Spoedcursus filosofie
Een spoedcursus filosofie: wat is filosofie? Hoe is filosofie ontstaan? En waarom filosoferen mensen eigenlijk? Bij filosofie houden mensen zich bezig met levensvragen. Over sommige levensvragen buigen de grote denkers zich al eeuwenlang.
Een van de grootste denkers ooit: Socrates
Wanneer maken we de juiste keuze? Is de mens van nature goed of slecht? Het zijn levensvragen waar filosofen zich al eeuwenlang over buigen. Een van de beroemdste moest het zelfs met zijn leven bekopen. Zijn naam? Socrates.
Athene, het jaar 399 voor Christus. Bij zonsondergang moet het gaan gebeuren. De zeventig-jarige Socrates is door het stadsbestuur veroordeeld tot de gifbeker. Zogenaamd wegens het bederven van de jeugd en goddeloosheid, maar de vaagheid van de aanklacht doet vermoeden dat hier meer aan de hand is. Het lijkt eerder een showproces, puur om een kritische geest uit de weg te ruimen. Socrates acht het dan ook zinloos om een gratieverzoek in te dienen. Bovendien slaat hij het aanbod af om te vluchten en in ballingschap buiten Athene te leven. Wat Socrates wel doet? Hij neemt een bad, zegt zijn familie en kinderen vaarwel en blijft daarna achter met enkele leerlingen. Dan komt de bewaarder met de gifbeker. 'Socrates', begint hij. 'Bij uit zal ik niet meemaken wat ik met anderen krijg, dat ze kwaad worden en me uitschelden wanneer ik hun aankondig dat ze het gif moeten drinken op last van de overheid. U heb ik in deze tijd leren kennen als de fatsoenlijkste, vriendelijkste en de meest beschaafde man die hier ooit gekomen is'. De bewaarden wenst Socrates het allerbeste, hij draait zich om, barst in tranen uit en loopt weg. Socrates kijkt hem na en zegt: 'U ook, het ga u goed'. En tegen zijn leerlingen: 'Wat een aardige man!'. Niet veel later zet de beroemde Griek de beker aan zijn lippen en drinkt die rustig tot op de bodem leeg.
Vragen maken de mens
Hoe moeten we ons zo'n gesprek met Socrates voorstellen? Op de markt of in het badhuis, eigenlijk overal waar mensen samenkomen, kon je Socrates zien praten met een groepje mannen en jongens. Blootvoets en altijd met een oude mantel om, was hij een opvallende verschijning. Ondanks zijn armoedige kledij stond hij in het middelpunt van de belangstelling. Het groepje discussieerde over wat het om zich heen zag, zoals een demonstratie van vechttechnieken op het marktplein. De vraag die dan bijvoorbeeld opdook was, of jongens moesten leren vechten om echte mannen te worden. Oftewel: hoe kun je een mens 'andreia' aanleren, het Griekse woord voor moed.
Zo raakten de mannen in gesprek, op zoek naar een definitie van mannelijkheid. Bijna iedereen had daar natuurlijk wel een mening over. Een generaal die deelnam aan het gesprek kon bijvoorbeeld zeggen: Moed, dat is makkelijk. Moed is op je post blijven in de strijd. Het fort bewaken, ook als de vijand een overmacht heeft'. Maar bij doorvragen, en daar was Socrates een meester in, blijkt het toch nooit zo eenvoudig te liggen. Je kunt tenslotte ook met opzet een terugtrekkende beweging maken om zinloze slachtoffers onder jouw troepen te voorkomen, en om later met dubbele kracht terug te slaan. Kortom: wat de een moed noemt, zal de ander wellicht dommigheid noemen. En je kunt ook moedig zijn tegenover ziekte en tegenslag, terwijl je daar echt geen cursus vechttechnieken voor hoeft te volgen. Dus wat is moed? Soms leidde dit soort gesprekken tot totaal nieuwe inzichten. Zo leefde men in die tijd volgens de moraal 'oog om oog, tand om tand' en 'je vrienden moet je goed behandelen, je vijanden slecht'. Socrates kwam al discussiërend tot een nieuwe kijk op de wereld. Een van zijn bekendste inzichten was bijvoorbeeld: 'Onrecht lijden is beter dan onrecht doen'.
Filosoof maakt vijanden
Wat is geluk? Wat is waarheid? Het zijn deze vragen waarmee Socrates boeiende discussies kon oproepen, maar tegelijkertijd kon hij zijn gesprekspartners ermee tot wanhoop drijven. Vergelijk het met een kind dat telkens weer de beruchte waarom-vraag stelt. Waarom vallen appels op de grond? Omdat de aarde aan die appels trekt met zijn zwaartekracht. Waarom trekt de aarde dan aan die appels? Al snel zal zelfs de meest bekroonde wetenschapper het antwoord schuldig moeten blijven. Door alsmaar door te vragen verdwijnen zekerheden en gaan mensen aan alles twijfelen. Precies wat een filosoof wil bereiken. Maar machthebbers die eisen dat de bevolking simpelweg hun bevelen opvolgen, kunnen het als bedreigend ervaren.
Het was een politiek turbulente tijd, zo aan het einde van de vijfde eeuw voor Christus. In Griekenland heerste een democratie, de eerste te wereld. Althans, een democratie naar oude maatstaven. In een stad als Athene bestond nog steeds meer dan de helft van de bevolking uit slaven die rechteloos waren. Zo veel vrije burgers telde het rijk dus ook weer niet. De Grieken waren daarnaast verwikkeld in een hevige oorlog tegen de Spartanen. Gedurende dit bijna dertig jaar durende conflict was een bittere partijstrijd ontstaan. Anti-democraten, onder leiding van dertig aristocraten, grepen tijdens een revolutie de macht. Dit tiranieke gezelschap, beter bekend als De Dertig, schafte de democratie af en deelde slechts burgerrechten uit aan hun rijke vriendjes. Onder De Dertig zat ook een aantal vaste gesprekpartners van Socrates. De filosoof zelf koos nooit partij, hij sprak met iedereen. Maar voor buitenstaanders konden die onderonsjes natuurlijk wel opgevat worden als heulen met de vijand. Socrates werd meer en meer verdacht bij de democraten. En toen die de macht weer overnamen, vonden ze het de hoogste tijd om de oude filosoof het zwijgen op te leggen. Voorgoed.
Wat moet ik kiezen?
Hij zat 9 maanden in een Duits kamp en schreef na zijn ontsnapping regelmatig voor ondergrondse verzetskranten. Het is dan ook niet gek dat de Franse filosoof Jean-Paul Sartre (1905-1980) zich bezighield met morele dilemma's. Bij wie sluit je je aan? Wanneer moet je in opstand komen? Sartre wees ons op een veelvoorkomende zwakte van de mens, namelijk de neiging om de verantwoordelijkheid voor onze keuzen af te schuiven. Om maar eens wat te noemen: 'Ik ben een Nederlander, dus ik hoef mij niet druk te maken over de problemen in Afrika'. Fout zegt Sartre. Althans, een Nederlander mag Afrika best links laten liggen, maar niet met de reden dat hij nu eenmaal tot een bepaalde groep behoort. Ieder mens is volgens Sartre zelf verantwoordelijk voor zijn keuzen, ongeacht of hij nu Nederlander, socialist, ambtenaar, vrouw, katholiek, bejaard of wat dan ook is. En zolang je die keuzen maar echt zélf maakt, zonder je aan te trekken van wat anderen daarvan denken, bestaat volgens Sartre geen 'juist' of 'onjuist', en maak je altijd de juiste keuze.
De wereld volgens Sartre
- Vrijheid is wat je doet met wat je is aangedaan
- De hel, dat zijn de anderen
- Een verloren strijd is een strijd die men denkt verloren te hebben
- Als de rijken oorlog voeren, zijn het de armen die sterven
- Alleen iemand die niet roeit, heeft voldoende tijd om de boot te laten schommelen