Postmortale fotografie: het fotograferen van overledenen

Wat is postmortale fotografie?
Postmortale fotografie wordt ook wel mortemfotografie genoemd. Postmortaal betekent na de dood plaatshebbend. In het geval van postmortale fotografie gaat het dus over het maken van foto's van iemand die overleden is. Al sinds de fotocamera werd uitgevonden werden geliefden na hun overlijden gefotografeerd. Sterker nog in de 19e eeuw was de foto van iemand die overleden was soms de enige foto die de familie van diegene in bezit had. Het zorgde voor een herinnering aan de overleden persoon.Daguerreotypie
Dit is een fotografiemethode waardoor in 1837 de eerste scherpe foto kon worden gemaakt. Voor deze uitvindingen werd er enkel gebruikt gemaakt van portretschilderijen. Een goed realistisch schilderij nam echter een hoop kosten met zich mee, maar ook de foto's via daguerreotypie waren voor de meesten nog onbetaalbaar. Het ontwikkelen van de foto's is namelijk een tijdrovende, intensieve en daarmee een dure klus. Een foto kon slechts één keer ontwikkeld worden. Het kon dus voorkomen dat de foto van de overledene uiteindelijk niet gelukt was.Omdat de kosten zo duur waren begon de uitvinder Louis Daguerre zijn patent te verkopen, maar na 1865 werd deze methode helemaal niet meer gebruikt. Het werd overgenomen door calotypie waarmee een foto meerdere keren ontwikkeld kon worden.
Het fotograferen in de 19e eeuw
In de 19e eeuw lag de kindersterfte wereldwijd erg hoog. Hoewel gezinnen vaak meer kinderen hadden dan nu, stierven er soms ook meerdere kinderen. Om een herinnering te hebben aan hun dierbare werden er soms foto's gemaakt nadat iemand overleden was. Omdat fotograferen nog altijd een dure aangelegenheid was waren alleen de welvarende mensen in de gelegenheid om foto's te laten maken. Tegenwoordig kan iedereen gemakkelijk en goedkoop foto's maken. In de 19e eeuw was de enige foto die een familie had soms de foto van een familielid dat overleden was zodat ze toch een tastbare herinnering hadden.De poses
In de Victoriaanse tijd werden de overledenen niet altijd gewoon in de kist gefotografeerd. De dode werd zo neergezet dat het leek of hij/zij in slaap was of zelfs nog in een positie waarin hij/zij duidelijk nog levend lijkt te zijn. De meeste foto's waren close-ups van het gezicht met de ogen dicht, maar het kind zat dan bijvoorbeeld op een bank of in een wieg met zijn of haar speelgoed erbij of omringd door bloemen. Het oogde dan op de foto of het kind gewoon sliep in plaats van dat hij/zij overleden zou zijn. Er werden ook regelmatig familieportretten gemaakt. De dode zat of stond dan tussen de familieleden alsof hij/zij er nog gewoon bij is. Zo had de familie ook gelijk een foto van alle familieleden in een tijd waarin fotografie enorm prijzig was.Er werden ook foto's gemaakt van mensen die overleden waren die levend op de foto moesten lijken. Zo hadden mensen wellicht een herinnering aan diegene van hoe iemand destijds was. Ze werden misschien meer herinnerd aan de goede tijd en hoe iemand levend was. Er waren constructies waarmee de overledene kon blijven staan of zitten zonder dat het hoofd zakte. De ogen van de dode werden soms op de oogleden getekend of later door de foto te manipuleren toegevoegd.