Belastingdienst: verzuim- en vergrijpboeten
Wie niet zijn belasting tijdig of juist aangeeft aan de Belastingdienst kan een verzuim- of een vergrijpboete opgelegd krijgen. Wanneer moet je vrezen voor de hogere vergrijpboete en wanneer wordt er slechts een verzuimboete door de inspecteur opgelegd?
Verzuimboete
Een verzuimboete valt onder het lichte boeterecht. Gedraging waar een verzuimboete voor wordt opgelegd zou je kunnen vergelijken met overtredingen in het strafrecht ten opzichte van misdrijven. Voor het opleggen van een verzuimboete is het niet vereist dat er opzet op grove schuld bij de belastingplichtige aanwezig is bij de gedraging.
Voor de volgende gedragingen wordt onder andere een verzuimboete opgelegd:
- Artikel 67a AWR: bij het niet binnen de termijn van het doen van aangifte voor de aanslagbelasting wordt een verzuimboete opgelegd door de inspecteur.
- Artikel 67b lid 1 AWR: bij het niet binnen de termijn van het doen van aangifte voor de aangiftebelasting wordt een verzuimboete opgelegd door de inspecteur.
- Artikel 67b lid 2 AWR: bij het niet binnen de termijn van het doen, dan wel onjuist of onvolledig doen van aangifte voor de loonbelasting wordt door de inspecteur een verzuimboete opgelegd.
- Artikel 67c AWR: bij betalingsverzuim voor de aangiftebelasting wordt door de inspecteur een verzuimboete opgelegd.
Vergrijpboete
Een vergrijpboete valt onder het zware boeterecht. Gedragingen waar een vergrijpboete voor wordt opgelegd kunnen worden vergeleken met misdrijven in het strafrecht. Vergrijpboeten kunnen alleen worden opgelegd als er sprake is van grove schuld of opzet.
Grove schuld is een in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en omvat mede grove onachtzaamheid. Daarbij kan gedacht worden aan laakbare sloridigheid of ernstige nalatigheid. Bij grove schuld had de belastingplichtige redelijkerwijs moeten of kunnen begrijpen dat zijn gedrag tot gevolg kon hebben dat te weinig belasting zou worden geheven of betaald.
Opzet is een gradatie hoger dan grove schuld en kan worden omschreven als het willens en wetens handelen of nalaten, leidend tot het niet of niet binnen de daarvoor gestelde termijn heffen of betalen van belasting. Onder opzet wordt ook voorwaardelijke opzet verstaan.
Voorwaardelijke opzet is het willens en wetens aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat een handelen of nalaten tot gevolg heeft dat te weinig belasting geheven is of kan worden dan wel niet of niet binnen de termijn betaald is.
Bij de volgende gedragingen wordt door de inspecteur een vergrijpboete opgelegd:
- Artikel 67d AWR: een vergrijpboete wordt opgelegd als een aangifte voor aanslagbelasting met opzet onjuist of onvolledig is gedaan.
- Artikel 67e AWR: indien aan opzet of grove schuld van belastingplichtige is te wijten dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven wordt er gelijktijdig met de navorderingsaanslag door de inspecteur een vergrijpboete opgelegd.
- Artikel 67f AWR: indien aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten is dat de belasting niet of gedeeltelijk niet is betaald, legt de inspecteur gelijktijdig aan het vaststellen van de naheffingsaanslag een vergrijpboete op.
Ne bis idem
Voor één en hetzelfde feit kan je maar één boete opgelegd krijgen. Als je een verzuimboete opgelegd hebt gekregen, dan kan er geen vergrijpboete, of andersom meer worden opgelegd. Het beginsel van ne bis in idem staat aan een tweede boete namelijk in de weg. Volgens het ne bis in idem beginsel kan je voor een feit, maar één keer gestraft worden.
Una via
Volgens het una via beginsel kunnen er niet twee verschillende vervolging opgestapeld worden. Als je eenmaal een boete opgelegd hebt gekregen, dan je niet nog eens strafrechtelijk voor het zelfde feit vervolgd worden, en andersom.