Facebook en Google - invloed van nepnieuws en filterbubbels
Facebook is een populair socialmediaplatform, dat berichten verspreidt die gepaard gaan met advertenties. De berichten kunnen door elke gebruiker gepost worden en iedereen kan plaatsen wat hij wil en reageren op posts en meedoen aan online discussies. Onschuldige flauwekul in de vorm van geinige filmpjes, maar ook nepnieuws met een kwalijke bedoeling worden gepost. Bovendien loopt de frequente Facebookgebruiker het gevaar in een filterbubbel terecht te komen, waardoor hij alleen nog maar bepaalde berichten ziet en zijn kritische kijk op zaken vermindert. Nepnieuws doet het goed op Facebook, omdat het zo vaak gedeeld kan worden en Google verdient eraan via advertentieverkoop.
Internetgiganten en hun rol bij het verspreiden van nepnieuws
Facebook is in het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw een van de populairste socialmediaplatforms geworden. Heel veel mensen doen er wat mee, checken regelmatig hun tijdlijn, posten berichten en bekijken wat anderen hebben gepost. Dat wordt gelezen en al dan niet leuk gevonden en gedeeld. Door berichten te delen verspreiden ze over de digitale wereld. Tussen al die berichten zit serieus nieuws, flauwekul, persoonlijke informatie, advertenties en ook nepnieuws, berichten die als waar worden verspreid maar leugenachtige inhoud bezitten.
Filterbubbel en algoritmen
Onze digitale activiteiten worden geregistreerd en gebruikt om persoonlijke profielen op te bouwen die bepalen wat wij online te zien krijgen, in webshops, op onze tijdlijn op Facebook en welke advertenties ons door Google worden voorgeschoteld op de websites die we bezoeken. De
algoritmen personaliseren ons internetbezoek met het doel ons meer te laten lezen over onze interesses en ons vaker te laten klikken. Frequente sociale mediagebruikers kunnen terechtkomen in
filterbubbels en daarin blijven hangen. Een filterbubbel is een virtuele ballon met berichten die op ons profiel zijn afgestemd, zijn gefilterd. Klik je op een bericht, dan worden bij dat interessegebied andere berichten gezocht. Klik je nooit op een bepaald onderwerp, dan worden berichten uit dat interessegebied niet meer getoond.
Afstemming op zoekgedrag
Op internet worden advertenties afgestemd op ons zoekgedrag. Heb je bijvoorbeeld net informatie opgezocht over een vakantie naar
Ierland, dan krijg je subiet daarna advertenties van Ierland te zien op het platform dat je bezoekt, met het doel je een reis te verkopen. Facebook doet dat en ook internetgigant Google heeft dat geïntegreerd in het verdienmodel.
Afschermen
Een manier om die personalisatie via algoritmen te omzeilen is het afschermen van je IP-adres via een proxyserver, een soort tussenstation dat het IP-adres niet doorgeeft aan de bezochte websites.
Er schuilt een gevaar in de filterbubbel. Berichten kunnen er namelijk in blijven rondzingen en gekoppeld worden aan verwante onderwerpen. Ze kunnen zo verworden tot
bubbel-nieuws. Bubbel-nieuws stuurt de mening van mensen, omdat ze niet anders meer zien dan het nieuws in de bubbel. De frequente socialemediagebruikers kunnen door de filterbubbel een kokervisie ontwikkelen. In plaats dat internet de wereld heeft opengegooid en alle informatie voor iedereen beschikbaar heeft gemaakt, blijkt dat er door vergaande personalisering op internet
informatieclusters zijn ontstaan waar gelijkgezinden bevestiging vinden in hun eigen bubbel. Daar schuilt een gevaar in want in de eigen informatie-cluster worden onware berichten, nepnieuwsberichten, vaker als aannemelijk beschouwd. Binnen de bubbel is het corrigerend vermogen gering en wordt het eigen (voor)oordeel bevestigd. Daarnaast is er het bewust gelanceerde nepnieuws waarmee een bubbel geïnjecteerd kan worden, uit commercieel of politiek gewin.
Verdienen aan nepnieuws
Het zijn de online bedrijven die op commerciële gronden filteren wat wij wel of niet te zien krijgen. Daar kunnen nepnieuwsberichten tussen zitten, omdat het lucratief is om nepnieuws te verspreiden. De meest ridicule feiten brengen vaak meer geld op dan de waarheid. Er zijn tal van websites die nepnieuws verspreiden alleen vanwege het feit dat ze er aan verdienen. Een filmpje of een bericht dat nepnieuws bevat, aanslaat en veel wordt gedeeld, kan duizenden euro’s aan advertentie-inkomsten opleveren. Het platform Facebook biedt de mogelijkheid van publiceren en Google levert de advertenties.
Klikken
De Facebookgebruiker komt op een andere website terecht door te klikken op linken in berichten die gepost zijn op Facebook of door op advertenties te klikken. Op die websites staan dan weer Google-advertenties (Google is de grootste, maar er zijn meer advertentienetwerken). Via klikken op de advertenties wordt er door de website-eigenaar verdiend aan de advertenties. Elke klik levert een kleine commissie op. Dat gaat soms maar om een paar centen per klik maar als het lukt om miljoenen bezoekers naar je website te trekken waarvan een deel op een advertentie klikt, dan spreek je al gauw over duizenden euro's. Het verdienmodel staat en valt met veel klikken.
Voorbeeld van verdienen aan nepnieuws
Een van de nepberichten ging (najaar 2016) over een pedoseksueel netwerk dat Clinton vanuit een pizzeria in Washington zou runnen. Miljoenen mensen, waaronder de (destijds nog beoogd) nationale veiligheidsadviseur Michael Flynn, deelden het nieuws en droegen bij aan de verspreiding van de onzin. In december 2016 was er zelfs een Clinton-hater die vanwege het nepnieuws een pizzeria beschoot. Het bericht circuleert maanden na de verkiezing nog steeds als ‘echt waar’ op sociale media. Enkele bedrijfjes uit Macedonië en Georgië die dit soort nepnieuws de wereld in slingerden, verdienden er goud geld aan. In dit geval leken de motieven politiek, maar ging het louter om het geld. De berichtjes hadden als bijeffect dat ze in de Amerikaanse politieke arena verschil maakten.
Facebook en Google en het nepnieuws
Facebook en Google hebben toegegeven een rol te spelen in de wereld van het nepnieuws. Beide internetgiganten willen de vervalsers van nieuws en de verspreiders van desinformatie afknijpen van de advertentie-inkomstenbron. Zodra de beide bedrijven weten dat het bericht desinformatie bevat, draaien ze de advertentiekraan dicht. Ze kunnen er ook een bericht bij plaatsen, een waarschuwing, dat het hier handelt om niet-geverifieerd nieuws. Facebook en Google zijn technologieconcerns die met hun gepersonaliseerde diensten het fenomeen bubbel-nieuws faciliteren. Het zijn private organisaties - door een groot publiek als platform worden gebruikt - die met hun werk geld verdienen en de adverteerders faciliteert om geld te verdienen. Op die faciliteiten liften bedrijfjes mee die met nepnieuws hun geld willen verdienen.
Factcheckers
Nepnieuws doet het goed op Facebook, omdat berichten gedeeld worden. Het is een reden voor nepnieuwsschrijvers om de berichten te plaatsen in de hoop dat ze worden opgepikt, gedeeld en dan advertentie-inkomsten opleveren. Naast het commerciële gewin bestaat er vrees voor inmenging in de politiek, beïnvloeding van de publieke opinie en zelfs sturing van verkiezingen.
Facebook gaat nepnieuws met
factcheckers bestrijden, laat het in februari 2017 weten, en berichten die nep zijn met 'nep' labelen. Ook willen ze berichten die niet echt zijn (gefotoshopte foto's, gemanipuleerde filmbeelden,
broodjeaapverhalen en teksten met leugenachtige feiten) minder prominent in de
timelines laten verschijnen.
Nederlandse factcheckers
Wie
factchecker voor Facebookberichten wil worden, moet zich aansluiten bij het International Fact-Checking Network van het Amerikaanse Poynter Institute. Er is (februari 2017) nog geen Nederlands organisatie actief.
Lees verder