Wat is de waterstofeconomie?
Over de waterstofeconomie wordt al decennia lang gesproken, maar tot nu toe bestaat deze economie alleen nog op papier. Het is de verwachting van wetenschappers, dat de waterstofeconomie uiteindelijk de economie, gebaseerd op koolwaterstoffen zal opvolgen, als de aardolie en aardgas opraken. Dit artikel legt kort uit wat de waterstofeconomie is.
De waterstofeconomie is een term voor een economie waarbij
waterstof de belangrijkste energiedrager is. De basis ligt in de productie van waterstof en zuurstof uit water door elektrolyse. De verkregen
waterstof kan opgeslagen en vervoerd worden, zodat dit op een later tijdstip als energiebron gebruikt kan worden. De energie kan gebruikt worden voor vervoer, elektriciteitsopwekking, verwarming, etc.
De oorsprong van de waterstofeconomie
De term waterstofeconomie heeft grote bekendheid vergaart door het boek ‘The hydrogen economy” van de Amerikaanse schrijver en criticus Jeremy Rifkin. In zijn boek stelt hij dat de voorraden fossiele brandstoffen veel eerder op zijn dan door de wetenschappers aangenomen wordt. Door de vervanging van fossiele brandstoffen door
waterstof voorziet hij grote veranderingen in de maatschappij.
Op de langere termijn voorziet hij een geheel nieuwe wereld waarin eindgebruikers zelf hun elektriciteit opwekken door de verbranding van waterstof, maar ook zelf waterstof maken. Rifkin voorziet een uitwisseling van energie op een wijze zoals dat nu gebeurt met informatie op het internet waarbij gebruikers rechtstreeks contact hebben met andere gebruikers. Hij noemt dit de ‘distribution generation’.
De waterstofeconomie in de praktijk
Het aanbod van duurzame energie varieert sterk in de tijd, aangezien deze vaak afhankelijk is van wind, zon en getijden. Door waterstof op te wekken op de momenten dat elektriciteitsproductie van duurzame bronnen piekt, is het mogelijk om op een later tijdstip hier weer elektriciteit uit op te wekken waarmee het probleem van de pieken wordt tegengegaan.
Het grootste probleem vormt bij waterstof de opslag. Omdat waterstof het kleinste molecuul vormt een opslag zonder lekkages een grote uitdaging. Daarnaast geldt dat de hoeveelheid energie opgeslagen per molecuul waterstof relatief laag is. Dit heeft tot gevolg dat er veel moleculen waterstof nodig zijn in verhouding tot andere brandstoffen. Om een grote hoeveelheid moleculen waterstof op te slaan in een kleine ruimte zijn lage temperaturen of een hoge druk (700 bar) of een combinatie nodig.
Politiek
In Nederland is het nog steeds erg stil in de politiek met betrekking tot waterstof. In de VS echter heeft President George W. Bush een aanzienlijk deel van het budget voor onderzoek naar alternatieve brandstoffen overgeheveld naar de ontwikkeling van de waterstofeconomie. Sinds de aanslagen in 2001 op het World Trade Center in New York worden brandstofcellen ook wel freedom cells genoemd.
Kritische Geluiden
In theorie klinkt het allemaal goed, maar er zijn ook kritische geluiden met betrekking tot de waterstofeconomie. De belangrijkste argumenten zijn:
- opwekking van waterstof is inefficiënt. Er gaat meer energie bij verloren dan bij het opwekken en transporteren van elektriciteit;
- ontsnapt waterstof draagt bij aan het broeikaseffect;
- opslagproblemen
- de veiligheidsaspecten van waterstof, want dit is lichtontvlambaar en explosief.
Veel tegenstanders van waterstof zijn van mening dat oliemaatschappijen een groot belang hebben bij de waterstofeconomie omdat zij dan zorg kunnen dragen voor de grootschalige distributie.