Jodendom en voeding: Adam, Eva en Boom van Kennis
Adam en Eva mochten van alle bomen in het Paradijs eten. Maar van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad mochten ze niet eten anders zouden ze sterven. Zo luidt Genesis 2:15. Nadat beiden toch van de Boom van Kennis hadden gegeten werden lichaam en geest, die eerst één waren, gescheiden. Toch was dit alles volgens Gods plan. Nu had de mens een vrije wil die kon kiezen tussen goed en kwaad net zoals God.
Boom van Kennis is geen appelboom
Wat zeker is, is dat de Boom van Kennis geen appelboom was. De Talmoed geeft verschillende meningen:
- vijgenboom: na de zondeval bedekte de mens zich met vijgenbladeren. Dus de mens moest zich kleden met de vrucht waarmee hij gezondigd had.
- etro: citrusvruchten
- wijnstok: wijn brengt zonde
- graan: hiermee kan de mens inzicht verwerven
De geest van Adam was vóór de zondeval vrij en hij kon zich volledig aan God wijden. Hij had slechts 1 opdracht die drie uur duurde (van 3 tot 6 uur -begin van de Sjabbat). Toch hield Adam zich niet aan die opdracht en at hij van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad. Omdat dus in de boom Goed en Kwaad met elkaar verbonden zijn, gebeurde dit ook met de mens na het eten van de boom. De mens werd dus een product van goed en kwaad. Hiermee zou de mens dus altijd de NEIGING hebben om te zondigen. De mens werd een conflicterend vat: ziel en lichaam strijden met elkaar en de mens verloor zijn onsterfelijkheid. Alleen met behulp van de Tora is de mens in staat om het kwaad in het goede om te zetten.
N.B. Niet ieder mens zondigt. De Tzadikkiem (rechtvaardigen) zondigen nooit. Zij zijn zo geboren. Er zijn maar enkele tzaddikiem in elke generatie. De tzaddiek heeft zijn dierlijke ziel geheel onder controle en heeft volledige liefde en eerbied voor God. De meeste mensen zijn beenonie (gemiddelde mens) die tussen de rechtvaardige en de slechte mens c.q. zondaar (rasja) in zit. De beenonie kan door spirituele arbeid rechtvaardig worden in gedachte, woord en daad. De beenonie kan echter nimmer een tzaddiek worden omdat hij nog steeds een actieve kwade neiging heeft.
Vrij wil
God heeft de Schepping geschapen uit liefde. Hij wil ons het beste geven en dat is Hemzelf. De mens moet op God lijken en dat betekent dat de mens net als God een vrije wil moet hebben. Deze kan alleen maar bestaan als de mens de keuze heeft tussen goed en kwaad. Het interne conflict dat na de zondeval is ontstaan bepaalt de vrije wil van de mens.
Boom des Levens
Het verbod van God om de mens te laten eten van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad was bedoeld om de mens te leren dat zijn verstand niet alleen bedoeld is om inkomsten te vergaren. Het werkelijke doel is eeuwig leven. Toen de mens toch van de Boom van Kennis at verbood God hem om te eten van de Boom des Levens zodat hij niet eeuwig zou voort leven. De mens moet een inspanning doen om tot een hogere vorm van leven te komen. Vandaar dat God Adam en Eva uit het Paradijs verdreef.
Goed en Kwaad komen voort uit menselijke fantasieën
Vóór de zondeval kende de mens geen goed en kwaad. Hij kende alleen de waarheid en de leugen die eeuwige Goddelijke gegevens zijn. De mens schaamde zich niet. Na de zondeval kwamen goed en kwaad om de hoek kijken. Plotseling wist Adam dat hij naakt was. Nu schaamde hij zich wat voortkomt uit lichamelijke plezier beleving uit het animale.
Lust kwam pas na de zondeval
Vóór de zondeval was de mens geheel op God gericht. Alle emoties waren gelijk: eten, drinken, seksualiteit en geestelijke aspiraties waren van gelijk niveau. Pas na de zondeval veranderde dit. De Goddelijke opdracht veranderde voor de mens in een lichamelijk gevoel. Het lichaam werd belangrijker dan de geest. Zo ging de mens zich uiterlijk verfraaien met kleding dat eigenlijk de schande weerspiegelt. Het lichaam werd gekleed en werd inhoud. De mens wist niet meer goed het verschil tussen inhoud en uiterlijk. De Tora wordt gezien als kleding omdat zonder de ge- en verboden de mens naakt is.