Joegoslavië: land dat uiteen viel in meerdere landen
De hevige burgeroorlog ontstond in 1991, nadat Joegoslavië langzaam uiteen viel in de landen Slovenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en Macedonië. Toch broeide het al eeuwen lang in deze regio, beginnend bij het uiteenvallen van het Ottomaanse rijk. Religieuze, economische en culturele spanningen hielpen Milosevic bij het opstoken van Serviërs.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog kwam maarschalk
Tito aan de macht in Joegoslavië. Op de bijeenkomst van het Cominform in 1949 kreeg hij toestemming om de “eigen weg naar het socialisme” te volgen met zijn land. Ondanks de kritiek uit de Sovjetunie had Tito’s manier succes. Hij voerde een aantal liberale regelingen in die goed vielen in het Westen, maar slecht in de Sovjetunie.
Joegoslavië
Tito dwong de verschillende volkeren in Joegoslavië tot het samenleven in één staat als Joegoslaven. Wie zich niet wilde aanpassen, viel buiten de boot. Ondanks de wat liberalere vorm van het communisme dat door Tito en de zijnen werd gehanteerd leefde de bevolking toch onder de druk van het moeten aanpassen. Men kon elkaar niet aanspreken met “Serviër, of “Kroaat”; men was Joegoslaaf. Men moest zich ook aanpassen op het gebied van religie.
Milosevic
Met het overlijden van Tito in 1980 kwamen mensen als Milosevic naar voren. Deze zagen nu de mogelijkheid om hun denkbeelden te propageren. Vaak waren deze denkbeelden, zoals in het geval van Milosevic, erg
nationalistisch. Men speelde in op de vooroordelen en de denkbeelden die door Tito met geweld waren onderdrukt.
Naast het nationalisme wat de kop op stak waren er ook andere redenen voor het voortdurende wantrouwen wat tussen de verschillende in Joegoslavië levende volkeren heerste.
Ottomaanse rijk
De problemen en het wantrouwen hebben al eeuwen bestaan. De oorzaken hiervoor liggen voor een deel in de veertiende eeuw. Aan het eind van de veertiende eeuw liep het Ottomaanse rijk ten einde. De Ottomanen komen uit het land dat tegenwoordig Turkije is. In de voorafgaande eeuwen groeide dit rijk en breidde haar grondgebied uit. Ze kwamen terecht in het huidige
Balkan-gebied. De Ottomanen brachten de
Islam met zich mee en veel mensen namen deze religie over.
Religie
Na de ineenstorting van dit Ottomaanse rijk bleven veel mensen op de Balkan moslim. Het land
Servië heeft altijd onder Russische invloed verkeerd. De inwoners van Servië namen het
orthodoxe geloof over.
Het noordwesten van de Balkan stond meer onder de invloed van het Heilig Roomse Rijk. Dit was een verzameling staten die zich uitstrekten van Nederland tot aan de Balkan. De overheersende religie was, naast het
katholicisme, het
protestantisme. Zo kwam het dus dat er op een relatief klein gebied verschillende volkeren leefden met verschillende religies.
Culturen
Zoals hiervoor al opgemerkt waren verschillende delen van de Balkan op verschillende culturen georiënteerd. Dit werd versterkt in de moderne tijd. Het noordwesten stond onder de invloed van het huidige Europa, het toenmalige Servië was Russisch georiënteerd en er was een grote groep moslims aanwezig, voornamelijk in
Bosnië en
Albanië. Het noordwesten, waar nu
Kroatië en
Slovenië onder vallen, was in staat te profiteren van het westen.
Toerisme
Tito voerde op economisch gebied een voor communistische standaard erg liberaal beleid. Hij poogde onder meer het toerisme te stimuleren. Dit had tot gevolg dat het westen geïnteresseerd raakte in vakanties in Joegoslavië.
Men kwam terecht aan de Adriatische kust, in het huidige Kroatië, en dit gebied profiteerde op economisch gebied. Een betere levensstandaard kon zodoende in het westen doorgang vinden.
Economie
Niettemin werd veel geld door Tito binnengehaald en verdeeld over geheel Joegoslavië. Zo ontstonden er verschillende problemen. De mensen uit voornamelijk Servië, trots op haar geschiedenis als onafhankelijk land, keken met afgunst naar het noordwesten. De mensen uit het noordwesten raakten veel van hun inkomsten weer kwijt en hadden het idee dat ze werkten voor mensen met wie ze totaal niets te maken hadden. Zo ontstonden er op economisch gebied ook een aantal spanningen.
Servië
Ook op het gebied van landbezit waren er een aantal problemen. Servië heeft altijd een dominante positie ingenomen op de Balkan. Dit was zo in de Middeleeuwen en ook later was dit het geval. In de negentiende eeuw was Servië uitgegroeid tot één van de machtigste landen op de Balkan. Het land was veel groter dan het tegenwoordige Servië.
De omliggende landen hadden een niet ongegronde angst voor het groeiende rijk. Dus probeerde men Servië te remmen in haar geldingsdrang. Dit zorgde uiteraard weer voor de nodige spanningen. Ook onder leiding van Tito probeerde Servië altijd een overheersende positie in te nemen. Dus toen het geld van de toeristen vanuit Kroatië naar Servië werd gebracht, voelden de Kroaten zich meteen aangevallen.
Kosovo
Een ander voorbeeld is Kosovo. Dit gebied stond in de 14e eeuw onder Servische overheersing. Door de Ottomanen kwamen hier veel moslims te wonen, die het land als hun grondgebied gingen beschouwen. Voor de Serven was
Kosovo niet veel meer dan een afvallige provincie. Bovendien is Kosovo een gebied dat rijk is aan grondstoffen, wat een belangrijke reden was voor de Servische claim op het gebied.
Toen Tito wegviel en andere mensen macht konden uitoefenen was Milosevic er snel bij om Kosovo in Servische handen te krijgen. In 1989 hield hij een beroemde toespraak op het Merelveld in Kosovo. Hij stookte duizenden Serviërs op en refereerde aan de historische veldslag die op deze plek was uitgevochten. De Serviërs hadden toen de moslims van die plek verdreven. Met de toespraak wist hij de Serven op te stoken en Kosovo, met haar grondstoffen in zijn macht te krijgen.
Onafhankelijkheid
In 1991 barstte de bom. Kroatië en Slovenië hielden referenda over het uitroepen van de onafhankelijkheid en riepen deze niet lang na deze referenda uit.
Bosnië-Herzegovina riep niet veel later ook haar onafhankelijkheid uit. De landen werden meteen erkend door de Westerse wereld, vooral door Duitsland. Dit riep de woede van Servië op en in midden 1991 vielen zij aan. Dit deden ze onder het mom van het beschermen van de Servische minderheden. Totale oorlog was het gevolg. In 1994 zouden er al 200.000 doden zijn gevallen.
Wantrouwen
Men kan dus zeggen dat door wantrouwen en het onvermogen de verschillen tussen de verschillende volkeren Joegoslavië aan de rand van de afgrond hebben gebracht. Door claims op grondgebied van verschillende kanten, economische en religieuze verschillen werd het wantrouwen tussen de verschillende volkeren tot grote hoogte opgestuwd. De volkeren begonnen elkaar steeds meer te wantrouwen en uiteindelijk te minachten en haten.
Tito
Onder Tito is, deels met succes, geprobeerd een vrede tussen de volken te forceren. Deels met succes, omdat men erin slaagde naast elkaar te leven zonder grote geweldsuitbarstingen. Dit was te danken aan de leiding van Tito. Anderzijds zijn de spanningen tussen de volken nooit minder geworden, ze zijn eerder groter geworden.
Spanningen
Tito slaagde erin een schijn van orde en vreedzaamheid te creëren in Joegoslavië. Onderhuids stegen de spanningen en voelden de burgers zich nooit verwant met de staat. Toen ook de opgelegde vrede van Tito wegviel was het wachten tot de bom zou barsten. En dat gebeurde uiteindelijk ook.