Warmte in de stad: in de steden is het warmer dan erbuiten
Het is al heel lang bekend dat de stad warmer is dan het platteland. Dit warmte-eilandeffect kan oplopen tot meer dan 7 graden Celsius en kan een serieus probleem vormen voor ouderen en jonge kinderen. Het effect komt door de uitstoot van warmte door gebouwen en auto’s en door gebouwen die warmte vasthouden. De oplossing is eenvoudig, groen verkleint het temperatuurverschil. Zelf moet je vooral zorgen dat je voldoende drinkt en de jonge kinderen en ouderen niet oververhit raken of uitdrogen.
Onderzoek
In het begin van de 19e eeuw deed de Londense chemicus Luke Howard voor het eerst observaties over de temperatuur in de stad. Hij ontdekte dat de dichtbebouwde gebieden in Londen warmer waren dan het platteland. Sindsdien is er veel meer onderzoek gedaan naar temperatuurverschillen tussen stad en platteland, de oorzaken, de gevolgen en hoe het te beperken valt.
Wat is het precies
Het verschil in temperatuur tussen de stad en het platteland wordt het
warmte-eilandeffect (heat island effect) genoemd. De stad is als het ware een eiland van warmte in een zee van koelte. Het bestaan van het effect is dus al sinds de 19e eeuw bekend, maar pas recentelijk wordt er veel onderzoek naar gedaan. De effecten worden namelijk steeds groter, zeker nu ze gecombineerd worden met sterke bevolkingsgroei wereldwijd en klimaatverandering.
Hoeveel scheelt het?
In steden is het gemiddeld 2,4 graden Celsius warmer als op het platteland. Dit is het gemiddelde over het hele jaar, dag en nacht. Tijdens heldere, windstille nachten zijn de verschillen het grootste en kunnen oplopen tot 7 graden voor een stad met 200 000 inwoners. In het stadscentrum is het het warmste, in buitenwijken daalt de temperatuur al. De dichtheid waarmee mensen op elkaar leven is ook van belang. Hoe meer mensen op een klein oppervlak leven, hoe warmer het wordt. Op deze manier kan het temperatuurverschil van 7 graden, wat in Nederland optreed, in steden vol wolkenkrabbers in bijvoorbeeld Amerika nog groter zijn. In Nederland is Rotterdam de stad met de grootste problemen met betrekking tot hittestress. Het is hier gemiddeld 2,8 graden warmer dan buiten de stad.
Hoe komt het?
Het verschil in temperatuur kan behoorlijk oplopen, maar hoe komt dit? Er zijn twee factoren die meespelen. Als eerste is er de warmteproductie, welke groter is in de stad als op het platteland. Ten tweede houden steden meer warmte vast dan het platteland.
Warmteproductie
Warmte wordt overal om ons heen geproduceerd. Mensen en dieren produceren warmte, maar dit zijn slechts kleine hoeveelheden. In de winter worden huizen verwarmt, wat voor een grote warmte uitstoot zorgt. Airconditioning en ventilatie in huizen in de zomer zorgt overigens niet voor een afname van de temperatuur, er wordt energie aangevoerd die uiteindelijk ook weer om wordt gezet in warmte. Het hele jaar door zorgen auto’s en luchtvervuiling voor een toename van de temperatuur.
Warmte vasthouden
Een tweede factor die zorgt voor de toename van de warmte is de dichte bebouwing. Hierdoor kan een windvlaag niet langer voor verkoeling zorgen, de warmte wordt niet afgevoerd. De warmte wordt vastgehouden, dus de temperatuur blijft alleen maar stijgen.
De gevolgen
Een paar graden warmer, voor veel mensen lijkt het niet echt een probleem. Toch levert het grote problemen op. ’s Zomers kan het temperatuurverschil oplopen tot 5 graden Celsius, zelfs in Nederland en België met een relatief mild klimaat. Voor oudere mensen en jonge kinderen kan een dergelijk temperatuurverschil een serieus probleem zijn. Deze hittestress, zoals de hoge temperatuur genoemd wordt, levert dus grote problemen op. Er zijn al aanwijzingen dat er meer sterfgevallen zijn op hete dagen dan op koele dagen.
Effecten beperken
De effecten van de stad zijn makkelijk te beperken door meer groen aan te planten. Voor iedere procent meer groenbedekking neemt het effect met 0,06 graden af. Dit lijkt misschien niet veel, maar het is een gemiddelde. Daarbij heeft groen meer voordelen dan alleen beperking van de hitte, het heeft positieve effecten op gedrag en gezondheid van mensen. Een minder dicht wegennetwerk en minder dicht op elkaar bouwen zou ook een oplossing zijn. Echter, met een groeiende bevolking en steeds meer auto’s is het onwaarschijnlijk dat dit gaat gebeuren.
Wat kan ik zelf doen?
Er zijn ook dingen die je zelf kunt doen tegen de hitte. Je kunt bijdragen aan het beperken van de hitte door minder hitte uitstoot te genereren, maar je kunt ook voor verkoeling voor jezelf zorgen.
Hitte uitstoot verminderen
De hitte uitstoot kun je zelf verminderen door de auto minder te gebruiken en de verwarming lager te zetten. Verder is er weinig wat je zelf kunt doen om de temperatuur te verlagen, wel kun je erop in spelen.
Afkoeling zoeken
Op hete dagen is het belangrijk genoeg te drinken. Let vooral op dat jonge kinderen en ouderen voldoende water binnen krijgen. Afkoeling is ook vooral essentieel voor jonge kinderen en ouderen. Een ventilator kan de uitkomst bieden, maar een dagje naar het platteland, het bos in of gaan zwemmen is ook een oplossing. De temperatuur in huis kan goed geregeld worden door de ramen overdag dicht te houden en ’s nachts te openen.