Kanttekeningen bij Clausewitz "Vom Kriege"
Clausewitz is een van de meest invloedrijke militaire denkers uit de laatste eeuwen. Zijn werk, Vom Kriege, verscheen in 1832 in Duitsland en werd enkele jaren later, in 1846, in een Nederlandse vertaling verscheen de eerste Nederlandse vertaling. uitgebracht. Beroemd is de uitdrukking: "Oorlog is de voortzetting van de politiek met andere middelen", waarmee ook het primaat van de politiek vastgesteld wordt. Een defensieorganisatie dient ondergeschikt te zijn aan de democratie en wordt gebruikt om politieke doelen te bewerkstelligen.
Vijf kanttekeningen bij Clausewitz
Hoewel Clausewitz zeer invloedrijk is geweest in de afgelopen eeuwen, zijn er toch enkele moderne militaire denkers die enkele kanttekeningen bij het gedachtegoed van Clausewitz hebben gesteld. Martin van Creveld heeft, als een van de dominante militaire denkers van dit moment, een vijftal kanttekeningen bij het boek Vom Kriege van Clausewitz gezet. Deze kanttekeningen dienen niet tot het uithollen van de relevantie van Clausewitz, echter wel tot het nuanceren van deze relevantie. De kanttekeningen betreffen vijf onderwerpen:
- Oorlog tussen staten vs. niet-statelijke actoren
- Overschatting van politieke doelen van oorlog
- Regels en beperkingen van oorlog
- De wil tot oorlogsvoering
- Tijd en voordeel bij oorlog
Oorlog tussen staten vs. niet-statelijke actoren
De eerste kanttekening die Martin van Creveld plaatst bij Clausewitz is dat hij in het boek Vom Kriege slechts de oorlog tussen staten behandeld. Clausewitz lijkt er hierdoor van uit te gaan dat oorlog alleen tussen staten plaatsvindt, terwijl ook in zijn tijd reeds niet-statelijke actoren oorlog voerden. In de moderne tijd zien we dit verschijnsel nog steeds optreden en lijkt er zelfs een relatieve toename te zijn van het aantal niet-statelijke actoren in oorlogen. Door het niet erkennen van deze actoren laat Clausewitz een groot aantal oorlogen buiten zijn theorie vallen, en kan hij de andere origine van oorlog niet verkennen. Daarnaast ging hij ervan uit dat staten altijd vochten met reguliere legers, wat ook niet altijd correct was. Zo waren bij de Tartaren het volk en het leger hetzelfde, de Tartaren maakten daar geen onderscheid in.
Overschatting politieke doelen van oorlog
Volgens Martin van Creveld overschat Clausewitz het belang van politieke doelen ten koste van andere, zoals gerechtigheid en religie. Een oorlog om te overleven is bijvoorbeeld een oorlog waarin politieke doelen wegvallen en er gewoon geen andere keus is dan oorlog voeren. Daarbij zijn er veel oorlogen te noemen waarbij oorlog geen voortzetting van de politiek is met andere middelen.
Regels en beperkingen van oorlog
Clausewitz negeert de regels en beperkingen van een oorlog, terwijl deze toch een groot bestanddeel van oorlog in beslag nemen. Zonder deze regelgeving is oorlog bijna onmogelijk. Vooral bij moderne oorlogen en low intensity conflict (LIC) is regelgeving onmisbaar. Naast de moderne varianten van regelgeving waar we aan kunnen denken, zoals het humanitair oorlogsrecht of de "rules of engagement" zoals deze aan militairen worden verstrekt, zijn er ook politiek opgelegde regels. Ook in vroeger tijden maakte men gebruik van regelgeving bij het voeren van oorlog. Zo was het in de middeleeuwen gebruikelijk om niet langer dan drie dagen een overwonnen stad te plunderen; langer werd gezien als een schending van het ongeschreven oorlogsrecht uit die tijd.
De wil tot oorlog
Clausewitz onderzoekt niet welke factoren mensen ertoe drijven om te vechten, terwijl het toch bij oorlog gaat om het breken van de wil tot oorlogvoering. Ook in vroeger tijden probeerde men in oorlogen de wil tot oorlogsvoering bij de andere partij te breken door bijvoorbeeld propaganda, zoals door beide zijden in de Tweede Wereldoorlog veelvuldig werd gebruikt. Het gebruik van de atoombom om Japan tot capituleren te dwingen kan ook gezien worden als het breken van de wil tot oorlogvoering.
Tijd en voordeel in oorlog
Clausewitz gaat ervan uit dat oorlogen weken of maanden duren, maar niet dat ze wel eens jaren of decennia konden duren.
Hij gaat er ook vanuit dat de verdediger altijd in het voordeel is, omdat de lines of communication van de aanvaller als maar langer worden. Dit is niet altijd het geval, aangezien in de tijd van Clausewitz veel legers leefden van het land, en dus geen bevoorrading nodig hadden. De Tartaren bijvoorbeeld waren een nomadenvolk dat gewoon in zijn geheel meetrok met de oorlogen en van de roof leefden. Ook in moderne tijden hoeft de verdediger niet altijd in het voordeel te zijn door langere lines of communication van de aanvaller. Met de moderne technologische voorsprong van veel westerse landen speelt de kwetsbaarheid van de lengte van de lines of communication in veel gevallen een minder belangrijke rol dan dat het in vroeger tijden kon spelen.