Bijna Dood Ervaring (BDE): onderzoek van Dr. R. A. Moody
Een nieuw tijdperk van onderzoek naar mogelijkheden van het overleven van de dood door de ziel zal waarschijnlijk nooit ontstaan zijn zonder de pionier hiervan: dr. Raymond Moody. Door zijn uitgebreide onderzoek met mensen die beweerden een Bijna Dood Ervaring te hebben gehad, werd het mogelijk om een onderwerp te behandelen dat nooit eerder op die manier was onderzocht. Hij stelde een lijst samen met vijftien terugkerende elementen, dat sindsdien door velen is overgenomen en gebruikt.
Moody
Na enige tijd filosofie gedoceerd te hebben, ging Moody medicijnen studeren, met het doel psychiater te worden en de filosofie der geneeskunde te doceren aan een medische faculteit. In die periode gaf hij lezingen aan diverse groepen medici en verpleegkundigen over wat hij dacht dat er gebeurde na de dood. Rond 1972, had Moody ongeveer twaalf getuigenissen verzameld, maar hij begon er publiekelijk lezingen over te geven in 1973 en had zijn boek Leven na dit Leven (originele titel: Life after Life) afgeschreven in 1974 en tegen die ongeveer honderdvijftig zaken bestudeerd.
Omdat het wetenschappelijk onderzoek van het voortbestaan na lichamelijke dood in die tijd nog zo nieuw was, besefte dokter Moody niet dat andere doktoren zich daar ook mee bezighielden. Pas op het moment dat de proeven van zijn boek Leven na dit Leven beschikbaar waren, kwam hij in contact met psychiater Elisabeth Kübler-Ross. Haar onderzoek liep niet alleen gelijk aan dat van hem, maar vormde er zelfs een duplicaat van. De twee hadden elkaar vóór februari 1976 nog nooit ontmoet (Moody, p.140). In die tijd zei Kübler-Ross dat ze honderden (nu duizenden) patiënten had geïnterviewd die zeiden een BDE te hebben gehad. Zij heeft waarschijnlijk het meeste gedaan om publiekelijke en professionele aandacht te geven aan het fenomeen dan elk ander figuur, al weigerde ze standaard om verslagen te publiceren van haar bevindingen.
Het eerste boek van Moody Leven na dit Leven verscheen in 1975 en verkocht in de loop der jaren ongeveer 14 miljoen kopieën. In die tijd werd de auteur op grote schaal en publiekelijk aangewezen als de vader van de ‘Bijna dood – studies.’ Met de publicatie van het boek zegt Moody dat hij de medische wereld uitdaagde het wonderbaarlijke fenomeen van de bijna – doodervaring te onderzoeken (Morse p.7). Volgens Moody zijn de omstandigheden en soorten mensen die zo’n ervaring hebben zeer verschillend, maar toch bestaat er volgens hem een treffende gelijkenis tussen de verslagen van de ervaringen zelf. “De overeenkomst tussen verschillende rapporten is zelfs zo groot, dat er gemakkelijk vijftien afzonderlijke elementen in onderscheiden kunnen worden die in de enorme hoeveelheid door mij verzamelde verhalen telkens opnieuw opduiken. Op grond van deze punten van overeenkomst heb ik een korte, theoretisch “ideale” of “volledige” ervaring samengesteld, die alle gemeenschappelijke elementen bevat in de karakteristieke volgorde waarin deze voorkomen” (Moody, p. 25).
Moody nam zijn vijftien aangenomen terugkerende elementen en probeerde deze te koppelen met een plot om zo te voorzien van een verhalend model van een typische BDE, in plaats van een simpele lijst van overeenkomende elementen. Dit model is sindsdien geaccepteerd door velen en garandeerde ook de populariteit en prioriteit van Moody’s originele werk. Ik denk ook dat dit komt doordat Moody zich niet richtte op het academische publiek en dat heb boek (ook omdat het zo’n nieuw en opwindend onderwerp behandelde) daarom zo populair geworden is.
De door hem bestudeerde gevallen vallen uiteen in drie duidelijk te onderscheiden categorieën:
- De ervaringen van personen die weer tot leven werden gewekt nadat ze klinisch dood geacht of verklaard waren door hun arts.
- De ervaringen van personen die, als gevolg van een ongeluk, ernstig letsel of ziekte, de lichamelijke dood zeer nabijkwamen.
- De ervaringen van personen die, terwijl zij stierven, van deze ervaringen verslag deden op hun sterfbed. De aanwezigen brachten later verslag uit van de inhoud van deze doodservaring (Moody p. 22).
De elementen
De elementen, waar het boek van Moody om draait, zijn de volgende (Moody, p. 28 – 88):
Onuitsprekelijkheid
Het algemene begrip dat wij van taal hebben, hangt af van een groot aantal gemeenschappelijke ervaringen waaruit wij bijna allemaal kunnen putten. Wat diegenen die in nauw contact met de dood geweest zijn hebben doorgemaakt, maakt géén deel uit van onze gemeenschappelijke ervaringen, dus het valt te verwachten dat ze het wel eens moeilijk zouden kunnen krijgen met het verwoorden van hun ervaringen. De betrokken personen omschrijven hun ervaringen als onuitsprekelijk, dat wil zeggen: ‘niet uit te drukken.’ Ook zijn de ervaringen soms zo ontzettend mooi, dat onze woorden ze vaak in het niet laten vallen.
Het horen van nieuws
Vele mensen vertelden dat ze hebben gehoord hoe een arts of een andere aanwezige hen dood verklaarde.
Gevoelens van vrede en rust
Veel mensen beschrijven buitengewoon plezierige gevoelens tijdens de eerste stadia van hun ervaring. Bij een man die ernstig hoofdletsel had opgelopen vielen er geen enkele tekenen van leven meer te bespeuren. Hij zegt erover: “Op het moment dat ik het letsel opliep voelde ik een kortstondige pijn, maar al heel gauw verdween alle pijn. Ik had een gevoel alsof ik in een donkere ruimte zweefde. Het was een bitter koude dag, maar terwijl ik mij in die duisternis bevond was al dat ik voelde warmte, en het grootste welbehagen dat ik ooit ervaren had…ik weet nog dat ik dacht…
ik ben zeker dood.’(Moody, p. 30)
Het geluid
In vele gevallen wordt er verteld over diverse ongewone geluidswaarnemingen bij of vlak voor het intreden van de ‘dood.’ Soms zijn die bijzonder onplezierig: “Een akelig, gonzend geluid dat van binnenuit mijn hoofd kwam. Het bezorgde me een uiterst onbehaaglijk gevoel…ik zal dat geluid nooit vergeten.’ (Moody, p. 31) In andere gevallen schijnen de geluidseffecten een plezieriger, muzikale vorm aan te nemen: “(…) als klingelende klokken, heel ver weg, als een door de wind meegevoerd geluid.’ Of: “een soort muziek, vorstelijke, wonderschone muziek.” (Moody, p. 31)
De donkere tunnel
Vaak gelijktijdig met het waarnemen van het geluid krijgen sommige mensen het gevoel dat ze razend snel door een donkere ruimte getrokken worden. Er worden vele verschillende benaderingen voor die ruimte gebruikt, zoals grot, put, pijp, omsloten ruimte, tunnel, luchtkoker, vacuüm, leemte, riool, dal en cilinder. (Moody, p. 31)
Buiten het lichaam
Voor vele mensen is het een onmogelijke opgave zich een bestaan voor te stellen buiten het hun zo vertrouwde stoffelijke lichaam. Dat is dan ook de reden waarom een stervende na zijn snelle tocht door de donkere tunnel vaak op zo overweldigende wijze verrast wordt. Want in dit stadium merkt hij wellicht dat hij zijn eigen lichaam gadeslaat vanuit een positie daarbuiten, alsof hij een ‘toeschouwer’ was, een ‘buitenstaander’ of een ‘kijker naar toneel.’ De emotionele reacties op deze vreemde situatie lopen sterk uiteen. De meeste mensen vertellen dat ze er aanvankelijk wanhopig naar verlangden in hun eigen lichaam terug te keren, zonder het flauwste besef hoe ze dat voor elkaar konden krijgen. Anderen herinneren zich dat ze angstig en paniekerig reageerden. Enkelen maken melding van een meer positieve reactie op de situatie.
Het ontmoeten van anderen
Verschillende mensen vertellen dat ze op een bepaald punt in hun doodservaring – soms in het begin, soms pas nadat andere gebeurtenissen hadden plaatsgevonden – geestelijke wezens in hun omgeving zagen, wezens die kennelijk aanwezig waren om hen de overgang naar de dood gemakkelijk te maken, of, om aan hen te vertellen dat het hun tijd nog niet was om te sterven en dat ze in hun stoffelijk lichaam moesten terugkeren. Enkele geloven dat de wezens die zijn ontmoetten hun beschermgeesten waren.
Het wezen van licht
Het element dat op een ieder het meest indruk heeft gemaakt, is de ontmoeting met een bijzonder helder licht. Ondanks de ongewone openbaring van het licht, twijfelt geen van de informanten van Moody eraan dat het een wezen is, een wezen van licht. Het is bovendien een wezen met een duidelijk omlijnde persoonlijkheid. De liefde en warmte die dit wezen uitstraalt zijn niet onder woorden te brengen en de stervende mens wordt er geheel door omringd en vervuld; hij voelt zich in tegenwoordigheid van dit wezen volkomen op zijn gemak en erkend. Ook voelt hij een onweerstaanbare magnetische aantrekkingskracht tot dit licht. Hij wordt er onontkoombaar naar toe getrokken.
De terugblik
Enkele personen beweren dat, hoewel ze het niet goed kunnen uitleggen, alles wat ze ooit gedaan hadden in de terugblik terugkwam – van de kleinste onbenulligheden tot de belangrijkste gebeurtenissen. Anderen verklaarden dat ze voornamelijk de hoogtepunten van hun leven te zien kregen. Sommige mensen zien deze terugblik als een opvoedkundige poging van het wezen van licht. Terwijl de beelden aan hen voorbijflitsen schijnt het wezen het belang van twee dingen in het leven te benadrukken: het leren liefhebben van andere mensen en het verwerven van kennis.
De grens of barrière
Omschreven als een grijze mist, een deur, een hek langs een weiland of eenvoudig een streep, dit zou de grens kunnen zijn die men nadert en bij het overschrijden hiervan zou men volgens de verhalen dan ook werkelijk zou sterven.
De terugkeer
Als meest voorkomende gevoelens in de eerste ogenblikken na de ‘dood’ worden een wanhopig verlangen om terug te keren in het lichaam en een intens gevoel van berouw over het heengaan gemeld. Maar, zodra de stervende een zekere diepgang in zijn ervaring bereikt, wil hij niet terugkeren: misschien verzet hij zich zelfs tegen de terugkeer in het lichaam. Dit is vooral het geval bij degenen die zo diep gegaan zijn, dat ze het wezen van licht hebben ontmoet. Zoals een man nadrukkelijk stelde: “Ik wilde nooit meer bij dat wezen vandaan.” (Moody, p. 65)
Het vertellen aan anderen
De mensen die Moody ondervraagd had, waren volgens hem goed functionerende, evenwichtige persoonlijkheden. Niettemin vertelden ze hun ervaringen niet zoals ze een droom zouden vertellen, maar veeleer als een ware gebeurtenis die ze werkelijk hadden meegemaakt. Ondanks hun eigen zekerheid over de echtheid en het belang van het gebeurde, beseffen ze dat onze hedendaagse maatschappij niet bepaald het soort omgeving vormt waarin verslagen van dit soort met sympathie en begrip ontvangen zouden worden. Velen hebben opgemerkt dat ze zich al direct realiseerden dat anderen hen voor gek zouden verklaren als ze zouden vertellen wat hen was overkomen. Daarom hebben ze besloten om erover te zwijgen, of om hun ervaringen slechts aan hun naaste familieleden te onthullen.
Invloed op het verdere leven
Niemand vond het nodig anderen te bekeren of te proberen anderen van de echtheid van zijn ervaring te overtuigen. Hun ervaring schijnt een subtiele, kalmerende invloed op hun leven te hebben gehad. Velen vertelden dat hun leven er meer inhoud door heeft gekregen, dat ze er bewuster door zijn geworden en nauwer betrokken bij essentiële filosofische vraagstukken.
Nieuwe zienswijzen over de dood
Bijna iedereen heeft in de een of andere vorm de gedachte tot uitdrukking gebracht dat zij geen angst heeft meer voor de dood. Uiteraard worden bepaalde manieren van doodgaan door niemand gewenst en ook zoekt geen van deze mensen bewust de dood. Het is alleen zo dat de eigenlijke toestand van het dood-zijn hen niet langer afschrikt.
Bevestiging
Zijn er verslagen bij die geverifieerd kunnen worden aan de hand van aanwezige getuigen, of latere, bevestigende gebeurtenissen? Volgens Moody is het ietwat verassende antwoord op deze vraag: ja. Diverse artsen vertelden hem hoe verbijsterd ze waren dat patiënten zonder enige medische kennis zo’n nauwkeurige en tot in de kleinste bijzonderheden juiste beschrijving konden geven van de bij hun opwekkingspogingen gebruikte procedures ondanks het feit dat die plaats vonden tijdens de klinische dood van de betrokken patiënt. Een ander voorbeeld is dat van een meisje dat stervende was en haar lichaam verliet en naar een andere kamer van het ziekenhuis binnenging, waar ze haar oudere zus aantrof, die snikkend voor zich heen zei: “Oh, Kathy, ga toch alsjeblieft niet dood, alsjeblieft Kathy.” Tot verbijstering van die zus kon Kathy later precies vertellen waar ze gedurende die tijd geweest was en wat ze gezegd had.
Moody geeft echter wel toe dat hij nog geen persoon heeft gevonden die álle elementen heeft ervaren en dat ook de volgorde van de elementen in de verhalen verschillen. Moody’s werk was echter niet gericht op academisch publiek, hij geeft toe in zijn boek, dat er iets gebeurt tijdens de BDE dat wetenschap (nog) niet kan verklaren.
Binnen twee jaar na de verschijning van het boek Leven na dit Leven werd de International Association for Near Death Studies (IANDS) opgericht met als doel om het fenomeen BDE verder te onderzoeken en dit te brengen naar doktoren die hierin geïnteresseerd waren. Vele leden hiervan, waaronder Kenneth Ring, Bruce Greyson en Michael Sabom gingen verder met hun eigen studies over de BDEen waarbij ze zichzelf gelijk stelden met Moody wat betreft het verzamelen en classificeren van BDE gegevens en tevens om dit beter te doen dan hem op het niveau van wetenschappelijke en kwantitatieve analyse. Ook steunt het (en doet dit nog steeds) seminaries, workshops en conferences bedoeld om het BDE onderzoek onder de aandacht te brengen van professionals. In 1981 vond de eerste professionele conferentie plaats over BDEen, aan de Universiteit van Connecticut; achttien geleerden en onderzoekers namen deel hieraan en verleenden nieuwe richtlijnen voor de studie. De Nederlandse afdeling van het IANDS is de Stichting Merkawah en stelt als doel: mensen met een BDE te begeleiden, bekendheid te geven aan het verschijnsel BDE en de gevolgen ervan en bij te dragen aan wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak en de gevolgen van een BDE. (Folder van de Stichting Merkawah)