Joods Nederland: Nieuw Israelietisch Weekblad - NIW
Sinds 1865 kent de Joodse gemeenschap in Nederland een eigen weekblad: het Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW). Het is het oudste weekblad c.q. consumententijdschrift van Nederland met de kleinste oplage. Anno 2019 is het weekblad een opinietijdschrift en cultureel magazine in één. Het blad is oorspronkelijk orthodox-Joods en antizionistisch. Na 1945 verandert dat en is het NIW zionistisch en voor alle Joden in Nederland bestemd, van orthodox tot atheïstisch, van links tot rechts, van jong tot oud. In het NIW, dat onafhankelijk is, wordt een scala aan onderwerpen behandeld die te maken hebben met Joodse Nederlanders en onderwerpen. Daarnaast is aandacht voor de Joodse geschiedenis en het Midden-Oosten, in het bijzonder Israël. Anno 2019 komt het NIW 44 keer per jaar uit. Het blad telt minstens 40 pagina's en kent meer dan 12.000 abonnees. De uitgave wordt verzorgd door Stichting NIW en wordt geëxploiteerd door de Koninklijke BDU Uitgevers BV. Naast Joden lezen ook niet-Joden het blad.
NIW is een onafhankelijk weekblad
Het Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW) beoogt onafhankelijk informatie te verschaffen aan en over de Joodse gemeenschap in Nederland. Het NIW is een uitgave van de Stichting Nieuw Israelietisch Weekblad. Het bestuur bestaat anno 2019 uit:Joelek Goldfinger (voorzitter), Uri van Gelder (vice-voorzitter), Ralph Prins (penningmeester), Vivian Weijel, Sidney Bialystock en Yasha Lange.
Geschiedenis van het Nieuw Israelietisch Weekblad
De periode 1865-1940: orthodox en antizionistisch – ‘Om U met de echte leer der waarheid bekend te maken’
In reactie op de reformatorische tendensen richtte Meijer Marcus Roest (samen met de rector van de seminarie en later opperrabbijn J.H. Dünner) het Nieuw Israelietisch Weekblad (1865) en Israelietische Nieuwsbode (1875) op, waarmee ze een gematigd conservatief Jodendom wilden bevorderen, gesteund door Wissenschaft des Judentums. Naast deze weekbladen heeft Roest de driemaandelijkse De Israelietische Letterbode (1875-86) gesticht en uitgegeven, die diende als een platform voor internationale, historische en bibliografische studiebeurzen.
Onder Philip Elte, die in 1875 aantrad als hoofdredacteur en dat 43 jaar lang bleef, werd het NIW het populairste Joodse weekblad van Nederland. Door de variëteit van berichten uit Joods Nederland, berichtgeving over Joden elders in de wereld, populairwetenschappelijke artikelen, een feuilleton en de onmisbare familieberichten, vindt iedere lezer wel iets van zijn gading. Joden leven met elkaar mee. Maar er ontstond ook intern debat. Van 1924 tot 1932 bestond naast het NIW nog een Joods weekblad, de Vrijdagavond. In totaal waren er voor de oorlog 6 Joodse bladen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog mochten Joden geen bladen uitgeven. Alleen de Joodsche Raad kreeg toestemming om het Joodsche Weekblad uit te geven.
De periode na 1945: zionistisch en voor alle Joden
Twaalf dagen na de oorlog verscheen het NIW opnieuw. Dit was te danken aan twee medewerkers van uitgeverij Joachimsthal die de oorlog hebben overleefd. Ze drukten het NIW op de persen van het antisemitische blad 'De Misthoorn'. Het NIW veranderde van een orthodox, antizionistisch weekblad in een zionistisch weekblad voor alle Joden.
Onder hoofdredacteur Mau Kopuit (1971-1992) groeide het NIW uit tot de spreekbuis van de Joodse gemeenschap in Nederland. Kopuit zei dat in het NIW niets en niemand ontzien worden. In de columns van het NIW kwamen ruzies en meningsverschillen binnen de Joodse gemeenschap aan de orde. Maar Kopuit hamerde op onderlinge solidariteit tussen Joden: “Joden laten Joden nooit echt vallen - een rabbijn kan aan de kant worden gezet, maar dan toch altijd met een prima financiële regeling waardoor de menselijke waardigheid gehandhaafd blijft.” Kopuit moest niets hebben van dialoog tussen Joden en christenen. Toch werd daar in het NIW een plekje voor ingeruimd speciaal voor de liberale Joden. Wat betreft het antisemitisme in Nederland maakte hij zich in de jaren 70 en 80 geen zorgen. Hij ergerde zich eerder aan het Stiba, Stichting tot bestrijding van antisemitisme, die achter elke mop over Joden de gaskamers van Auschwitz zag opdoemen.
Het NIW staat bekend om haar columns. Eén van de meest spraakmakende columnisten die decennialang voor het NIW schreef was Gerrit Philip Mok die tevens redacteur was bij het Weekblad Elsevier. Rechtse Joden liepen met het nationalistische gedachtegoed van Mok weg. Linkse Joden moesten echter niets van hem hebben. Mok had overal een duidelijke mening over, vooral als het ging over het Israëlisch-Palestijns conflict. Hij was één van de weinige journalisten in Nederland die niets moesten hebben van Rabins vredesproces in de jaren 90 van de vorige eeuw. Hij ging er fel tegen tekeer. Vaak leidden de columns van Mok tot heftige reacties van lezers.
NIW bestaat 150 jaar in 2015
In 2015 vierde het NIW haar 150-jarig bestaan. Terwijl vele andere weekbladen verdwijnen verschijnt het NIW nog steeds elke week. Dat werd op woensdag 18 november 2015 gevierd in
debatcentrum de Balie.
Kleine redactie anno 2019
De redactie van het NIW is na de oorlog gevestigd in de Rapenburgerstraat in Amsterdam. Om financiële redenen verhuist de redactie in 2000 naar een goedkopere vestiging in Amstelveen. In 2009 keert men terug naar Amsterdam. Eerst in Oostenburg bij het Parool waar het NIW-krantje omgevormd wordt tot een kleurenmagazine. In 2011 verhuist de redactie naar De Pijp waar het anno 2019 nog steeds zit.
Omdat het NIW een blad is met een tamelijk kleine oplage is de redactie klein. Er werken anno 2019 zes mensen op de redactie. Esther Voet is hoofdredacteur van het NIW. Bart Schut is de adjunct-hoofdredacteur. Ze hebben allebei hun sporen verdiend in de journalistiek en kunnen bogen op veel ervaring. Daarnaast zijn bij het NIW werkzaam: Redacteuren: Micky Cornelissen en Achsa Vissel; Eindredacteur: Jaron Beekes; Redactie-coördinator: Marianne Troostwijk; Layout: Jeroen van Heemskerck Düker.
Hoe ziet het NIW magazine eruit?
Het NIW lijkt anno 2019 een paar vaste onderwerpen te hebben die regelmatig terugkeren, zoals varia, interviews, columns, reacties, familieberichten etc. Hoewel het NIW na de oorlog zionistisch is geworden is er in het blad niet extreem veel aandacht voor Israël. Er lijkt geen vaste correspondent voor het NIW in Israël te zitten, wat vermoedelijk financieel ook niet op te brengen is. Op de eerste plaats is de aandacht van het NIW vooral gericht op berichtgeving over de Joodse gemeenschap in Nederland. Wat religie betreft komen zowel orthodoxe als liberale Joden en rabbijnen aan het woord.
Hoewel het NIW een cultureel magazine is, is er ook veel plek voor discussie. Omdat de Joodse gemeenschap in Nederland zeer divers is gaat het er in de discussies regelmatig heftig aan toe. De discussies geven lezers wel de mogelijkheid om van zich te laten horen en zo krijgt men een goed beeld van wat zich afspeelt binnen Joods Nederland t.a.v. allerlei onderwerpen zoals Jodendom, Joodse geschiedenis, Israël, antisemitisme, etc.
NIW website
Naast het kleurenmagazine heeft het NIW ook een eigen website waar artikelen uit het magazine gelezen kunnen worden. Sommige artikelen zijn vrij toegankelijk, andere artikelen zijn alleen toegankelijk door in te loggen. Daar is de digitale versie van het magazine te lezen met nieuws, achtergronden, dossiers en opinie.
Lees verder