Bijbel (Tenach) - De positie van de mens
De mens wordt in de Tenach aangeduid door middel van verschillende woorden, die elk de verschillende aspecten van de menselijke natuur weergeven of benadrukken. De belangrijkste zijn: Adam, Iesj, Enosj en Gever. Daarnaast komt het woord ziel veel voor met betrekking tot de mens.
De mens
Adam
Adam duidt de mens aan die zich onderscheidt van andere levende wezens. Het woord wordt vaak gebruikt om het menselijk geslacht mee aan te geven.
Iesj
Iesj betekent zowel man als echtgenoot. Er worden dus mannelijke wezens mee aangeduid maar het kan ook in algemene zin worden gebruikt.
Enosj
Hiermee wordt het menselijk geslacht aangeduid maar kan ook de mens als individu betekenen. Het woord drukt de tegenstelling uit tussen God en mens.
Gever
Betekent man. Het woord is afgeleid van een stam die 'sterk' of 'machtig zijn' betekent.
De oorsprong van de mens
De mens is door God geschapen en vormt de kroon van Zijn gehele scheppingswerk. In Genesis 1:27 wordt beschreven hoe de mens naar het evenbeeld van God is geschapen. Genesis 2:7 vermeldt dat de mens uit het stof der aarde is geformeerd en van God levensadem kreeg ingeblazen. Zo werd de mens tot een levende ziel. De mens is zowel psychisch als lichamelijk een eenheid. De mens stamt af van Adam, hoe verschillende ze ook zijn op ethnisch, sociaal en cultureel gebied.
Het huwelijk
Het doel van het huwelijk is dat de mens monogaam zou blijven. God schiep de mens als man en vrouw en gaf de vrouw als steun en hulp aan de man, omdat Hij zag dat het niet goed was dat de mens alleen zou zijn. Zie verder mijn artikel Doel van het huwelijk. Een joodse visie.
Positie van de vrouw
De vrouw speelde een belangrijke en centrale rol in de Tenach. Bekend zijn richteres Debora en koningin Esther. Eén van de belangrijke dingen voor een vrouw was te huwen en kinderen te krijgen. Zonen worden gezien als Goddelijke zegen. Kinderloosheid is de grootste vernedering die een vrouw kon ondergaan.
Vrije wil
Volgens Genesis vers 3 heeft de mens de vrijheid zijn Schepper te gehoorzamen en te kiezen tussen het goede en het kwade. In de Tenach wordt de mens voorgesteld als een individu dat vrij is een eigen morele beslissing te nemen. De mens koos voor het kwaad en kwam tegen zijn Schepper in opstand. Omdat de mens een vrije wil heeft is hijzelf verantwoordelijk voor zijn daden. Prediker (7:29) vermeldt uitdrukkelijk dat God de mens goed heeft geschapen.
Door voor het kwade te kiezen kwam de zonde (cheta) in de wereld. Toch is de situatie van de mens niet hopeloos. In de Tenach wordt veel gesproken over genade en barmhartigheid (chesed). Met de Tora wordt de weg van terugkeer tot God bekend gemaakt, waar ook door de profeten op gewezen wordt.