De moraal van Confucius
‘Te weten wat men weet, en te weten wat men niet weet, dat is kennis.’ Confucius was een filosoof die voor de tijd van Jezus leefde. Het was niet zijn bedoeling een religie op te richten, maar toch heeft hij de chinese godsdienst behoorlijk beïnvloed. Wie was deze reizende prediker en wat verkondigde hij?
Wie was Confucius?
Confucius leefde van 551 voor christus tot 479 voor christus. Hij groeide op in een verarmde adellijke familie in de staat Lu, wat tegenwoordig Shantung heet, in China. Als kind droeg hij de naam Kung Fu-tzu, wat ‘meester uit het geslacht Kung’ betekent. Europese missionarissen hebben zijn naam verbasterd naar Confucius.
In de tijd van Confucius was China verdeeld in kleine staten die vijandig tegenover elkaar stonden. Confucius kreeg verschillende ambten aan hoven, maar koos voor een leven als reizende zwerver. Zo zwierf hij 13 jaar lang en sprak met veel mensen over morele vraagstukken. Eenmaal terug in zijn geboortestad, richtte hij een school op. Ook stelde hij meer dan 3000 gedragsregels op, die ‘riten’ genoemd worden. Op 72-jarige leeftijd stierf Confucius. In 59 na christus werd het confucianisme een staatsleer. Op veel plekken, ook buiten China, wordt zijn naam nog vereerd.
Zijn leerboeken.
Er zijn vijf bekende confusiaanse boeken:
- Yi Jing: boek der veranderingen. Dit boek bestaat uit drie delen en bevat 3000 jaar oude sproken van Chinese wijsheid. Naast spreuken van Confucius staan hierin woorden van Lao Zi. De Yi Jing beschrijft onder andere de kosmische samenhang waarin het individu verweven is.
- Shu Jing: boek der oorkonden. Dit is een verzameling van uitspraken, toespraken en adviezen voor de vorsten en heersers van het oude China.
- Shi Jing: boek der Oden. Hierin staan ongeveer 300 liederen en gedichten over huwelijk, feesten en hoffelijkheden. Ze zijn geredigeerd door Confucius.
- Li Jing: boek der riten. Dit is een verzameling van rituele voorschriften.
- Chunqui: de annalen van lente en herfst. Hierin wordt de geschiedenis van Lu beschreven. Volgens onderzoekers is dit een van de weinige geschriften die Confucius zelf schreef.
De moraal
Een aantal terugkerende punten vanuit zijn werk worden hieronder beschreven.
De relatie tussen cultuur en natuur
Confucius geloofde in een harmonieuze relatie tussen natuur en cultuur. Cultuur is een bewerkte natuur. Een van zijn uitspraken:
‘ Natuur boven cultuur is lompheid. Cultuur boven natuur is pedanterie. Slechts een evenwichtige combinatie van natuur en cultuur geeft de juiste levenshouding'. Ook zei hij dat we van nature broeders zijn, maar door opvoeding vreemden zijn geworden.
Tevredenheid
Confucius was een voorstander van verschillende klassen in de samenleving. Volgens hem had ieder een eigen taak, waardoor klassen gescheiden moesten blijven. Mensen moesten zich gedragen naar de klasse waartoe hij of zij behoorde en daar tevreden mee zijn. De mens heeft niet anders te doen dan zijn menselijkheid te verwerkelijken door gewoon zijn plicht te doen.
Redelijk bekend is de droom die Confucius over dit onderwerp had. Zijn droom ging over een ontevreden arbeider. Hij deed er alles aan om een machtige koning te worden. Als koning had hij een geweldig leven, totdat hij de zon warm op zijn hoofd voelde schijnen. De koning voelde dat de zon machtiger was dan hem als mens. Hij werd een zon. Hij liet zijn stralen machtig over de aarde gaan, totdat er een wolk voor de zon schoof. Hij wenste een wolk te zijn. De wolk stuurde regen naar de aarde, maar de rotsen schenen niets van de regen aan te trekken. Hij wenste een machtige rots te zijn. Maar rots werd in stukken gehakt door een steenhouwer. Toen wenste hij om een arbeider te zijn, die machtiger was dan de rots.
Eerbied en verhoudingen
Eerbied voor de keizer, gezag in het algemeen, de naaste, familie was volgens Confucius een belangrijk goed. Verhoudingen in het leven worden in stand gehouden door autoriteit en gehoorzaamheid. Onderdanen moeten functioneren als eerbiedige kinderen. Vrienden moeten wederzijds respect naar elkaar tonen.
‘Doe aan anderen niet aan, wat gijzelt niet wenst'.
Eerbied voor tradities
Confucius hechtte veel waarde aan tradities. Het schept een band tussen elkaar en geeft duidelijkheid. Vooroudervering bijvoorbeeld versterkt de familieband, iets wat hij erg belangrijk vond.
Regels
Confucius had een hekel aan chaos. Daarom stelde hij regels op voor orde en overzicht. Het opvolgen van deze riten leidt tot een beschaafde samenleving. Plezier is volgens hem maar van korte duur, geluk duurt langer. Wie volgens riten leeft, kan gelukkig worden.