Doelstellingen van Videla in de Vuile Oorlog (Argentinië)
Jorge Videla is de bekendste vertegenwoordiger van de militaire dictatuur die Argentinië tussen 1976 en 1983 in zijn greep hield. Deze periode staat ook wel bekend als de Vuile Oorlog vanwege het grote aantal politieke tegenstanders dat uit de weg geruimd werd door het regime. Wat waren de doelstellingen van Videla en zijn regering op het moment dat zij in 1976 president Isabel Perón afzetten en een schrikbewind invoerden?
Inhoud
De coup van 1976
De coup van 1976 was een goed voorbereide actie. Het leger nam al sinds 1973 een centrale positie in nadat het van de burgerregering de opdracht had gekregen de guerrilla te onderdrukken. Begin 1975 kreeg het in het kader van de bestrijding van de Montoneros in het noordelijke Tucuman, de Operativo Independencia, verder gaande bevoegdheden. Deze bevoegdheden werden nog dat zelfde jaar voor het hele land geldig verklaard in het omstreden
decreet 2772. Dit zou later nog een grote rol gaan spelen omdat het leger dit decreet zag als een vrijbrief om iedere willekeurige tegenstander te elimineren. In augustus 1975 werd Jorge Rafael Videla benoemd tot commandant van het leger, dit tegen de zin van
Isabel Peron. In de maanden na zijn aantreden werden de plannen voor een coup grondig uitgewerkt.
Het ultimatum
Eind 1975 deed een toespraak waarin hij de regering 90 dagen de tijd gaf om het land op orde te krijgen. Niemand geloofde dat deze regering daartoe in staat was. Die 90 dagen waren op 24 maart 1976 voorbij, de exacte datum waarop de staatsgreep plaatsvond. Er was op dat moment vrij weinig verzet. Het was te verwachten dat deze coup gesteund werd door de agrarische sector en de oligarchie, maar ditmaal was er ook weinig verzet uit de anders zo strijdbare sectoren. Men was zich ervan bewust dat de terugkeer van Perón een vergissing was, dat zijn derde vrouw er een puinhoop van gemaakt had, en dat ingrijpen nodig was. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat iedereen het er mee eens was, maar er was gewoon niet veel verzet in die eerste dagen. Het was ook geen gewelddadige coup, zoals die dat in 1973 in Chili wel was. Er waren geen bombardementen en moorden, het was gewoon een administratieve coup. Men nam aan dat met het presidentschap van Videla de meer gematigde krachten binnen het leger de overhand zouden nemen. President Videla definieerde de doelstellingen van de staatsgreep als volgt:
"Het herstellen van de essentieel waarden die de basis vormen van een goed besturen van de staat, waarbij de nadruk ligt op moraliteit, bekwaamheid en efficiëntie die noodzakelijk zijn om de inhoud en het imago van de Natie weer op te bouwen, de subversie uit te roeien en de economische ontwikkeling van het nationale leven gebaseerd op evenwicht en verantwoordelijke deelname van de verschillende sectoren te bevorderen, om de toekomstige invoering van een republikeinse, representatieve en federale republiek, aangepast aan de realiteit en de vraag naar oplossingen en vooruitgang van het Argentijnse volk veilig te stellen".
Hervormingen
Het leger had dus wel degelijk een heel plan klaar om de samenleving drastisch te hervormen. Er wordt algemeen aangenomen dat het bestrijden van de subversieven, de guerrilla, het hoofddoel was. Veel bronnen spreken dit echter tegen, de guerrilla was namelijk al sterk afgenomen in 1976. Er waren nog maar een paar honderd mensen actief. Veel studies wijzen uit dat niet zozeer militaire, als wel maatschappelijke doelen had. Veel Argentijnse militairen waren opgeleid in de Amerikaanse militaire academie in Panama, en het leger was sterk beïnvloed door de “
de doctrine van nationale veiligheid”. Het leger zag voor zichzelf een duidelijke missie. Ze moest de maatschappij voor eens en voor altijd ‘gezond’ maken, en zuiveren van de subversieve elementen. Ook wilden ze de economie sterk hervormen. De basis hiervoor was ‘
Estatuto para el Proceso de Reorganizacion Nacional’, dat een tijdelijke vervanger van de grondwet was. Direct na de staatsgreep werden alle autoriteiten ontheven van hun macht. De junta stelde nieuwe mensen aan bij het Hooggerechtshof, de ambassades en veel meer belangrijke lichamen. De manier van uitvoeren van de plannen was niet van belang, als het maar gebeurde, geweld werd niet gemeden. Ook de christelijke doctrine werd direct een van groot belang, om de kerk kon je niet meer heen. Het was niet alleen een strijd tegen de subversie, maar ook tegen het atheïsme.
Verdeeldheid binnen de regering
Een tweede kenmerk was de verdeeldheid binnen de regering, veroorzaakt door de concurrentie tussen landmacht, luchtmacht en marine, die altijd voor onderlinge strijd zorgde. Er werd bijvoorbeeld vastgelegd dat veel belangrijke beslissingen werden genomen door de junta, en niet door de president. Dit omdat in de junta alle legeronderdelen vertegenwoordigt waren, en de president van de landmacht was. Er was ook nog onderscheid te maken tussen de duiven en de haviken, de ultras en de liberalen. De ultras vonden dat enkel militairen het land konden regeren. De liberalen zagen het slechts als een overgangsperiode naar de democratie. President Videla wordt gezien als een van de liberalen, maar het i wel zo dat de ergste schendingen van de mensenrechten plaatsvonden in de tijd van zijn presidentschap.
Het probleem me deze regering is waarschijnlijk dat zij mensen wilden bestrijden die anderen doden door middel van terroristische aanslagen, maar dat het niet de terroristische aanslagen waren waar zij problemen mee hadden, maar de politieke achtergrond van de plegers van deze terreurdaden. Het doden zelf zagen zij namelijk als iets vanzelfsprekends, iets wat je doet met iemand die je in de weg zit. Gouverneur van Buenos Aires, Iberico Saint Jean, deed de volgende uitspraak:
“Eerst zullen we alle subversieven ombrengen, dan zullen we hun helpers doden, dan hun medestanders, dan de onverschilligen, en uiteindelijk zullen we de schuchteren doden”.