Torastudie: educatie - Leviticus 21-24
In het Jodendom (de Tora) wordt leren gezien als een levenslange onderneming. Het houdt niet op na je jeugd. Er is noodzaak jezelf je hele leven lang te ontwikkelen en te groeien. In Leviticus 21:1-24:32 instrueert God aan Mozes: “Spreek tot de priesters, de zonen van Aharon, en zeg tegen hen....” Dit is Bijbelse bron van het concept van educatie. Wijsheid moet aan de volgende generatie worden overgebracht.
Shema
In hoofdstuk zes van Deuteronomium gaan vijf verzen over het Shema. Deze wordt door de Jood elke ochtend en avond gereciteerd. Het gaat om vijf fundamentele voorschriften van de Shema:
- het belijden van de Eenheid van God;
- God liefhebben;
- het bestuderen van de Tora;
- de tefillien (gebedsriemen) aanbrengen op armen en hoofd;
- de mezoezot op de deurposten van onze huizen aanbrengen.
In Deuteronomium 6:6-7 wordt verwezen naar het bestuderen van de Tora:
Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat.
Het gaat om de eeuwigheid van het Joodse volk en dat de Joden (en de niet-Joden) een partner zijn van God in het Scheppingsproces. Elke generatie moet de kennis van de Tora weer overdragen aan de volgende generatie. Niet alleen de jongeren moeten leren, maar ook de volwassenen een heel leven lang. De Jood moet zich geestelijk ontwikkelen en blijven groeien zodat het de volgende generatie kan grootbrengen. Door te onderzoeken hoe we onze kinderen moeten opvoeden weten we hoe we onszelf moeten onderwijzen.
Nadere toelichting op bovenstaande Joodse commentaren
Gedeeltelijk aan de hand van het boek 'Joodse traditie als permanent leren' van I.B.H. Abram wil ik dieper ingaan op het menselijke vermogen om permanent te leren.
Een kind leert reeds vóór zijn geboorte via zijn moeder die luistert naar de stem van degene die bezig is met de studie van de Tora. Maar formeel begint het permanent leren in de wieg en eindigt in het graf. Met de leeftijd neemt de wijsheid toe bij degenen die blijft leren. Tot het graf kan men de Tora blijven bestuderen. Dat is nodig want alles is in haar bevat. Het gaat om de maximale inzet bij het leren. Niet iedereen haalt hetzelfde niveau.
De niet-Joodse wereld heeft het idee van permanent leren van de Joden overgenomen. Wie deelneemt aan de arbeidsmarkt en op een hoge positie zit zal constant moeten bijleren. Dit geldt ook voor mensen die werkloos raken en weer op zoek zijn naar een andere baan.
Hoewel gezegd wordt dat tijdens de jeugd het meest geleerd wordt, geldt dat levenservaring ook bij het leerproces hoort. Zo blijkt uit intelligentietests dat ouderen vaker over een grotere woordenschat bezitten. Ouderen kunnen zich ook nieuwe inzichten en vaardigheden eigen maken. Er bestaat echter geen relatie tussen intelligentie en leeftijd. Andere factoren zoals opleiding, gezondheidstoestand en specifieke ervaring houden daarmee samen.
Abram noemt achtenveertig manieren om kennis van de Tora te verwerven. Dat geldt voor ieder mens die de Tora bestudeert. Naast het leren en luisteren worden o.a genoemd: weinig slapen, weinig praten, het dragen van het lijden, God liefhebben, de mens liefhebben, gewetensvol leren en nog vele andere punten.
Er zijn ook nog vijf studieregels te noemen:
- leer permanent;
- herhaal;
- leer individueel en collectief;
- leer door in de praktijk te brengen;
- plan het eigen leren.
Samenvatting - vragen
Om voor uzelf te controleren of u de tekst goed begrepen heeft volgt hier een aantal vragen. De antwoorden vindt u terug in bovenstaande tekst.
- Uit welke vijf fundamentele voorschriften bestaat het Shema?
- In welk Bijbel gedeelte wordt verwezen naar het bestuderen van de Tora?
- Waarom is het van belang een heel leven lang te leren?
- Wanneer begint het leren van een kind informeel en wanneer formeel?
- Waar gaat het bij het leren om?
- Welke factoren spelen een rol bij het leerproces?
- Hoeveel manieren zijn er om kennis van de Tora te verwerven?
- Noem vijf studieregels.
Lees verder