Geschiedenis Tora: Wat zijn de Misjna en de Talmoed?
Na 1500 jaar mondelinge overlevering was het noodzakelijk de Mondelinge Tora op schrift te stellen. Dit werd geredigeerd door Rebbe Jehoeda HaNasi (zesde generatie na Hillel). In dit artikel aandacht voor de Misjna, Midrash en andere werken van de Misjna periode. En ook aandacht voor de Jeruzalem en Babylonische Talmoed.
Afname kennis
Bij wetenschap neemt de kennis alleen maar toe. Bij de Tora geldt dat Mozes meer van de Tora wist dan enig mens die na hem kwam. De kennis van de Tora neemt dus af. Met de afname van de kennis besloten de Joodse wijzen de Mondelinge Tora op te schrijven om te voorkomen dat kennis verloren gaat. Ook nam het aantal meningsverschillen toe (zie de school van Hillel en Shammai).
De Tannaiem – Wijzen van de Misjna
De Tannaiem leefden in de periode 10-200 van de gewone jaartelling. Zij schreven de Mondelinge Tora op om het voor duizenden jaren te kunnen bewaren.
Yonason ben Uziel
Yonason ben Uziel werd gezien als de grootste discipel van Hillel. Hij schreef de Targoem Yonason: een Aramese vertaling van de Tora en de profeten met een uitleg van de tekst.
Rabban Yochanen ben Zakkai
Yochanan ben Zakkai was de jongste discipel van Hillel. Hij werd nasi na Rabban Shimon ben Gamliel (Rabban is een Rabbijn die nasi was). Hij zorgde ervoor dat de Tora niet vernietigd werd door de Romeinen (wel werden de leden van het Sanhedrin door de Romeinen vervolgd). Ben Zakkai kreeg toestemming van keizer Vespasianus om in Jafne een Tora academie op te zetten. Zo konden de Joodse wijzen de Tra bewaren. Later nam Rabban Gamliel II de leiding van Ben Zakkai over.
Eliëzer ben Hyrkanos
Eliëzer ben Hyrkanis was de beste leerling van Yochanan ben Zakkai. Hij had een enorme Tora kennis. Hij schreef Pirkei D'Rebbe Eliezer (Tora wijsheid met mystiek en verhalen van Talmoed wijzen).
Rebbe Akiva
Rabbi Akiva was schaapherder. Pas op zijn veertigste begon hij met Torastudie. Hij werd de grootste Torageleerde uit zijn tijd. Hij had vele studenten maar slechts vijf overleefden hem en brachten de Tora kennis verder voort. Deze vijf staan bekend als Raboneinoe Shebe Darom (onze Rabbijnen in het zuiden).
Rebbe Meir
Rebbe Meir was één van de vijf discipelen van Rebbe Akiva. Meir was niet zijn echte naam. Meir betekent 'verlichten' – 'hij verlichtte de geleerden van de Joodse wet'. Zijn mening werd vaak door een minderheid gevolgd omdat hij te geniaal was om te volgen door anderen. De Joodse wet vereist evenwel een meerderheid in een debat van geleerden.
Rebbe Shimon bar Yochai
Shimon bar Yochai was een student van Rebbe Akiva. Hij hield zich samen met zijn zoon schuil in een grot voor 13 jaar om aan Romeinse vervolging te ontkomen. Hij bestudeerde Tora met een selecte groep studenten. Hij schreef het bekende kabbalistische boek Zohar.
Rebbe Jehoeda HaNasi
Hij leerde de Tora van Rebbe Shimon bar Yochai en andere studenten van Rebbe Akiva. Hij wordt 'Rabbenoe HaKodesh' genoemd. Hij had goede contacten met de Romeinse keizer Marcus Aurelius en bracht rust voor de Joden. Zo konden zij in alle rust studeren en moeilijke Tora onderwerpen begrijpen. Jehoeda HaNasi redigeerde de Misjna.
Het schrijven van de Misjna
Vanaf de tijd van Mozes waren er al aantekeningen gemaakt van de Mondelinge Tora. Rebbe Jehoeda en andere onderwijzers maakten structuur in de aantekeningen. De verdeling van de Misjna is zes afdelingen dateert al uit de tijd van Hillel en Shammai. De Talmoed spreekt van Misjna Rishona en Misjna Achorona (de eerdere en latere Misjna).
Omdat de Joden vervolgd werden door de Romeinen realiseerde Rabbi Jehoeda HaNasi zich dat er een geschreven gids moest komen. In 188 werd de Misjna voltooid. De Misjna is een soort uittreksel en zelfs wat cryptisch. De Misjna kan alleen begrepen worden met behulp van een leraar.
Midrash, Tosefta en Braisa
Uit de Misjna werd veel materiaal weggelaten. Dit materiaal kwam in andere boeken terecht die de Misjna verklaren, de Joodse wet (Halacha) nader toelichten, en die de verzen van de Tora uitleggen.
Midrash
Er zijn twee soorten Midrash:
- Midrashei Aggada – geeft nadere toelichting op de verhalen van de Tora;
- Midrashei Halacha – verklaren de wetten die gevonden worden in de Tora verzen.
Tosefta en Braisa
Tosefta is een toevoeging op de Misjna die geschreven werd door Rabbi Jehoda of zijn studenten. Braisa verklaart de woorden en opinies van de Misjna. Een speciale klasse van de Braisa is de Masechtos Ketanos (kleine tractaten).
De Talmoed
Over de Misjna werden discussie en commentaren gehouden door de Amoraim. Deze werden genoteerd in de Gemara (Talmoed).
De Jeruzalem Talmoed
De Jeruzalem Talmoed ontstond vrijwel onmiddellijk nadat de Misjna klaar was. Het proces werd gestart door Rebbe Yochanan, een student van Rebbe Jehoeda HaNasi. Hij stichtte in Tiberias een studiehuis en dat werd het leidend instituut totdat de Jeruzalem Talmoed was afgerond. De Jeruzalem Talmoed is in een Syrisch dialect geschreven.
De Babylonische Talmoed
Sinds de eerste ballingschap woonden er Joden in Babylonië. Omdat de Romeinen Joden in Palestina vervolgden migreerde meer Joden naar Babylonië. Er waren twee leidende academies in Babylonië:
- Soera o.l.v. Rav
- Nehardea o.l.v. Shmuel
Verantwoordelijk voor de Babylonische Talmoed waren vooral Rav Ashi en Ravina. Er zijn 37 tractaten van de Talmoed (men gelooft dat de rest verloren is gegaan of nooit in de Talmoed gekomen zijn). Toch beslaat de Babylonische Talmoed al het Tora leven in onze dagen en veel Joodse wijsheid.
Discussie van de Talmoed
Een discussie in de Gemara begint met de Misjna. De Gemara geeft een verslag van die discussies (de conclusies en de gedachteprocessen). De discussies zijn niet makkelijk te volgen. Iemand komt met een opmerking, de ander twijfelt hierover, een derde citeert iets dat slechts zijdelings met het onderwerp te maken heeft en zo rolt men van het ene onderwerp in het andere. De Talmoed is minder een wetboek dan de Misjna; er zijn geen vaste regels – het is meer verklarend en beschouwend. Maar een goede Talmoed student is in staat de systematiek erin te ontdekken (daarvoor is ook kennis nodig van de meer occulte aspecten).
Structuur van de Misjna en de Talmoed
De Talmoed is in oud Hebreeuws dialect of Aramees geschreven. Er zit een bepaalde structuur in de Misjna.
verdeling en onderverdeling van de Misjna
De Misjna bestaat uit zes secties (Sedariem – structuren). Elke seder bestaat uit tractaten (masechtos). In totaal zijn er 63 tractaten. Elk tractaat bevat 3 tot 30 perakiem (hoofdstukken). Elk hoofdstuk bevat één of een paar onderwerpen (meestal gerelateerd aan het onderwerp van het tractaat). De hoofdstukken zijn onderverdeeld in misjnajot (12 of meer).
niet elke misjna wordt uitgelegd
Alleen bepaalde tractaten worden in de Gemara uitgelegd (sommige uit alleen de Jeruzalem Talmoed, anderen alleen uit de Babylonische Talmoed, soms uit beiden, soms uit geen van beide).
Lees verder