Nucleaire ongelukken van 1952 tot 2011
De ramp in de kerncentrale van Tschernobyl van bijna 25 jaar geleden is nog lang niet vergeten want nog dagelijks worden mensen met de gevolgen ervan geconfronteerd. De meest recente catastrofe in Japan van 11 maart 2011 heeft de wereld wederom wakker geschud. Hoewel dit de meest ingrijpende nucleaire rampen zijn, zijn er nog een aantal andere kernongelukken gebeurd in de afgelopen 60 jaar.
De INES schaal
INES is de afkorting van International Nuclear Event Scale en is gebaseerd op de schaal van Richter om de ernst van een kernramp te kunnen bepalen. De schaal loopt van 7 tot 1.
- 7 - betekent een grote ramp
- 6 - is een ernstig ongeval
- 5 - is een ongeval met bovenlokale gevolgen
- 4 - is een ongeluk met lokale gevolgen
- 3 - is een ernstig incident
- 2 - is een incident
- 1 - betekent een onregelmatigheid
12 december 1952, INES schaal 5
Chalk River, Canada
Het eerste echte kernreactorongeval wereldwijd vond plaats in de buurt van Ottawa. Tijdens een test gingen verschillende dingen fout en was er sprake van misverstanden, verkeerde beoordelingen en foutieve beslissingen. De kernreactor werd beschadigd en door een explosie ontsnapte radioactiviteit in de atmosfeer.
29 september 1957, INES schaal 6
Kyschtym, Sovjet-Unie
Tot op heden is de atoomcomplex Majak die aan de grens van Rusland aan Kazachstan in de bergen van de Oeral ligt, een van de grootste kerncentrales ter wereld. Hier vindt ook opwerking en verrijking van plutonium plaats. Bij het opwerken van kernafval wordt met chemische processen plutonium en uranium uit gebruikte splijtstofstaven gehaald. Wat overblijft zijn behalve uranium en plutonium ook radioactief afval, waarvan een deel in de zee rondom de opwerkingsfabrieken wordt geloosd.
Van 1950 tot nu toe zijn er acht grotere storingen en ongevallen gemeld. Het meest zware ongeval vond plaats eind september 1957 en werd alleen door de ramp in Tschernobyl overtroffen. Door een storing in het koelsysteem en de daaropvolgende bedieningsfout van het systeem explodeerde de tankinhoud waardoor 23.000 vierkante km radioactief besmet werden. In dat gebied woonden destijds 272.000 mensen. Omdat de besmetting alleen de Oeral betrof en geen meetbare effecten in West-Europa nawijsbaar waren, werd dit ongeval vele jaren geheim gehouden. Die hele regio is nog steeds de meest besmette in de hele wereld.
7 tot 12 oktober 1957, INES schaal 5
Windscale, Groot-Brittannië
In dit atoomcomplex in Noordwest-Engeland aan de Ierse zee werden ook herhaaldelijk nucleaire storingen gemeld. De zwaarste was de brand in 1957. Op 7 oktober werden de temperaturen van de reactor door verkeerd geplaatste meetinstrumenten, foutief geïnterpreteerd, waardoor de kern vlam vatte. Pas op 10 oktober gaf de meter aan dat er radioactiviteit werd vrijgegeven. Er werd naarstig geprobeerd de brand te blussen en de reactor af te koelen. Grote hoeveelheden met radioactieve gassen kwamen vrij in de atmosfeer. Die wolk trok over Engeland naar Europa.
Na de brand werden de reactoren stilgezet en het complex van Sellafield is nog steeds onbemand. In 1956 werd nog een atoomkrachtcentrale met vier reactoren in werking gesteld. Ook uit die hoek kwamen steeds weer meldingen over lekkages en berichten over de lozingen van chemicaliën en radioactieve oplosmiddelen in de Ierse zee. Waar per ongeluk ook uranium in terecht kwam. Vanaf 2001 werden de vier reactoren stuk voor stuk uitgeschakeld en is alleen de opwerkingsinstallatie nog in werking.
21 januari 1969, INES schaal tussen 4 en 5
Lucens, Zwitserland
Het ongeluk in Zwitserland is buiten zijn grenzen in vergetelheid geraakt. De proefreactor Lucens was naar verhouding vrij klein en in een rotsholte gebouwd. Daarboven waren alleen het personeelsgebouw en de noodaggregaat. Na een eerste in bedrijfstelling in het voorjaar 1968 werd de reactor weer stilgelegd en pas in januari 1969 geactiveerd. Door het ingesijpelde water waren er in de tussentijd wel ongemerkt de omhulsels van de brandstaven aangetast. Dit veroorzaakte een gedeeltelijke meltdown. Omdat de verhoogde radioactiviteit tijdig werd gemeten kon het personeel op tijd worden geëvacueerd en de centrale gesloten worden. De hele rots was massief besmet en het duurde jaren voordat er kon worden opgeruimd. De opruimwerkzaamheden duurden tot mei 1973.
31 December 1978, INES schaal tussen 3 en 4
Belojarsk, Sovjet-Unie
Tussen 1964 en 1979 brandden hier vaker de brandelementen in het eerste blok van die kerncentrale door. Er zijn regelmatig meldingen van storingen en incidenten. Het personeel van deze centrale werd vaker blootgesteld aan radioactieve straling; dat geldt ook voor blok twee in 1977. In dit blok liep het in de oudjaarsnacht van 1978 met een sisser af en zou het ongeluk worden ingeschaald tussen INES 3 en 4. Men denkt dat door de extreme temperaturen van -50 graad Celsius het dak van de turbinehal instortte. Dit veroorzaakte een kortsluiting met als gevolg een flinke brand die de meetinstallatie van de reactor deels vernielde. Na enkele uren was de reactor weer onder controle. Acht mensen werden zwaar besmet. Ook in 2000 was er een storing die op het nippertje verholpen kon worden.
28 maart 1979, INES schaal 5
Three Mile Islands, USA
De bijna-ramp in de kerncentrale Three Mile Island bij Harrisburg was tot nu toe het grootste atoomongeluk in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Met de uitval van twee koelpompen in blok 2 begon een noodlottige reeks van technisch falen, verkeerde meetsignalen en bedieningsfouten waardoor het tot een gedeeltelijke meltdown kwam. Radioactief water en besmette damp stegen op. Er was sprake van hoog explosiegevaar en twee dagen na het ongeluk heeft men nog een zeer giftige wolk in de atmosfeer vrijgelaten. Hoeveel radioactiviteit er ontsnapte is niet bekend. Nadat op 1 april geadviseerd werd om zwangere vrouwen en kinderen die in de omtrek van 8 kilometer van de onheilsplek woonden, een opvang elders te zoeken, waren de meeste mensen al gevlucht.
Deze gevaarlijke ramp kon met veel geluk tegen gehouden worden. Maar waarom het stalen vat die extreme hitte van de kernsmelting stand kon houden en de radioactieve gloed daarom niet uit de reactor kon ontsnappen, blijft voor veel vakmensen een raadsel. De onbeschadigde eerste blok werd na een tijdelijke onderbreking weer in werking gesteld en mag tot 2034 werkzaam blijven.
26 april 1986, INES schaal 7
Tschernobyl, Oekraïne
In de nacht van 25 op 26 april 1986 wordt een schijnbaar ongevaarlijk experiment in de kerncentrale Tschernobyl zonder fouten uitgevoerd en raakt buiten controle.
30 september 1999, INES schaal 4
Tokai Mura, Japan
130 km ten noordoosten van Tokio ligt de uranium opwerkingscentrale Tokai Mura. Daar hielden medewerkers zich niet aan de voorschriften en vulden een tank met teveel relatief hoog verrijkt uranium. Gevolg was een ongecontroleerde kettingreactie. Twee medewerkers kregen zoveel straling, dat zij enkele maanden later overleden. De kettingreactie duurde ruim 20 uur; andere medewerkers werden eveneens besmet en de nabije omgeving was in geringe mate radioactief. Pas twee uur nadat de kettingreactie was begonnen werd de centrale afgesloten voor buitenstaanders, vier uur later begonnen de eerste evacuaties en acht uur later pas werden de inwoners in de omtrek van 10 km verzocht om binnen te blijven en alle ramen en deuren gesloten te houden.
25 juli 2006, INES schaal 2
Forsmark, Zweden
Ongeveer 120 km van Stockholm ligt de Forsmark kerncentrale. Hier was op 25 juli 2006 sprake van een kortsluiting waardoor een van de drie reactoren in moeilijkheden kwam. Een noodkoelsysteem werkte niet naar behoren want maar twee van de vier generatoren functioneerden; 20 minuten later werden ook de twee andere gestart.
De toenmalige constructieleider van de centrale beweerde dat Forsmark 1 nabij een meltdown is geweest. Als alle generatoren waren uitgevallen had niemand een ramp kunnen voorkomen. Officieel werd dit nooit erkend. Het Zweedse stralingbeschermingsambt schaalde dit voorval in op INES 2, maar gaven later na de onderzoekingen toe dat het er slechter voor had gestaan.
11 maart 2011, INES schaal 6 - 7
Fukushima, Japan
Op 11 maart 2011 vond een zware aardbeving (9.0 op de schaal van Richter) plaats in het Noordoosten van het Japanse hoofdeiland Honshu. Daarop volgde een overstroming van een tsunami langs de kust. In het getroffen gebied ligt de kerncentrale Fukushima. De blokken van de reactoren 1,2 en 3 van Fukushima I schakelden automatisch uit, de andere drie waren niet in werking. Als gevolg van de aardbeving stortte het stroomnetwerk in dat dringend nodig was voor de noodstroomaggregaten zodat deze voor afkoeling konden zorgen. De dieselgeneratoren waren door de tsunami beschadigd; de pompen die op batterijen werkten functioneerden slechts enkele uren. In de nood werd er zeewater gepompt om de reactor te koelen. 12 maart explodeerde reactor 1, twee dagen later reactor 3 en tenslotte reactor 2. Er wordt gezegd dat de omhulsels van de reactoren intact zijn gebleven. In reactor 4 woedde een brand waardoor het betonomhulsel werd beschadigd. Buiten de centrale werden hoge stralingswaarden gemeten. Ook in de blokken 5 en 6 waren er problemen met de koeling. Er werden rond de 200.000 mensen in de directe omgeving geëvacueerd. De Japanse regering heeft na een onderzoek in 2002 al laten weten, dat het elektriciteitsbedrijf Tepco, de exploitanten van Fukushima al jarenlang slordig aan het werk is geweest, ongevallen heeft verzwegen en gericht bepaalde reparatieverslagen vervalst heeft.
Wereldwijd vinden er momenteel er 80 incidenten (INES schaal 1) per jaar plaats in kerncentrales.