Het Verscholen Dorp bij Vierhouten
Langs een van de prachtige fietspaden rond het Veluwse dorp Vierhouten ligt in het dichte struikgewas een herinnering aan sombere en duistere tijden: het Verscholen Dorp. In dit verscholen dorp verschansten zich in de jaren 1943 en 1944 ongeveer 80 tot 100 onderduikers. Het Verscholen Dorp is deels nagebouwd als levende herinnering aan de bezettingstijd.
Idyllisch
Rond het dorp Vierhouten, gemeente Nunspeet, zijn tal van prachtige wandel- en fietspaden aangelegd. Paden van uitstekende kwaliteit, voorzien van duidelijke routebordjes, helpen de fietsers hun weg te vinden. En het zijn mooie wegen, idyllische paden, hoge bomen, fris groen. Heerlijke natuur en heerlijk rustig. Hier zijn niet altijd voet- of fietspaden geweest. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was deze streek nauwelijks toegankelijk. Gebaande paden waren er niet of nauwelijks, maar er was wel veel dichte begroeiing. Kortom, een ideale verstopplek.
Op gespannen voet
Er waren heel wat mensen, die uit de handen van de Duitse bezetter moesten zien te blijven. Op de eerste plaats waren dat de Joden, die overal vervolgd, weggevoerd en vermoord werden. Maar ook zigeuners, verzetsmensen, mensen die niet tewerk gesteld wilden worden in de Duitse oorlogsindustrie, Engelse piloten, en zelfs Duitse deserteurs. Wie werd ontdekt, werd opgepakt en verdween in gevangenissen en concentratiekampen. Weinigen brachten het er levend vanaf.
Onderduiken
Als je uit de handen van de bezetter wilde blijven, dan probeerde je je te verstoppen. In je eigen huis of buurt was veel te gevaarlijk. Er was een grotere kans op ontdekking, er waren meer ogen die je huis of huisgenoten in de gaten konden houden, waardoor je gemakkelijk verklikt kon worden. Bovendien bracht je je huisgenoten in gevaar, zij hadden immers de misdaad begaan jou verborgen te houden, waarvoor ook zij bestraft konden worden. Voor ieders veiligheid moest je je helemaal verstoppen, je moest onderduiken, liefst ver uit de buurt. Kelders, zolders en schuurtjes waren populair, maar ook extra gevaarlijk.
De Veluwe
Het alternatief voor onderduiken in het huis van een ander: bouw zelf een huis. En dan natuurlijk op een plaats die niemand verwacht, die liefst niet voor onbevoegden toegankelijk is. De Veluwe, met zijn uitgestrekte bossen, bood de mogelijkheid een onderkomen te bouwen, waar je veilig en onbespied onder kon duiken.
Verscholen huizen
Een van de woningen
Vlakbij het Veluwse dorp Vierhouten was een dichtbegroeid en uitgestrekt bos. Het was een uitstekende verstopplek, dus hier begonnen onderduikers hun eigen onderkomen te bouwen. Een woonhuis zou, ook in de uitgestrekte bossen, te veel in de gaten kunnen lopen. Men bouwde halfhoge onderkomens, gedeeltelijk in de bosbodem ingegraven. Voor de muren en plafonds werden boomstammetjes gebruikt, die in het bos ruim voorhanden waren. Het dak werd met aarde bedekt, waarop beplanting werd aangebracht. Van een afstandje leek het huis hierdoor niet meer dan een klein heuveltje, zoals er zoveel in het bos te vinden waren.
Verscholen Dorp
Interieur
Het aantal woningen groeide, tot een negental, verdeeld over enkele bospercelen. In het midden van de ruimte was, als onderdeel van de constructie, een tafeltje gemaakt. Met stammetjes konden kleine kastjes vervaardigd worden, en er waren slaapplaatsen. De hele ruimte was niet groot, misschien ongeveer zes of zeven vierkante meter. Toch bood zo’n huis aan zo’n tien mensen onderdak. Al deze woningen vormden samen een soort dorp, vandaar de naam Verscholen Dorp.
Bezigheden
Overdag konden de mensen niet ver van hun huis, altijd moesten ze bedacht zijn op toevallige passanten of Duitse patrouilles. De mensen werkten aan hun huizen, aan verfraaiing of aan betere camouflage. Een student geneeskunde fungeerde als dorpsarts, er was iemand die les gaf. Men probeerde elkaar zoveel mogelijk te helpen.
In leven blijven
Om in leven te blijven, moest er voldoende te eten zijn. Voedsel verbouwen was uiteraard uitgesloten, het bos moest zo dicht mogelijk blijven. De jacht was gevaarlijk, je kon altijd anderen tegenkomen, of men kon je sporen ontdekken. Voor het voedsel waren de dorpsbewoners afhankelijk van de hulp van anderen, die de gevaren trotseerden om de onderduikers te helpen. Zo had je een echtpaar uit Nunspeet, waar tegenwoordig het dorp Vierhouten bij hoort, opa Bakker en tante Cor, die voor de was en het nieuws zorgden. Anderen zorgden voor een voedselvoorraad, er was steeds voldoende voor twee weken in het kamp.
Gevaren
Altijd lag het gevaar van ontdekking op de loer. Overdag door het bos zwerven was uitgesloten. Ook vuren stoken tegen de kou verhoogde de kans op ontdekking, de rook van het vuur kon gezien of geroken worden. Stoken mocht alleen maar als er voldoende wind stond om de rook te verspreiden, en niet langer dan strikt noodzakelijk. Men zal, zeker in de winter, vaak kou geleden hebben. Ook de voedselbrengers liepen altijd het risico ontdekt en gevolgd te worden, met alle gevolgen van dien. De dorpsbewoners hadden precies afgesproken en geoefend hoe te handelen als ze onverhoopt toch ontdekt zouden worden.
Ontdekking
Op een vroege zondagochtend in oktober 1944 slaat het noodlot toe. Van een groep in de nabijheid gelegerde Duitse militairen gaat een tweetal op jacht en trekt het bos in. Ze horen hout hakken, wat natuurlijk vreemd is, zo vroeg en ook nog eens op een zondagochtend. Ze komen even later mensen tegen, die zich snel uit de voeten maken. Ze worden aangeroepen, maar vluchten verder. Er vallen enkele schoten. De militairen haasten zich terug naar de legerbasis om hulp te halen. De vluchters bereiken het kamp en alarmeren iedereen: ze zijn ontdekt. Bijna alle onderduikers vluchten in alle richtingen weg, ondanks hetgeen afgesproken en geoefend is.
Tragische afloop
De Duitsers komen en treffen de woningen in het Verscholen Dorp nagenoeg leeg aan. Met geweervuur en granaten worden de woningen onklaar gemaakt. Na een klopjacht worden acht mensen alsnog aangehouden, ruim tachtig weten te ontkomen. De acht worden ter dood gebracht en begraven in zelf gegraven kuilen. Ook opa Bakker wordt opgepakt en ter dood gebracht. Tante Cor overleefde de oorlog, en overleed in 1989.
Verval
Nu de bewoners zijn weggevlucht, raken de woningen snel in verval, voor zover ze niet vernietigd zijn. De Duitsers zijn alert geworden op deze plek, geen enkele onderduiker zal hier terugkomen om zich opnieuw te verstoppen. Na de oorlog zijn de woningen zo snel vervallen, dat er niets meer van over blijft.
Een dorp ter nagedachtenis
Gedenksteen, geschonken door de overlevende onderduikers, 4 mei 1970
Het Verscholen Dorp maakte deel uit van de geschiedenis van Vierhouten en omgeving, ook toen de woningen er niet meer waren. In 1970 werd een gedenksteen opgericht, geschonken door de overlevende onderduikers, vlak bij de plaats waar het Dorp is geweest, om het dorp en de gebeurtenissen te herdenken. In de jaren daarna kwam het idee ter nagedachtenis enkele woningen van het Verscholen Dorp opnieuw op te bouwen. In 1980 was de eerste van deze woningen een feit. Wie nu vanaf Vierhouten de fietsbordjes volgt, van knooppunt 16 naar knooppunt 18 komt langs de plek waar het Verscholen Dorp is geweest, en waar nu een drietal herbouwde woningen te bekijken is. Als je binnen bent, verbaas je je over de kleine ruimte, waar zoveel mensen maandenlang gewoond hebben. Het maakt je even stil.