Torastudie: Woorden die doden – Leviticus 13:2
In de vorige Torastudie (160) behandelden we het onderwerp roddelen en lasterpraat. De Lubavitcher Rebbe heeft een toelichtend artikel geschreven waarin hij uitlegt hoe dodelijk woorden kunnen zijn. Woorden zijn werkelijkheid voor de ziel. De ziel wordt het hardst getroffen. Negatieve woorden kunnen de ziel kwetsen. Omgekeerd geldt dat positieve woorden de ziel kunnen strelen. Etsel maakt duidelijk dat Joden in de loop der eeuwen vervolgd zijn op basis van lasterpraat.
Dit artikel is een samenvatting van een lering van de Lubavitcher Rebbe. Tevens vindt u de visie van Etsel
De Baal Shem Tov en twee discipelen die ruzie maken
De Baal Shem Tov raakte eens betrokken bij een ruzie tussen twee volgelingen van hem. Eén van hen riep tegen de ander:
“Ik zal je met mijn blote handen in stukken scheuren.”
De Baal Shem Tov riep de twee kemphanen bij elkaar om met z'n tweeën hand in hand een cirkel te vormen terwijl ze hun ogen dicht hadden. De Baal Shem Tov legde zijn handen op hun schouders. Plotseling schreeuwden beiden van angst: achter hun oogleden zagen ze hoe de boze man de ander letterlijk uiteen trok, zoals hij had gedreigd.
Woorden die doden
Woorden kunnen op vele manieren dodelijk zijn. Soms zijn ze een selffulfilling prophecy; soms wordt een onschuldige passant getroffen; soms keren ze als een boomrang terug naar de spreker.
Haatdragende taal kan tot haatdragende handelingen leiden die soms jaren of zelfs generaties lang door blijven werken. Maar het gaat zelfs dieper dan dat. Woorden hoeven niet te materialiseren in de 'Wereld van Aktie', maar ze blijven dan nog wel in de 'Wereld van Spraak'. De mens is niet alleen een lichaam maar ook een ziel. Woorden die niet tot fysieke handeling leiden kunnen nog wel werkelijkheid zijn voor de ziel.
Om bovenstaande reden liet de Baal Shem Tov zijn discipelen hun ogen sluiten om te laten zien dat de woorden invloed hadden op hun ziel. Overigens hoeven woorden niet altijd slecht te zijn voor de ziel. Positieve woorden zijn een weldaad voor de ziel.
Nadere toelichting op bovenstaande Joodse commentaren
In Torastudie 160 bespraken we roddelen binnen een kleine kring. Roddelen kan echter ook in een grote kring plaatsvinden en doelbewust gebruikt worden om mensen (een volk) in het openbaar te kwetsen.
Wanneer we kijken naar de geschiedenis van het Joodse volk dan zien we schrijnende voorbeelden van roddelpraat over Joden die generaties lang schade hebben toegebracht aan het Joodse volk. Vooral het christendom heeft veel lasterpraat over het Joodse volk de wereld in gebracht. We zien dat al in het Nieuwe Testament lasterpraat plaatsvindt tegen de Farizeeërs. De christelijke god, Jezus, noemt de Farizeeërs kinderen van de Duivel. Deze lastertaal heeft ertoe geleid dat christenen eeuwenlang het Joodse volk aangezien hebben voor kinderen van de Duivel en hen op grond daarvan vervolgd hebben. Ook de roddel dat Joden Jezus zouden hebben vermoord, terwijl in werkelijkheid de Romeinen dat gedaan hadden, gaat er bij veel christenen nog steeds in als zoete koek (dat merken we zelf nog regelmatig bij reacties van bezoekers van InfoNu).
Er zijn ook wat indirecte vormen van roddelpraat te constateren. Zo leggen veel christenen steevast een aantal zaken uit de Hebreeuwse Bijbel verkeerd uit en claimen dat hun uitleg Joods is. Zo beweren ze dat de erfzonde en de Drie-eenheid in de Hebreeuwse Bijbel voorkomt en dat dat dus een erg Joodse gedachte is. In werkelijkheid kent het Jodendom helemaal geen erfzonde en Drie-eenheid. Ook beweren sommige christenen dat het Nieuwe Testament erg Joods is, terwijl de religieuze Joden daar totaal geen Joodse ideeën in terug kunnen vinden (zoals het fabeltje dat God mens zou zijn geworden via Jezus wat helemaal geen Joods idee is).
Door opzettelijk verkeerde informatie over het Jodendom de wereld in te slingeren wordt het Jodendom in diskrediet gebracht en worden Joden zo op indirecte wijze getroffen door lasterpraat. Joden zijn hierdoor niet alleen in hun ziel getroffen maar hebben ook lichamelijk de gevolgen ervan ondervonden (brandstapels, gaskamers, slachtpartijen, etc.).
N.B. Voor de de goede orde meld ik dat christenen uiteraard hun eigen ideeën mogen hebben, maar dan moeten ze die wel als christelijk betitelen en niet als Joods.
Er mag dus op geen enkele wijze lichtzinnig over lasterpraat gedacht worden.
Slot
Nog interessant om te melden dat in het Achttiengebed, 12de Bracha, gebeden wordt tegen lasteraars. Onder lasteraars wordt verstaan Joden die tot het christendom zijn overgegaan. Zie verder:
Het Achttiengebed: 12de bracha – Zegenspreuk over ketters.
Samenvatting - vragen
Om voor uzelf te controleren of u de tekst goed begrepen heeft volgt hier een aantal vragen. De antwoorden vindt u terug in bovenstaande tekst.
- Op welke twee manieren kunnen woorden dodelijk zijn voor de mens?
- Wanneer zijn woorden een weldaad voor de ziel?
- Noem voorbeelden van gevallen waarin Joden vervolgd zijn als gevolg van roddel.
- Hoe worden Joden in het Achttiengebed genoemd die tot het christendom zijn overgegaan?
Lees verder