Tora beschouwt elk mens als gelijkwaardig met een eigen taak
We denken al snel dat de gelijkwaardigheid van mensen begon met de democratie in Griekenland. Maar in feite is de Tora het eerste revolutionaire boek dat gelijkheid onder mensen predikt. In Griekenland werden gelijken als gelijken behandeld en ongelijken als ongelijken. In de Tora is iedereen gelijk. God maakt geen onderscheid tussen mensen; wel geeft Hij ze verschillende taken mee bij hun geboorte. Een uitleg.
Dit artikel is gebaseerd op informatie uit de Tora. Tevens vindt u de visie van Etsel.
Landeigenaren
Terwijl in andere landen grond in bezit was van koningen en tempels en de rest van de bevolking slaaf was, staat in de Tora dat God de officiële eigenaar is van het land en dat Hij het aan de Israëlieten in bruikleen geeft. Elke Israëliet is landeigenaar (Lev. 25). Dit betekent dat elke Israëliet een inkomen heeft.
Schuld kwijtschelden
In de Tora wordt geregeld dat elke zeven jaar een schuld kwijtschelding plaatsvindt ongeacht of het een politiek instrument is van een nieuwe heerser. Schuld kwijtschelding is een recht van elke gewone burger (Deut.15).
Belasting
In de Tora wordt het heffen van belasting geregeld om rijke boeren te laten betalen zodat arme boeren ervan kunnen profiteren. Dit was de eerste vorm van belasting betaling voor sociale doeleinden (Deut.14).
Politiek
In de Tora wordt geregeld dat iedere burger tot rechter kan worden gekozen (Deut.16) De 'wijzen' en de 'rechters' vormden een parlement voor het volk. De meesten kwamen uit gewone gezinnen.
Totdat David werd gekozen als koning, kon iedere burger gekozen worden (Deut.17). Zelfs daarna werd een koning gekozen die goed was in Israëls ogen en in de ogen van God. Dat geldt ook voor vandaag: de toekomstige Davidische koning zal alleen wettelijke steun krijgen als hij er in slaagt mensen om hem heen te verzamelen (Maimonides, Wetten van Koningen 11:4-5). Conceptueel ligt de keuze bij het volk. God moet ook zijn toestemming verlenen via de profeet.
Communicatie technologie
De Tora hanteert het alef-bet. Dit is makkelijk te leren en iedere Israëliër kreeg zo de mogelijkheid kennis te nemen van de Tora. Het volk werd niet onwetend gehouden zoals bij andere volken waar een moeilijk schrift was ontwikkeld dat lastig te leren was door de bevolking die zo onwetend bleef. Tegenwoordig ziet men nog in dictatoriale landen dat men het internet probeert te onthouden van de bevolking om deze onwetend te houden. De Tora bevordert juist kennis. Kinderen worden al vroeg onderwezen.
Rol van de vrouwen
Ook bij de rol van de emancipatie van vrouwen liep de Tora voorop. Bij andere volkeren zagen we dat vrouwen slechts twee rollen hadden: het bevredigen van de verlangens van mannen of om mannen te verleiden. In de Tora zien we dat vrouwen juist een veel belangrijkere rol hadden: Sara, Rebekka, Mirjam, Debora, etc. Zij leiden het volk of de vrouwen.
Slavernij
In het Hebreeuws wordt de term 'eved ivri' gebruikt. Dit wordt vaak fout vertaald met 'Hebreeuwse slaaf'. Eved ivri werd namelijk gebruikt voor de dienst van een hooggeplaatste minister aan zijn koning, of zelfs de dienst van Mozes aan God.
Priesters
Priesters (kohaniem) stammen weliswaar alleen af van de zonen van Aharon maar ze behoren niet tot een economische of politieke klasse. Ze hadden geen speciale rechten. De priesters bezaten ook geen land. De priesters hadden wel een Tempel functie maar die bezat het gewone wolk ook. De priesters waren menselijk en maakten fouten.
Klasse en adel
Wie de Bijbel kent weet dat er geen woorden als 'klasse' en 'adel 'voorkomen. Ook in dat opzicht ademt de Tora een sfeer van gelijkheid uit.
Visie van Etsel
Het begrip 'Uitverkoren volk' zet bij veel niet-Joden nogal kwaad bloed. Ze denken ten onrechte dat het Joodse volk van zichzelf denkt beter te zijn dan anderen. Maar wanneer ze de Tora goed zouden lezen, dan zouden ze begrijpen dat dat het Joodse volk zichzelf helemaal niet beter ziet dan andere volkeren. Alleen haar
TAAK is anders. Net zoals ieder mens weer een verschillende taak heeft in zijn/haar leven, zo verschillen ook de taken van de volkeren onderling. De taak van het Joodse volk is om te getuigen van de Ene God en deze te dienen. Dit brengt een zeer grote verantwoordelijkheid met zich mee. Want wanneer God niet op de juiste manier wordt gediend worden de Joden gestraft, harder dan andere volkeren die deze taak niet hebben. Het dienen van God brengt extra geboden zich mee, die wel voor Joden gelden maar niet voor niet-Joden. Toch wil dit niet zeggen dat Joden later beter beloond zullen worden dan niet-Joden. Iedere rechtvaardige mens c.q. ieder mens die zijn Goddelijke opdracht vervult, komt rechtstreeks in het Paradijs terecht. God maakt dus in dat opzicht geen enkel onderscheid tussen mensen. Maar ondanks deze gelijkheid heeft elk mens weer een eigen unieke taak. Ieder mens is verschillend en ieder mens moet zijn eigen taak die God hem/haar heeft meegegeven met de geboorte zien te vervullen. Vanuit het perspectief van de mens bezien lijkt het vaak dat de ene mens het makkelijker en beter heeft in deze wereld dan de andere; het lijkt dus dat er ongelijkheid bestaat. Maar vanuit Gods perspectief bezien is ieder mens gelijk -elke taak is even belangrijk en leidt ertoe dat de wereld een woonplaats wordt voor God en de mens.