Geschiedenis Tora: Mondelinge overdracht Tora
De Mondelinge Tora werd 1500 jaar lang mondeling overgedragen van leraren op studenten, generaties lang vanaf de Sinaï tot aan het opschrijven van de Misjna. De Joden kenden altijd wijzen die in staat waren de Tora van de ene naar de andere generatie over te brengen.
Vanaf Sinaï tot heden
Mozes onderwees de Tora (zowel de schriftelijke als de mondelinge) aan Jozua, Pinchas en Elazar. Jozua zou na Mozes de leider worden van het Joodse volk. Dit was het begin van een ongebroken ketting van Mesora (overbrenging) tot aan onze tijd. De Mondelinge Tora werd 1500 jaar lang mondeling doorgegeven.
De ouderen (richteren)
De ouderen, ook wel richteren genoemd, ontvingen de Tora van Jozua. Zij leidden het Joodse volk tot aan de profeet Samuël (overigens waren er ook vóór Samuël profeten). Vanaf Samuël realiseerde het Joodse volk dat ook profeten Tora geleerden waren. Samuël leerde de Tora van Eli, de hogepriester.
De profeten
Samuël onderwees David de Tora. David was naast koning ook nog profeet. Hij leidde het volk als Torageleerde. God zei tegen David dat hij zich moest bezighouden met Torastudie dan zou God de oorlogen voor hem voeren. Het was dan ook God die Goliath versloeg.
Na David kwam koning Salomo die ook Torageleerde was. Toch was niet hij maar Achyah HaShiloni die na koning David de Tora overbracht aan het Joodse volk. Na Achyah HaShiloni volgde de profeet Elia. Vervolgens werd de kennis overgedragen aan de profeet Elisha en die gaf het weer door aan Yehoyada HaKohen en die aan de profeet Zacharias. Zacharias onderwees de profeten Hosea, Amos, Jesaja en Micha. Tot slot ontving de profeet Jeremia de Tora kennis. Nadat de Joden in Babylonische ballingschap kwamen was Baruch ben Neria de leidende Torageleerde. Baruch ben Neria onderwees zijn discipel Ezra (de profeet).
Van de profeten aan de wijzen
De profeet Ezra herstelde het spirituele leven van het Joodse vlk in Israël. Hij richtte de Grote Vergadering op bestaande uit 120 wijzen. Veel profeten zoals Daniël, Mordechai, Nechemia en Malachi, maakten deel uit van de Vergadering. De Vergadering stelde het Achttiengebed op en canoniseerde de Tenach. De Grote Vergadering onderwees drie zaken:
wees geduldig in oordeel, breng veel studenten voort, en maak een omheining om de Tora.
Rabbi Simon de Rechtvaardige
Rabbi Simon de Rechtvaardige was één van de laatste mannen van de Grote Vergadering. Hij diende ook als Hogepriester in de Tempel. Hij zorgde ervoor dat Alexander de Grote de Tempel niet opnieuw vernietigde en hij werd aangesteld als gouverneur van het Land Israël.
Antigonos van Socho
Antigonos volgde Simon op en werd hoofd van het Sanhedrin. Zijn studenten Tzadok en Baysos interpreteerden zijn woorden verkeerd. Antigonos zei:
Wees niet als dienaren die hun meester dienen om een beloning te ontvangen, maar wees als dienaren die dienen om geen beloning te ontvangen. Zij dachten dat er geen beloning of straf in de Komende Wereld zou zijn en dan men hier moest genieten. Zij richtten hun eigen bewegingen op: de Saduceeën en de Baytusans die de Joodse gemeenschap bedreigden. Ook werd in deze periode de Tora in het Grieks vertaald.
De paren (Zoeĝot)
Naast de positie van Av Beis Din (rechter) werd de positie van Nasi (president van het Sanhedrin) ingesteld.
Er zijn vijf generaties van Zoeĝot:
- Yose ben Yo'ezer (nasi) Yose ben Yochanan (Av Beis Din)
- Yehoshua ben Perachyah (nasi) Nittai haArbeli (Av Beis Din)
- Yehudah ben Tabbai (nasi) Shimon ben Shetach (Av Beis Din)
- Shemayah (nasi) Avtalyon (Av Beis Din)
- Hillel (nasi) Shammai (Av Beis Din)
Lees verder