Hoogbegaafdheid - vloek of zegen?
Hoogbegaafd zijn is méér dan een hoog IQ hebben. Hoewel het misschien leuk mag lijken om snel te kunnen leren, lopen hoogbegaafden soms tegen behoorlijke problemen aan.
Wanneer ben je hoogbegaafd?
Over wanneer je hoogbegaafd bent, verschillen de meningen. Over het algemeen genomen geldt een IQ hoger dan 130 als hoogbegaafd, maar ook iemand met andere, uitzonderlijke, kwaliteiten kan in deze categorie worden ingedeeld. Bijvoorbeeld een vierjarige die viool speelt op zeer hoog niveau.
Naast het IQ spelen ook andere kwaliteiten een rol, zoals creativiteit en/of het vermogen praktische problemen op te lossen. Simplistisch gesteld komt het erop neer dat iemand met uitzonderlijke vermogens en/of vaardigheden als hoogbegaafd kan worden aangemerkt.
De voordelen
Met een hoge mate van intelligentie, een autonome en autodidactische persoonlijkheid, een leergierige en creatieve instellingen ligt er uiteraard een pracht van een basis voor het verdere arbeidsleven. Hoogbegaafde kinderen zullen weinig tot geen moeite hebben om de leerstof bij te houden, snel te kunnen schakelen en zelfs zeer uitgebreide stof in korte tijd uit het hoofd te leren. Vaak zijn ze de beste van de klas, als eerste klaar met hun lesjes en houden zodoende tijd over om hun voorsprong te vergroten, doordat ze alvast met complexere materie aan de slag kunnen gaan. Ouders en leraren houden over het algemeen van kinderen die 'hun best doen' op school, waardoor het kind vaak positieve feedback ontvangt omtrent zijn/haar schoolprestaties.
De nadelen
De crux zit 'm allereerst in het feit, dat het kind juist maar al te vaak helemáál niet zijn/haar best hoeft te doen op school. Doordat het de leerstof veel te simplistisch vindt en niet voldoende wordt uitgedaagd, kan het zich gaan vervelen en daardoor juist gaan onderpresteren. Dit leidt tot boze ouders en/of leraren, die niet begrijpen waarom de schoolprestaties van het kind teruglopen. Juist bij intelligente kinderen zijn de verwachtingen vaak hooggespannen, waardoor het eigenlijk geen ruimte krijgt om te falen. Ook hoogbegaafde kinderen zijn niet op álle gebieden hoogbegaafd; wie goed is in taal, kan juist heel erg veel moeite hebben met wiskunde. Of andersom.
Ook met sociale contacten ondervinden hoogbegaafde kinderen vaak moeilijkheden. Doordat zij voorlopen op hun leeftijdsgenootjes, vinden ze (bijna) geen aansluiting in de groep, of worden zelfs gepest. Voor een kind is het heel moeilijk te begrijpen dat andere kinderen, ja soms zelfs volwassenen, het kind niet kunnen begrijpen in zijn of haar denkwijze. Dit kan leiden tot frustratie, eenzaamheid, isolement, onzekerheid, faalangst en depressie. Voor veel hoogbegaafde kinderen is het "buiten de groep vallen" op school helaas het begin van een jarenlange tendens van "er niet bijhoren". Aangezien de meeste hoogbegaafden juist zeer empatische, betrokken en sensitieve mensen zijn, kunnen de gevolgen van een sociaal isolement, zeker op langere termijn, desastreus zijn. De hoogbegaafde volwassene kan gaan disfunctioneren, overspannen worden, een burnout krijgen of zelfs suïcidale gevoelens ervaren. Ook in de werkkring kunnen spanningen optreden, omdat de hoogbegaafdheid van de medewerker niet onderkend wordt. Hij of zij wordt dan al snel bestempeld als apart, lastig, tegendraads, eigenwijs of gewoonweg onhandelbaar.
Hoe is het om hoogbegaafd te zijn?
Stel je eens voor, dat je op een verjaardagsfeestje bent waar alle aanwezigen een verstandelijke beperking hebben. Jij wil praten over je carrière, je gezinsleven, de politiek en de culturele voorstelling die je vorige week bezocht hebt, maar de gesprekken komen niet verder dan kinderniveau. Thuis en op je werk kan je ook je ei niet kwijt, want niemand begrijpt waar je het over hebt. Of waarom je je er überhaupt voor interesseert. Tegelijkertijd wordt er van jou andersom wél verwacht dat je inspeelt op de verhalen van anderen, want jij begrijpt altijd alles zo goed en jij weet altijd zo veel. Wie jij bent als mens, doet er niet toe: je bent vraagbaak, een lopende encyclopedie, maar voor de rest vinden ze je eigenlijk maar een rare snuiter. Wanneer je een keer vertelt over iets wat misging, is hoon en spot jouw deel: Jij kan toch altijd alles? Nou dan! Zeker je best niet gedaan ofzo, dus zie je wel, je wílt eigenlijk gewoon niet.
Het hoeft geen betoog dat een dergelijke omgeving een frustrerende en demotiverende werking heeft op wie dan ook. Wij mensen zijn kuddedieren, dus wij vinden het allemaal prettig om bevestigd te krijgen dat we 'één van ons' zijn. Dat we erkend en begrepen worden, dat er oog en oor is voor onze talenten, maar dat we ook mogen falen en er desondanks nog steeds van ons gehouden wordt.
Als je hoogbegaafd bent
Als op latere leeftijd blijkt dat je hoogbegaafd bent (bijvoorbeeld wanneer je in de ziektewet bent belandt en via het UWV getest wordt), kan dit leiden tot een rouwproces. Je krijgt in feite de bevestiging dat je inderdáád anders bent dan anderen, en dat het voor jou weleens moeilijk kan zijn om werk, vrienden en/of een partner te vinden die echt bij je past. Met maar 2 tot 2,5% "gelijkgestemden" onder de bevolking is het een opgaaf om je eigen plekje te vinden in deze maatschappij. Gelukkig krijgt men steeds meer aandacht voor hoogbegaafdheid en de specifieke problemen waartegen deze mensen kunnen oplopen. Begrip, aandacht en erkenning voor hoogbegaafdheidsproblematiek zal hopelijk leiden tot een breder draagvlak in de maatschappij.