Aziatische spanningen nemen toe (Noord-Korea)
Het is een publiek geheim dat de spanningen tussen Japan, Noord-Korea en China groot zijn. Japan vreest het oplopende defensiebudget van China en de raketproeven van Noord-Korea. Ook breidt de rivaliteit zich uit naar de ruimte en het ruimteprogramma. China heeft niet alleen zijn zinnen gezet op de Maan maar ook planeet Mars. Het gaat daarbij vooral om het naar de aarde transporteren van bodemstalen en mogelijk kostbare grondstoffen.
Noord-Korea, de spanningen lopen op in 2017
Noord-Korea hield in januari 2016 al een kernproef en zei dat het om een proef met een waterstofbom ging. Op 3 september 2017 deed Noord-Korea al weer zijn zesde kernproef, de laatste proef was naar verluidt wederom een waterstofbom, maar wel eentje die op een intercontinentale raket zou kunnen worden geplaatst. Er lijkt wederom sprake van een Noord-Koreaanse crisis. Rusland en China vinden dat er onderhandeld moet worden, maar het geduld van de Verenigde Staten, Zuid-Korea en Japan lijken op. Zuid-Korea wordt bedreigd en leider Kim Jong-un lijkt niet te stoppen met zijn kernproeven en bedreigingen richting enkele andere landen. Niet alleen de VS lijken binnen bereik van de raketten van Kim Jong-un, maar ook delen van Europa. De spanningen lopen op en het is de vraag hoe lang China buurland Noord-Korea nog zal steunen. Maar er is veel meer aan de hand in Azië.
Ruimtevaartprogramma van China en Japan
In de race om de Maan is er een ware wedloop gaande tussen China en Japan. De Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA lanceerde op 13 september 2007 een satelliet dat het oppervlak van de maan moet onderzoeken. Deze Japanse satelliet Selene gaat de concurrentie aangaan met een te lanceren Chinese satelliet. Op donderdag 23 oktober 2014 lanceerde China een experimentele ruimtecapsule naar de maan, in 2013 werd er al een rover op de maan geplaatst. Een hernieuwde wedloop om de maan en zijn bodemschatten dus.
Militaire spanningen
Maar er lijkt meer aan de hand. De militaire spanningen tussen Japan en China zijn groot. Japan maakt zich ongerust om het steeds verder uitdijende Chinese defensiebudget. Officieel is dat budget dit jaar met bijna 18% verhoogd naar 33 miljard euro per jaar. Volgens de VS zou het budget in werkelijkheid minimaal het dubbele bedragen. Op zijn beurt is China bezorgd om Japan. Het ziet er namelijk naar uit dat Japan geleidelijk de militaire beperkingen, die het na de Tweede Wereldoorlog kreeg opgelegd, laat varen. Daarbij zoekt Japan ook nog toenadering tot India, de VS en Australië.
De Russische Spoetnik
Daarmee krijgt het ruimtevaartprogramma een beetje het karakter van het ruimtevaartprogramma uit de Koude oorlog. Zowel Rusland als de VS hadden er baat bij om te laten zien, wie er het eerste de ruimte in zou gaan. Het werd Rusland, met de Spoetnik. De Spoetnik werd door de Russen in een baan om de aarde gebracht op 4 oktober 1957, 60 jaar geleden. Nu lijken Japan en China in de herkansing te gaan, waarbij vooralsnog Japan de eerste is. Een technologie die men daar nog niet aanwezig achtte. Een soort van agressiviteit die men in Azië liever ook niet ziet.
Wedloop in de ruimte
Er is dus meer aan de hand. Japan werkt ook aan een netwerk van spionagesatellieten, die de hele aarde moeten kunnen bestrijken. En zeker ook China. Dit moet u ook zien tegen de achtergrond dat beide landen grootmachten zijn. Beide willen ze een grote invloed in Azië. China is ook nog lang niet vergeten hoe Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft huis gehouden in China. Bovendien zijn er nog steeds de spanningen omtrent Taiwan, dat ook satellieten in de lucht heeft.
Premier Abe
Met het aantreden van de Japanse premier Abe leek enige ontspanning tussen beide landen mogelijk en sindsdien wordt ook bekeken op welke punten verdere samenwerking mogelijk zou zijn. Ook de toenadering tussen Noord- en Zuid-Korea geeft wat ontspanning. Tot slot zit China niet op rumoer in de achtertuin te wachten. Maar ondanks dat hebben de ruimtevaartprogramma’s de boel weer op scherp gezet en is het de vraag hoe de regio hier verstandig mee om zal gaan. De oorlogstaal vanuit Noord-Korea maakt het er niet beter op.