Kies niet onbezonnen voor een job in het onderwijs!
Leerkracht zijn is een job apart. Er komt heel wat meer bij kijken dan pakweg twintig jaar geleden en daar ben je als student niet altijd op voorbereid. De vakanties klinken voor veel jongeren aanlokkelijk, maar de werkdruk is niet te onderschatten. Lesgevers moeten van alle markten thuis zijn en krijgen niet altijd het respect dat ze verdienen. In België stappen er heel wat nieuwelingen binnen de vijf jaar over naar een andere job waardoor er zelfs een tekort dreigt. Hoe kan dat?
Meestal word je in de opleiding alleen maar voorbereid op het lesgeven zelf. Je krijgt ook wel andere aspecten van de job te horen, maar die komen vaak veel minder uitgebreid aan bod. Dat is normaal, want je hoofdberoep houdt in dat je voor een klas staat en kinderen iets aanleert. Toch moet je er rekening mee houden dat een job in het onderwijs uit veel meer facetten bestaat. Probeer je daar op voor te bereiden of sta er toch minstens voor open. Want wat ooit je droomjob leek te zijn, kan uitdraaien op een zware ontgoocheling.
Lesgever
In eerste instantie moet je de leerstof zien aan te brengen bij de kinderen. Dat is niet altijd evident want in een lagere school zitten alle kinderen nog samen in een klas. Er is geen opsplitsing gemaakt volgens capaciteiten. Je gaat al snel merken dat je in theorie alles heel goed kan voorbereiden, maar dat het in de klas heel vaak anders loopt. Je moet rekening houden met de werkhouding en de mentaliteit van de kinderen, maar ook met de mogelijkheden, problemen, ... Sommige kinderen hebben met bepaalde dingen heel wat moeite zodat je meer tijd zult nodig hebben om de leerstof bij hen aan te leren. Intussen mogen de anderen zich uiteraard ook niet vervelen. Het moet voor iedereen boeiend blijven. Zo is het belangrijk dat je genoeg extra materiaal voorziet. Kinderen die niets te doen hebben, zullen zich al snel laten opmerken als storende elementen in je klas.
Organisator
Vroeger was er vooral sprake van een leerkracht die vooraan stond en zijn les 'onderwees'. De kinderen moesten zitten, luisteren, schrijven en antwoorden als dat werd gevraagd. Deze vorm van lesgeven noemen wij een onderwijsleergesprek. Er zijn echter heel wat andere manieren om les te geven die vandaag de dag veel vaker aan bod komen. Het is niet meer de bedoeling dat de kinderen een hele dag achter hun lessenaar blijven zitten. Ze moeten actief bezig zijn en moeten ook in groep kunnen werken. Daarom bestaan er nu heel wat verschillende werkvormen binnen het lager onderwijs. Zo wordt er aan partnerwerk gedaan, moeten de leerlingen vooraan iets voorstellen, wordt er op de computer gewerkt, ... Het is belangrijk dat jij dat als leerkracht allemaal in goeie banen leidt. Opdrachten moeten duidelijk verwoord worden en er moeten afspraken gemaakt worden. Alleen dan kan het klasgebeuren goed functioneren.
Opvoeder
Kinderen brengen tijdens de werkweek vaak meer uren door op school dan thuis. Daarom vinden sommige ouders dat de opvoeding van hun nakomelingen ook een verantwoordelijkheid van de leerkrachten is. Als juf of meester kom je dan ook vaak in situaties waarin je je afvraagt waar de manieren van die jongen of dat meisje gebleven zijn. Uiteraard kan de schuld hier bij het kind zelf liggen en niet bij de ouders, maar dat is niet altijd het geval. Met zo'n situaties moet je in het onderwijs ook rekening houden. Het is belangrijk dat je eisen stelt en dat je jouw principes duidelijk maakt. Ook al zijn ze die dingen niet gewoon van thuis uit, toch moeten ze zich aan jouw regels houden in jouw klasomgeving. Op die manier draag je een steentje bij tot hun opvoeding, maar je hoeft je zeker niet helemaal verantwoordelijk te achten. Die ligt nog altijd bij de ouders!
Luisterend oor
Heel wat kinderen zitten met verhalen en kunnen die soms moeilijk kwijt. Dan is het belangrijk dat jij duidelijk maakt dat je er voor hen bent. Ze moeten natuurlijk wel beseffen dat ze niet alleen in een klas zitten en dat je je aandacht dus moet kunnen verdelen. Voor vele jongeren is het heel belangrijk dat ze het gevoel hebben dat ze bij jou terecht kunnen met hun hersenspinsels. Die kunnen heel vervelende dingen inhouden (scheidingen, ...), maar die kunnen ook over kinderlijke dingen gaan (pestgedrag, verliefdheid,...). Zorg ervoor dat de leerlingen jou zien als een vertrouwenspersoon. Uiteraard zul je niet met iedereen zo'n band opbouwen (kinderen staan daar niet altijd voor open), maar het is wel belangrijk dat je jezelf aanbiedt.
Dokter-psychiater
In het gewone onderwijs zitten ook heel wat kinderen met problemen die zowel van fysische als psychische aard kunnen zijn. Als leerkracht moet je daar ook op voorbereid zijn. Uiteraard groei je in zo'n dingen naarmate je ouder wordt en meer ervaring met zo'n situaties hebt, maar je inwerken in bepaalde problematieken kan zo zijn voordelen bieden. Als je weet dat je een kind met een bepaald probleem in de toekomst in de klas zult krijgen, dan is het belangrijk dat je met ouders of collega's gaat praten. Je kunt ook boeken gaan lezen rond dit thema. Zo weet je soms beter hoe je een aantal dingen moet gaan aanpakken. Sommige problematieken zijn zodanig complex dat je nog steeds voor omstandigheden komt te staan waarbij je geen raad weet, maar die beperk je toch door je voor te bereiden.