaat volgen. De te verwachten opslag geeft je aangename gevoelens.
- Je ziet een leuk iemand. Je bent erg in deze persoon geïnteresseerd, je krijgt er warme gevoelens bij.
- Als je een goede sportprestatie levert dan krijg je waardering van je coach wat een fijn gevoel geeft
Voorbeelden van dingen waar je zo snel mogelijk vanaf wil:
- Je hebt honger. Het voelt onprettig. Je wilt je honger zo snel mogelijk stillen.
- Je zakt voor een belangrijk examen. Je gevoelens zijn onplezierig. Je overweegt een andere studie volgen.
- Je zit in een werksfeer die constant stress met zich meebrengt. Het geeft je een ongelukkig gevoel. Je denkt na om een andere baan te gaan zoeken.
Als je in beweging wordt gezet vanuit je zelf omdat je iets leuk vindt (bijv. fotograferen) of iets anders wil (bijv. een leuke baan), dan spreken we van intrinsieke motivatie. Word je in beweging gezet door iets anders, buiten jou, bijv. je wilt waardering van anderen of je wilt iets onplezierigs voorkomen dan spreken we van extrinsieke motivatie. Overigens is het onderscheid tussen deze twee vormen van motivatie niet altijd even duidelijk. Het is ook de vraag of het
zinnig is het onderscheid aan te brengen.(2)
Wat heb je nodig om motivatie om te zetten in actie?
Ergens voor of in gemotiveerd zijn gaat in vele gevallen gepaard met
actie, maar dat hoeft niet. Zo kun je gemotiveerd luisteren naar een lezing over bijv. hoe je gezond kookt. Dat hoeft echter nog niet in beweging te zetten om zelf ook gezond te gaan koken. Dus als je ergens voor of in gemotiveerd bent wil het nog niet zeggen dat je ook actie gaat ondernemen. Om actie te ondernemen is namelijk nog iets nodig:
doorzettingsvermogen.
Bijvoorbeeld:
Je bent gemotiveerd voor landschapsfoto's, je wilt nu zelf foto’s maken van landschappen. Dan moet je landschappen opzoeken die je de moeite waard vindt, een goed fototoestel hebben, weten hoe je goede foto’s neemt etc. Je hebt wel de motivatie maar je moet het dan nog wel doen. Daarbij zul je ook weerstand ontmoeten zoals een eind rijden om mooie landschappen te vinden, slecht weer, een haperend fototoestel etc. Dit vraagt doorzettingsvermogen.
Doorzettingsvermogen is het krachtig vasthouden aan een bepaald door jou gewenst idee en/of actie, ondanks kritiek of tegenstand. (3)
Hoe werken je hersenen bij motivatie?
Via je zintuigen wordt je aandacht ergens op gericht. De zintuigen zenden dit door naar het hersengebied dat thalamus wordt genoemd. Deze checkt of het interessant genoeg is om je aandacht erop gericht te houden. Als dat het geval is dan gaat er een berichtje naar het hersengebied van de emoties, de amygdala. Deze geeft er gevoel aan: een prettig of onprettig gevoel. Bij een prettig gevoel wordt het hersenstofje dopamine aangemaakt Dopamine is een stofje dat op zich al een prettig gevoel geeft en snel naar andere delen van de hersenen wordt vervoerd waaronder het pleziergebied: de nucleus accumbens. Deze versterkt het prettige gevoel. In het hersengebied van de prefrontale cortex waar ook dopamine komt, wordt nu beslist of we ons gaan inzetten of we actie gaan ondernemen.
Voorbeeld:
Je ziet een leuke jonge speelse hond. Het speelse gedrag geeft je een prettig gevoel. Je overweegt om ook zo’n hond te kopen. Je bent gemotiveerd om je goed te laten voorlichten door naar de bibliotheek te gaan en op google te zoeken naar de voor- en nadelen.
Bij een onprettig gevoel werken de hersenen wat anders. Er wordt
stress ervaren. We voelen de stressstof adrenaline opkomen. De amygdala zorgt ervoor dat het hersenstofje cortisol wordt aangemaakt om de stress (adrenaline) te verminderen. Is de stress hoog dan wordt er veel cortisol aangemaakt. Is er te veel cortisol dan is er weinig dopamine. We kunnen dan zelfs lusteloos, ongemotiveerd, worden. Maar als alles normaal werkt dan zakt- als de stress wat weg is- het cortisolgehalte ook weer. We kunnen ons dan richten op iets leukers waardoor dopamine weer de ruimte krijgt. (4)
Je krijgt een belastingaanslag en deze is hoger dan je dacht. Je wordt boos (onplezierig gevoel). je voelt de adrenaline in je opkomen. Na een tijdje zorgt cortisol ervoor dat je weer rustiger wordt. Je gaat nu op zoek naar mogelijkheden om het belastingbedrag te verminderen of om mogelijkheden te zoeken om het te betalen. Hier ligt dan je motivatie.
Kun je jezelf motiveren?
Motivatie moet je hebben om gemotiveerd te willen of kunnen worden voor iets of iemand. Als je honger hebt vraagt je lichaam om eten, deze motivatie komt vanuit jezelf. Dit noemen we een basismotivatie (ook wel basisbehoefte).
Anders ligt het met motivatie voor iets of iemand wat niet tot basismotivatie wordt gerekend. Hier speelt de
omgeving een grote rol. Je kunt gemotiveerd worden door iets in de omgeving zoals een auto, film sport of persoon. Is de omgeving arm dan wordt de motivatiemogelijkheid verkleind en zal je eerder terugvallen op basismotivaties (om te overleven). Motivatie kunnen we dus krijgen door prikkels uit de omgeving. Als er interessante prikkels zijn voor iets of iemand dan is er actie nodig waar doorzettingsvermogen bij komt kijken. Motivatie op zichzelf voor iets of iemand overkomt ons, dat kunnen we zelf niet in gang zetten. Als je dopamineniveau hoog is dan ben je wel ontvankelijker voor stimulerende prikkels. Veel publicaties gaan over hoe je jezelf kan motiveren, het gaat dan vooral om het verhogen van het dopamineniveau. Dat wil echter nog niet zeggen dat je ergens voor gemotiveerd bent.
Als je een baan in een krant ziet die aansluit bij je belangstelling en capaciteiten dan kun je een sollicitatiebrief schrijven met je motivatie. Hoe hoger je dopamineniveau hoe enthousiaster je bent.
Hoe motiveer je anderen?
Je kunt anderen in een omgeving brengen waar je
bewust of
onbewust invloed uitoefent. Bij bewuste invloed tracht je de aandacht van anderen te trekken en hen voor iets te motiveren. Bij onbewuste invloed breng je ze in een situatie waar ze toevallig motivatie vinden.
Een voorbeeld van onbewuste invloed:
Ouders brengen een vakantie op een camping door waar toevallig een aantal paarden zijn door. Hun kinderen worden gemotiveerd om paarden te gaan verzorgen
Wil je bewust anderen voor iets proberen te motiveren dan is het zinvol om te weten hoe hun hersenen werken. Je zult hun aandacht moeten trekken en vasthouden. Dit zul je zo moeten doen dat de thalamus in hun brein de amygdala het seintje geeft: interessant. De amygdala zet er dan gevoelens bij en kan er voor zorgen dat er dopamine wordt aangemaakt. Reclamemensen weten hoe dit werkt. De reclame maken ze zo dat er een prettig gevoel wordt opgewekt. Bij auto’s zien we bijv. vaak mooie vrouwen.
Marketingspecialisten weten dat een consument niet kan worden gemotiveerd om iets te kopen als niet eerst de aandacht is getrokken. Daarom proberen ze via bijv. t.v. spots de aandacht voor hun product te trekken. De manier waarop ze dit doen hoeft helemaal niet relevant voor het product zelf te zijn. (5)
Leerkrachten moeten hun lessen zo inkleden dat de leerlingen geboeid worden. Iedere leerkracht weet dat als het niet lukt de leerlingen afhaken en de aandacht op iets anders richten. Dat kan leiden tot stresssituaties bij de leerkracht en bij de leerlingen. Door kennis te nemen van hoe motivatie, doorzettingsvermogen en stress in het brein werkt kan een werkbare oplossing worden gezocht.
Kun je motivatie toch afdwingen?
Sophia en Lulu werden door hun moeder van Chinese afkomst, bijgenaamd Tiger mother, vanaf jonge leeftijd geleerd piano en viool te spelen. Hun moeder pakte hen zo streng aan dat ze als 5 jarigen per dag 3 uur moesten oefenen. Als haar dochters dwars lagen dan dreigde ze hun knuffels te verbranden, hun poppen weg te geven, hun verjaardag niet te vieren etc. Ook noemde ze haar kinderen lui en angsthazen als ze een stuk niet wilden spelen of niet goed genoeg speelden. Ze mochten niet met vriendinnen spelen, t.v. kijken of andere instrumenten bespelen. Als pubers moesten ze zelf per dag 6 uur oefenen, en nog meer in de weekends. Beide meisjes behaalden successen. Toen Sophia 14 was won ze en wedstrijd, waarna ze in belangrijke zalen mocht optreden. Toen ze 18 was mocht ze kiezen tussen de twee beste universiteiten in de wereld (Yale en Harvard). Ondanks de strenge aanpak was ze gemotiveerd door de piano. (6, 7)
De meisjes werden vanaf jonge leeftijd discipline en doorzettingsvermogen bijgebracht. De hersenverbindingen die met het bespelen van hun muziekinstrument te maken hebben werden door het vele oefenen versterkt, er was weinig ruimte voor andere verbindingen. Overigens is niet duidelijk is of ze van jongs af aan ook gemotiveerd waren. Nu ze ouder zijn, geven beiden aan dat ze gemotiveerd zijn voor piano en viool, ook al vanwege de successen. Een ander, minder extreem, voorbeeld zijn de Polgar zusters (8). Deze werden op jonge leeftijd door hun vader dag in dag uit met schaken grootgebracht. Op oudere leeftijd behaalden ze grote successen. Blijkbaar kan door (enige) dwang toch op enig moment motivatie worden bewerkstelligd.
Waardoor kun je motivatieprobleem hebben?
Motivatieproblemen kunnen ontstaan door een
prikkelarme omgeving. We zien dit bij kinderen die weinig uitdaging hebben (bijv. weinig speelgoed). Dat kan zelf leiden tot achterstand in hun geestelijke ontwikkeling. Maar ook door
ziekte zal er weinig lust zijn om ergens voor geïnteresseerd te zijn. Ook
hersenbeschadigingen en
dopamine-aanmaak problemen zullen invloed hebben op motivatie. Dat geldt ook voor
langdurige stresssituaties die ervoor zorgen dat er weinig dopamine-aanmaak is.
Samenvattend
Motivatie is een abstract begrip dat te onderscheiden is van doorzettingsvermogen. Bij motivatie zijn verschillende hersenprocessen actief. Je kunt jezelf niet motiveren, daarvoor is nodig een stimulerende omgeving waaruit je prikkels kunt halen die je hersenen in werking zetten. Het motiveren van anderen kan bewust of onbewust plaatsvinden. Problemen met motivatie kunnen verschillende oorzaken hebben: ziekte, hersenprocessen die niet goed werken of een weinig stimulerende omgeving. Er zijn voorbeelden waaruit blijkt dat motivatie is af te dwingen als er successen op volgen.