Waarom heet New York ook wel the Big Apple?

New York, ook wel The Big Apple. In het Nederlands betekent dit De Grote Appel. Hier wordt niet New York mee bedoeld, maar Manhattan, het vasteland van New York. Maar waarom heet het The Big Apple? Heeft het de vorm van een appel of is er een andere reden voor de bijnaam van een van de bekendste steden ter wereld?

Verhalen over The Big Apple

In de loop der jaren zijn er talloze verhalen gepubliceerd - en vaak verzonnen - over hoe New York aan haar bijnaam kwam. Dit zijn de populairste.

• In de jaren van de depressie waren er veel straatverkopers in Manhattan die appels verkochten. Dit moet dus wel de reden zijn van de bijnaam, volgens sommigen.
• In de jaren dertig van de vorige eeuw was er een populaire groepsdans waar iedereen die hip was aan deed. Deze dans heette Big Apple.
• De naam zou komen van de jazz-gemeenschap in New York. In de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw waren er twee populaire clubs in de wijk Harlem die zo heetten.
• 'Er hangen veel appels aan de boom,' luidde een gezegde, 'maar er is maar één grote appel.' Hiermee doelde men op New York

Populaire hoax/fabel

Aan het begin van de negentiende eeuw kwam de vrouw Eva naar New York om er een chic bordeel op te zetten. Haar meisjes noemde Eva haar 'appels'. Hiermee verwees ze naar Eva, die een appel eet van de verboden boom en vervolgens het paradijs uit werd gezet met Adam. Mannen die het bordeel bezochten noemden een bezoek 'Een appeltje van Eva eten'. Zo zou de naam zijn ontstaan. Dit verhaal bleek verzonnen door ene Salwen van de Society for New York History.

De echte reden van New Yorks bijnaam

Volgens de meest betrouwbare bronnen komt de bijnaam Big Apple van twee staljongens, en werd de term overgenomen door John J. Fitz Gerald, een tredacteur voor de paardensport. Hij was onderweg naar New Orleans om daar ene Jake Byers op te zoeken. Het bewijs hiervan is een aankoopbewijs: op 15 januari 1920 verkocht Fitz Gerald een paard aan J. Byers. Enkele dagen ervoor zou Fitz Gerald dus de term Big Apple hebben gehoord, toen hij onderweg was naar New Orleans. Twee staljongens waren in gesprek met elkaar terwijl ze met de paarden een rondje door de ring liepen. De vraag was waar ze heen gingen vanuit hier. Het antwoord: 'The Big Apple'. Fitz Gerald vond de term zo mooi, dat hij hem voortaan zelf in zijn artikelen gebruikte, en jaren later zelfs in de titel van zijn column.

Op 18 februari 1924 schreef Fitz Gerald in zijn column, Around the Big Apple, het volgende (vrij vertaald):

De staljongens zullen de term Big Apple ook niet zelf hebben verzonnen, maar het hebben gehoord van anderen. Er is dus niet met honderd procent zekerheid te zeggen wie als allereerste met de term op de proppen kwam. Wat wel zeker is, is dat Fitz Gerald de eerste was om hem in publicaties te gebruiken.

The Big Apple vandaag de dag

Ter ere van het verhaal van Jack Fitz Gerald plaatste men in 1997 op de hoek van Broadway en West 54th Street een straatnaambord met 'Big Apple Corner'. De locatie werd gekozen vanwege de nabijheid van het hotel waar Fitz Gerald in 1963 overleed. Er zijn mensen die het niet met deze locatie eens zijn; zij vinden dat een plekje vlak bij het oude kantoor van de Telegraph beter zou zijn geweest. Je kunt het bordje bekijken als je New York bezoekt.

Marketing van the Big Apple

Waarschijnlijk ken je de I <3 New York-shirts wel. Tegenwoordig kun je I (hartje) elke willekeurige stad kopen. De originele campagne werd in 1971 uitgezet, en bestond onder meer uit appels in alle vormen en maten. Je kon ze kopen op T-shirts, stickers, winkeltassen, stropdassen - eigenlijk alles waar je een appel op kon drukken, werd bedrukt en beschikbaar gemaakt voor verkoop aan toeristen. De term 'Fun City' die ooit door burgemeester John Lindsay werd gebruikt, herkent intussen niemand meer. New York is voor iedereen The Big Apple.

Toerisme-award

In 1994 won de campagne met de appels en I love New York de Toerism Achievement Award. Tot op de dag van vandaag wordt de campagne in leven gehouden en kun je overal in New York (en vaak ver daarbuiten) hebbedingetjes, kleding en tassen kopen met een appel erop.