Backward chaining
Het aanleren van een nieuwe handeling is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Een uitstekende manier is dan de backward chaining: het aanleren in stapjes én van achter naar voor. De laatste stap is meestal het makkelijkst en zo ontwikkelt de hele handeling zich door middel van succeservaringen.
Werkwijze
Normaal wordt een leerproces aangeboden op een punt waar iedereen zou starten met de handeling. Dit is echter de moeilijkste weg, het aanleren gaat sneller als het einde van de handeling het eerst aangeleerd wordt. Dit is dan ook het principe van de backward chaining.
De handeling word eerst opgedeeld in stapjes, het aanleren volgt dan op deze manier:
- De totale handeling wordt eerst een keer helemaal voorgedaan.
- Dan betrek je de cliënt in het proces en laat hem meedoen, maar de laatste stap laat je hem helemaal alleen doen. Wanneer dit lukt dan moedig je hem aan, je hebt hem hiermee aangemoedigd en beloond. Deze stap wordt dat een aantal keer herhaald, totdat de cliënt de stap vlot en zelfstandig kan uitvoeren.
- Nu kan er begonnen worden aan de voorlaatste stap, elke keer dat het lukt moedig je de cliënt aan, maar mocht het iets minder goed gaan dan negeer je dit. Want ga je dit benoemen krijgt de cliënt negatieve aandacht, en ook negatieve aandacht is aandacht waarmee je ongewenst gedrag juist aanmoedigt.
- Lukt het niet om deze stap zelfstandig te doen, kan er beter gezocht worden naar en tussenstap, waardoor de kans dat het wel goed gaat beter wordt. Zo stuur je de oefening aan waardoor de cliënt uiteindelijk bij de handeling komt die hij al kent en zo de oefening goed af kan sluiten en dit beloond kan worden.
Het voordeel van dit van achteren naar voren werken is, dat het aanleren van een moeilijkere nieuwe stap (en het lukken daarvan) meteen wordt gevolgd door iets dat de cliënt al wel helemaal kan. Zo heeft de cliënt toch nog een succeservaring.
Lukt het niet?
Het aanleren van een nieuwe handeling lukt niet altijd. Als het een keer mislukt is het programma waarschijnlijk niet goed of onvoldoende op de cliënt afgestemd.
Voor wie is dit een effectieve methode?
Opvoeding van kinderen
De Backward chaining is een methode die veel ingezet wordt bij de opvoeding van kinderen, denk hierbij aan het zelfstandig leren van veters strikken, de jas dichtritsen, enz.
Mensen met een verstandelijke beperking
Tevens is de Bachward chaining een methode die ingezet kan worden bij mensen met een verstandelijke beperking. Hierbij kan dan ook gedacht worden aan bovenstaande activiteiten, maar ook aan het zelfstandig kleding wassen, zelfstandig koken, zelfstandig opruimen, enz. Bij mensen met een verstandelijke beperking is het van belang om dezelfde opbouw te gebruiken, maar hierbij veel gebruik te maken van picto's. Dit omdat mensen met een verstandelijke beperking in mindere mate open staan voor gesproken taal. Gebruik daarom zo weinig mogelijk woorden, zoveel mogelijk korte zinnen en in een zelfde situatie ook steeds dezelfde bewoordingen. Houdt daarom de stappen ook klein, om zo te werken van succesje naar succesje. Als het kind iets verkeerd doet, negeer het dan. Maak geen opmerkingen, kijk even van het kind weg. Voor veel kinderen is oogcontact namelijk belonend. Oefen ook in een ruimte waar het kind helemaal niet of zo weinig mogelijk afgeleid kan worden.
Leeroefeningen met mentaal gehandicapte kinderen mogen meestal niet langer duren dan tien minuten, en zorg voor genoeg variatie. Stop nooit op het moment waarop het kind mislukt in zijn poging, ongehoorzaam of onoplettend is.
Backward chaining in de praktijk
- Stap 1: observeer de persoon, hoe kan hij/zij zichzelf al behelpen. Welke gedragingen moeten nog aangeleerd worden?
- Stap 2: kies een aanmoediging
- Stap 3: bedenk een aantal stappen
- Stap 4: kies een rustig moment en rustige plaats om het gewenste gedrag aan te leren. Tevens is het aan te raden om een vast moment te kiezen waarop dit elke dag/week geoefend zal worden
- Stap 5: doe de handeling voor en vertel erbij wat je doet
- Stap 6: doe de hele handeling samen daardoor krijgt de betreffende persoon een betere kijk op het geheel, moedig hem / haar aan
- Stap 7: doe de hele handeling nog eens samen, behalve het laatste stukje - laat de persoon het laatste stukje nu zelf doen -
- Stap 8: moedig aan en geef een beloning
- Stap 9: herhaal de aangeleerde stappen en moedig aan
- Stap 10: als de hele handeling aangeleerd is, moedig dit dan extra aan. Laat ook duidelijk merken dat de betreffende persoon het nu helemaal alleen kan
- Stap 11: probeer altijd met een succes te eindigen. Stop met aanleren als je ziet dat de persoon moe of lastig wordt, of wanneer het geen zin meer heeft. Maar stop nooit meteen! Want dan moedig je het lastige gedrag juist aan
- Stap 12: ontspan op tijd, oefen nooit te lang achter elkaar