Handelsbelemmeringen maken steun aan Afrikaanse landen nodig
Afrika blijft met gigantische problemen kampen. Historisch, geografisch en tribaal gezien is dat allemaal duidbaar. De westerse landen geven al decennialang hulp. Welk accent ook gelegd wordt, het heeft niet mogen baten. De conclusie is dan ook al lang getrokken: Afrika is een verloren continent. Het zwarte schaap op de aardbol. Dat is één kant van het verhaal. De andere kant is onze onwil om de handelsbelemmeringen op te heffen die Afrika jaarlijks liefst 500 miljard dollar aan handel schelen.
Steun aan Afrikaanse landen
500 Miljard dollar is liefst
tien keer het bedrag dat het continent aan
ontwikkelingshulp ontvangt! Hoe lang willen we dan nog volhouden dat wij onbaatzuchtig zijn? Westerlingen die hun verantwoordelijkheid graag afschuiven en menen: Laat die regeringen het zelf maar oplossen in plaats van het geld in eigen zak te steken of aan wapens uit te geven, hebben deels gelijk. Want waar is al die overheidssteun naar toe gegaan, en wat was het effect?
- Machthebbers plunderen de staatskas die met ontwikkelingsgeld is gevuld.
- De samenlevingen zijn doordrenkt van corruptie.
- Hulp leidt tot bureaucratie, inflatie, luiheid en apathie.
- Regeringen hoeven zich, dankzij de steun, niets van hun onderdanen aan te trekken.
- Donorlanden houden corrupte regeringen in het zadel.
- Hulp ondermijnt de economische groei (de economie van meest afhankelijke landen kromp de afgelopen 30 jaar met 0,2% per jaar).
Belasting
Conclusie: als we stoppen met overheidssteun zal alleen de elite het voelen, de armen zagen toch al nooit iets van het geld. De afgelopen 60 jaar stroomde er in totaal 1.000 miljard dollar westers belastinggeld naar Afrika zonder dat dit tot ontwikkeling heeft geleid. Al in de jaren 60 omschreef ontwikkelingseconoom Peter Bauer ontwikkelingshulp als belasting voor arme mensen in rijke landen ten gunste van rijke mensen in arme landen. Hij werd genegeerd.
Handelsbelemmeringen
Enerzijds zien donorlanden toe op een goede besteding van de gelden, anderzijds rekenen ze de ontvangers er niet op af. De Wereldbank becijferde dat 85% van het geld voor andere doelen was gebruikt dan afgesproken. En tussen 1980 en 1996 ging 72% van het geld naar landen die zich nooit aan de voorwaarden hielden. Toch bleven de landen gewoon steun geven. De conclusie moet dus wel luiden dat het altijd nog beter is wat geld te geven, dan de handelsbelemmeringen op te heffen, zodat Afrika zich op eigen kracht aan zijn armoede onttrekt, want dan moeten we zelf onze problemen oplossen.
Peter Bauer: Ontwikkelingshulp is belasting voor arme mensen in rijke landen ten gunste van rijke mensen in arme landen.
Geld
Toch is er ook geld goed besteed. Kindersterfte is de laatste decennia meer dan gehalveerd. Ging in 1960 de helft van de kinderen naar school, nu gaat meer dan 80%. Het volgende probleem dient zich aan: het gebrek aan banen. Op het platteland zijn boeren min of meer zelfvoorzienend en iedereen werkt mee, maar het bestaan is onzeker. Wie dat niet meer wil, rest niets anders dan naar de stad te trekken en een straathandeltje te drijven. Met als gevolg dat gezinnen uiteen vallen en de in Afrika zo belangrijke familieverbanden verloren gaan.
Wat is het alternatief?
Afrikaanse regeringen moeten hun begroting financieren zonder ontwikkelingsgeld. Dat kan door:
- staatsleningen uit te schrijven,
- buitenlandse investeringen aan te trekken,
- de export uit te breiden; naar opkomende markten als India en China
- het geld te benutten dat Afrikanen in het buitenland overmaken.
Hoeveel kans is er op succes?
- De meeste Afrikaanse leiders vinden het veel te gemakkelijk om elk jaar hun cheque te innen, zonder in actie te hoeven komen. De kliek om hen heen zit comfortabel en denkt er net zo over. Aan het onderdrukte volk wordt niets gevraagd.
- China en het Midden-Oosten zitten met gigantische financiële reserves die schreeuwen om investeringsmogelijkheden. Maar ook zij verdienen zelf het meeste aan de grootschalige bouwprojecten die zij in Afrika opzetten en als er geen Afrikaanse arbeiders worden ingeschakeld bieden zij dus geen banen.
- Westerse hulpverleners, adviseurs en economen durven het niet aan de geldkraan dicht te draaien. Vreemd is wel dat van niet-Afrikaanse landen verwacht wordt dat ze zich aanpassen aan de vrije markt. Voor Afrika gelden blijkbaar andere normen. Met economie en logica heeft dit niets te maken.
Kunnen wij burgers iets doen?
Zijn wij burgers nu ontheven van onze verantwoordelijkheid ten aanzien van arme Afrikanen? Niet helemaal. Noodhulp en particuliere hulp blijven voorlopig nodig. Aan grote en kleine projecten en in de vorm van micro-leningen aan particulieren om zich te kunnen scholen / omscholen, of willen / moeten investeren. Intussen zouden de rijke landen
met de Afrikanen moeten
meedenken, in plaats van
voor hen te denken, in ons eigen belang.
Meer over ontwikkelingshulp in de
special.