'Le Sacre du printemps' als uiting van Modernisme
'Le Sacre du printemps' van Igor Stravinski kan gezien worden als het begin van het modernisme. Om deze aanname te kunnen beargumenteren moet het ballet besproken worden zowel als de kenmerken van het modernisme en deze tegen elkaar uitgezet worden. Op deze wijze kan het begrip modernisme makkelijk uitgelegd worden.
Le Sacre du printemps
'Het Lenteoffer' is een ballet van Sergej Diaghilev's Ballets Russes op muziek van de Russische componist Igor Stravinsky. De première vond plaats op 29 mei 1913 in het Théâtre des Champs-Elysées te Parijs.
De voorstelling is wat betreft muziek als choreografie een onconventioneel ballet. Dit ligt vooral in het feit dat dit stuk niet voldeed aan de strenge convensies die er bestonden voor dansvoorstellingen. De etiquette voor ballet werden volledig geschonden op meerdere gebieden: de manier van dansen, de kostuums, het decor en vooral: de muziek. Wie de Sacre du Printemps ooit gehoord heeft, weet dat het een stuk is die waar vooral de basis ligt bij de onderliggende rimteklanken en niet zozeer bij melodie. Zelfs nu kan het stuk als modern in de oren klinken en in 1913 was het volledig not-done.
Op 29 mei 1913 leidde dit tot totale chaos: al vanaf de eerste tonen gaf de Parijse beau monde luidkeels blijk van zijn afkeur in Het Théátre des Champs Elysées, terwijl de voorstanders het lawaai probeerden te overstemmen door ovationeel te applaudisseren.
Obsceniteiten werden geschreeuwd zoals gravin René de Pourtalès die verkondigde dat ze in de zestig jaar dat ze op aarde was nog nooit zo voor de gek was gehouden, en de componist Florent Schmitt riep naar de dure plaatsen: 'Taisez-vous, les garces du seizième' (koppen dicht Goudkusthoeren), iemand schold de enthousiast klappende componist Maurice Ravel uit voor 'sale Juif' (vuile jood). Geweld werd te pas en te onpas op elkaar gebruikt in wat later in de krant werd omschreven als de 'veldslag om de Sacre du Printemps'.
Het modernisme uitgelegd naar de Sacre du Printemps
Het modernisme is niet zozeer een stroming als wel een stromingbepalende factor iin de kunst en media die opkwam in de begin van de 20ste eeuw. Voorbeelden hiervan zijn Impressionisme (Monet, Manet), Expressionisme (Pollack), en Kubisme (Braque, Picasso).
Binnen het modernisme zijn een aantal begrippen van cultuurfilosofisch belang:
- Stijlverscheidenheid - meerdere stijlen voor een bepaald thema, kunst, media. Van belang is wat de voorgeschreven stijl is, en dat hier van afgeweken wordt.
- Smaakonzekerheid - over smaak valt niet te twisten
- Nihilisme - niets is alles, alles is niets, zijn wij van betekenis: twijfel aan elke waarheid
- Totaliteitsgedachte - niet een detail is van belang, maar het geheel. Een detail betekent niets zonder de rest.
“
Het modernisme was vóór alles een cultuur van het opzienbarende gebeuren, waardoor de kunst en het leven een kwestie van energie worden en als zodanig samensmelten.” (Eksteins)
Eksteins (cultuurfilosoof) geeft met deze citaat aan dat in de twintigste eeuw in toenemende mate mensen meedansen op het ritme van de spraakmakende cultuur. Voortdurend benadrukt hij de
totaliteitsgedachte. In De 'Sacre' zijn dood en leven volstrekt met elkaar verweven en de toeschouwers zijn deelnemers geworden. De dansers van het stuk dansen op het lawaai dat door het publiek wordt gemaakt. Eksteins noemt dit veelzeggend. Het publiek maakt evenzeer deel uit van deze voorstelling als het ‘corps de ballet’.
In zijn balletstuk, beoogt Stravinsky een allesomvattend geheel tot stand te brengen. Daarmee is de Sacre ook het werk van het
nihilisme: twijfel aan elke waarheid. Het is niet slecht maar ook niet goed.
Dit alles duidt heel sterk op de opkomst van de
smaakonzekerheid wat zo kenmerkend is voor het modernisme. Er werd gezocht naar nieuwe wegen, de drang tot zelfexpressie zoals de schrijvers Gobrich en Elias dat hebben verwoord. Ook hier ontstond er een verschil tussen de smaak van de specialisten en de massa zoals hierboven beschreven is, en wat typerend is voor smaakonzekerheid.
Het ballet riep heftige reacties op omdat dit nieuw was voor het publiek. Niet alleen het ballet, de muziek ,de dans en de kostuums van de dansers was vernieuwend, ook het fenomeen dat er een vernieuwing was, was vernieuwend.
Omdat dit stuk niet is zoals de overheersende trend voorschreef, geeft het
stijlverscheidenheid aan: het is de stijl van een individu en niet van de stijl van de smaakbepalers.
Men werd geconfronteerd met dit begrip omdat de kunstvorm die niet volgens de voorschriften liep. En omdat dit zo sterk buiten de referentiekades liep, was het een grote schande om niet naar de smaak van de bepalers te luisteren. Het vat de reactie van de bepalende elite samen op de rebellerende kunstenaars en liefhebbers van andere stijlen die zich hier niets meer van aantrokken. Maar ook van de bevrijding van de achterban van deze vernieuwende kunstenaars.