Kinderen en problemen met eten
Veel ouders lopen tegen eetproblemen van hun kinderen aan. Dit komt op jonge leeftijd veel voor, het kan zowel gaan om macht als om neofobie. Vele zijn bang dat hun kinderen zullen verhongeren, echter is het ook een periode waar ze bijna allemaal doorheen gaan. Bij twijfel kunt u uiteraard overleggen met uw huisarts, maar het gaat vaak om een fase die bij een juiste aanpak ook weer over zal gaan.
Om welke kinderen gaat het?
Zo goed als alle kinderen met een leeftijd tussen de 2 en 4 jaar hebben wel een periode waarbij zij lastig worden met eten. Wees dus gerust want het ligt lang niet altijd aan een slechte opvoeding. Echter kunt u wel de opvoeding wat aanpassen zodat het kind uiteindelijk weer wil gaan eten. Het is namelijk vaak een kwestie van macht. De kinderen krijgen op deze leeftijd het besef van een eigen wil en proberen dit dus ook vaak uit met zowel slapen, zindelijk worden en eten.
Neofobie
Veel kinderen hebben hier last van. Het kind krijgt in zijn jonge jaren veel verschillend voedsel aangeboden, echter kan het zijn dat uw kind nieuw voedsel wilt weigeren. Dit heet ook wel voedselneofobie. Het kind zal moeten wennen aan alle smaken en vaak gaat een kind het pas lusten als hij het een paar keer gegeten heeft. Deze periode is na zijn 8e levensjaar voorbij waardoor u dus het beste uw kind met zoveel mogelijk voedsel kennis kunt laten maken voor hij/zij 8 jaar is. Het is na die leeftijd namelijk erg lastig het voedingspatroon nog te veranderen. Enkele tips waardoor de neofobie beter kan gaan zijn:
- Bij vriendjes/vriendinnetjes laten eten, als zij iets anders eten wil een ander kind vaak ook wel proeven.
- Er een spelletje van maken, zo van als ik een hapje neem, neem jij ook een hapje.
- Een stickerblad maken waarbij het kind een beloning krijgt als er een rij vol is.
- Laten zien dat iets lekker is, maar het kind er niet toe dwingen.
- Laat het kind als zij/hij dat wilt helpen met de maaltijd bereiden, vaak willen ze onder het koken al proeven.
Verschil tussen macht en neofobie?
Het verschil kunt u herkennen door een kind dat iets bijvoorbeeld eerst wel at en nu opeens niet meer. Of dat het kind het voedsel wel bij een ander eet maar niet bij u thuis terwijl het op dezelfde wijze is bereid. Het is belangrijk dit verschil onder de loep te nemen voordat u actie onderneemt.
Het machtsspelletje
Als het kind er een spel van maakt is het verstandig om consequenter te worden. Veel ouders raken bezorgt als ze zien dat de kinderen niet willen eten of er moeilijk mee doen, hierdoor geven ze het kind vaak teveel keuzes als:
- kiezen wat ze willen eten
- overal appelmoes bij
- kiezen of ze wel aan tafel willen zitten
- ongezonde dingen laten eten zodat het kind toch iets binnenkrijgt
Als u het kind de keuzes geeft terwijl het al een machtsspel is dan krijgt het kind alleen maar wat hij/zij wilt, namelijk nog meer de keuze. Belangrijk is dat u regels opstelt en duidelijk bent zoals:
- melden na hoeveel tijd u wilt gaan eten zodat het kind niet abrupt met een leuk spel hoeft te stoppen, maar al weet wat er te wachten staat
- zoveel mogelijk op vaste tijden eten
- geen toetjes als beloning gebruiken, zo geeft u aan dat het eten inderdaad niet lekker is maar dat ze daarna wel een toetje krijgen
- geef een bepaalde tijd om te eten
Als u klaar bent met eten, dan moet het kind weten dat hij/zij ook gewoon klaar is. Natuurlijk moet u niet heel snel eten, maar neem ook niet overdreven lang de tijd. Als u klaar bent ruimt u de tafel gewoon af. Laat het kind ook weer toe om andere dingen te gaan doen. Bied eten aan wanneer het weer nodig is, maar geef zeker geen ongezonde tussendoortjes.
Rustig blijven
Het is ten alle tijden belangrijk dat u er geen mega probleem in gaat zien. Praat niet over dat ze moet eten aan tafel, negeer het gewoon als ze niet wil eten en ruim gewoon het bord af. Dwing ze niet, negatieve aandacht is voor kinderen ook aandacht en zo zal het alleen erger worden. Eten moet ook niet geassocieerd worden met iets negatiefs maar het moet een feest zijn. Zorg ook dat u niet teveel opschept, zodra er een berg op een bord ligt waarvan een kind al denkt "dat krijg ik nooit op" dan zou hij/zij er ook niet aan willen beginnen. Wees blij met elk muizenhapje dat genomen word, er word dan tenminste toch al wat gegeten.