Torastudie: Zonde en heiligheid Leviticus 16:16
De Lubavitcher Rebbe bespreekt een discussie in de Talmoed waarbij de vraag gesteld wordt wie op aarde een 'woning' voor God kan maken: de rechtvaardige, de baal tesjoewa (de tot inkeer gekomen persoon), of de zondaar. De Zohar verwijst naar de rechtvaardige; Rashi verwijst naar de baal tesjoewa en Nachmanides noemt de zondaar. Volgens de Lubavitcher Rebbe -op basis van de Talmoed- zijn alle drie de verklaringen waar. Hier volgt een uitleg.
Dit artikel is een korte samenvatting van het artikel 'Sin and sanctity' van Rebbe Menachem Mendel Schneerson. Tevens vindt u de visie van Etsel.
Geen tijdsvolgorde in de Tora
In de Tora wordt niet de tijdsvolgorde weergegeven m.b.t. gebeurtenissen. Er zijn drie verschillende versies van het maken van het Heiligdom en het Gouden Kalf wat betreft de volgorde.
Waar wel overeenstemming over is is de volgende tijdslijn over een periode van 10 maanden.
- Op 6 Sivan openbaart God zich aan het volk Israël met de Tien Geboden. De volgende dag neemt Mozes de Tora in ontvangst.
- Op 16 Tammoez (40 dagen later) maken de Joden het Gouden Kalf en aanbidden deze. Op 17 Tammoez breekt Mozes uit woede de twee Stenen Tafelen.
- Op 19 Tammoez gaat Mozes opnieuw de berg op om God vergiffenis te vragen. Mozes maakt twee nieuwe Stenen Tafelen.
- Op 1 Elloel daalt Mozes de Sinaï af. Op 10 Tisrei (Jom Kippoer) krijgt het volk Israël vergiffenis.
- Op 25 Kislev (2,5 maand later) wordt het Heiligdom afgebouwd die 3 maanden later op 1 Nissan wordt opgezet.
Drie opinies
Nachmanides
Hij houdt vast aan bovenstaande tijdsvolgorde.
Rashi
Hij zegt dat het Heiligdom een verzoening was voor de zonde van het Gouden Kalf.
Zohar (Kabbalistisch boek)
Gods instructie voor het doneren van materialen gebeurde reeds vóór de zonde van het Gouden Kalf. Het bouwen van het Heiligdom is een plicht gegeven vóór de zonde van het Gouden Kalf.
De rechtvaardige, de baal tesjoewa en de zondaar
rechtvaardige
De Zohar stelt dat de mitswa van het bouwen van het Heiligdom aan rechtvaardigen is gegeven. De Joden waren nog niet zondig.
de baal tesjoewa
Als het volk Israël niet gezondigd had met het Gouden Kalf dan was er geen reden geweest een Heiligdom voor God te maken. Dit zegt Rashi.
(Zowel Rashi als de Zohar zijn van mening dat het gebod de Mishkan (Heilidom) te bouwen niets Israëls zonde 'overleefd' heeft. In beide gevallen werden de Stenen Tafelen gebroken en werden er nieuwe gemaakt.)
zondaar
Volgens Nachmanides bleef het gebod het Heiligdom te bouwen van kracht zelfs toen de Israëlieten zondigden. Er kwam geen tweede editie van het Heiligdom. Dus ook zondaars kunnen een Heiligdom bouwen.
Wie kan een 'woning' voor God maken in de fysieke wereld?
Op grond van bovenstaande moeten we ons afvragen wie voor God een 'woning kan maken in de fysieke wereld: de rechtvaardige, de baal tesjoewa of de zondaar?
De Zohar is van mening dat het alleen mogelijk is met materialen gedoneerd door rechtvaardigen. Rashi stelt dat de baalei tesjoewa van binnenuit de fysieke wereld kunnen transformeren. Nachmanides gaat uit van iedereen ongeacht de geestelijke toestand. In Leviticus 16:16 staat:
Die bij hen zetelt te midden hunner onreinheden. Het Heiligdom blijft van kracht ongeacht de ups en downs van Israëls relatie met God.
De Talmoed concludeert dat alle drie de partijen gelijk hebben. In de Mishkan liggen zowel de gebroken eerste Stenen Tafelen als de tweede Stenen Tafelen (dus de rechtvaardigen en de baalei tesjoewa). De rechtvaardigen kunnen op hun niveau God dienen. De baalei tesjoewa kunnen transformeren. De zondaars kunnen door een enkele goede daad een 'woning' voor God maken.
Nadere toelichting op bovenstaande Joodse commentaren
Deze bovenstaande uitleg maakt duidelijk dat voor ieder mens de mogelijkheid bestaat om mee te helpen de fysieke wereld te transformeren tot een 'woning' voor God. De rechtvaardige heeft geen voorrang boven de baal tesjoewa of de zondaar. Ook wordt duidelijk dat elk mens op eigen kracht naar God kan terugkeren. Veel niet-Joden interpreteren het verhaal van de Gouden Kalf verkeerd. Zij zien het als 'bewijs' dat het Joodse volk zondig is (en feitelijk ook ieder mens). De mens zou tot zonde gedoemd zijn. Maar het verhaal geeft juist aan dat rechtvaardigen tot zondigen geneigd zijn en sommigen van hen dat ook af en toe doen, maar dat ze evenzo goed weer kunnen terugkeren naar God. Er bestaat dus geen enkel doemscenario. Hierin zien we ook Gods grote barmhartigheid om mensen hun zonden te vergeven. Het gaat vooral ook om het leerproces. De neiging te zondigen heeft God geschapen om de mens de gelegenheid te geven geestelijk te groeien. Uiteraard had God robots kunnen maken die precies doen wat Hij wil. Maar dan is er van groei geen enkele sprake meer. Natuurlijk is zondigen fout en moet ten all tijden voorkomen worden. Maar mocht niet opzettelijk gezondigd worden dan is er alle gelegenheid dit recht te zetten en zo geestelijk te groeien. Alleen door geestelijke groei kunnen we een volwaardige partner van God worden.
Samenvatting - vragen
Om voor uzelf te controleren of u de tekst goed begrepen heeft volgt hier een aantal vragen. De antwoorden vindt u terug in bovenstaande tekst.
- Hoe ziet de tijdslijn eruit m.b.t. het Heiligdom en het Gouden Kalf volgens Nachmanides, Rashi en de Zohar?
- Waarom is de Zohar van mening dat de mitswa van het Heiligdom te bouwen gegeven is vóór de zonden van het Gouden Kalf?
- Wanneer zou er geen reden zijn geweest het Heiligdom te bouwen volgens Rashi?
- Waarom kunnen ook zondaars een Heiligdom bouwen volgens Nachmanides?
- Wie kan een 'woning' voor God maken in de fysieke wereld?
- Wat concludeert de Talmoed t.a.v. de drie verschillende opinies?
Lees verder