Torastudie: Tora van Mozes - Exodus 32:19
Niemand anders wordt zo sterk met de Tora geïdentificeerd als Mozes. In Maleachi (Malachi) 3:22 staat: "Het onderricht van Mijn dienaar Mozes." De Midrasj verklaart dat de Tora Mozes' naam kreeg omdat Mozes zijn hele leven eraan had toegewijd. De naam Mozes komt in elke Parsja voor van de boeken Exodus (m.u.v. Tetzaveh), Leviticus en Numeri. Genesis wordt gerelateerd aan de gebeurtenissen vóór Mozes' geboorte. In Deuteronomium is Mozes zelf aan het woord.
Tetzaveh – 7 Adar (geboorte- en sterfdag van Mozes)
In Parsja Tetzaveh wordt Mozes' naam niet genoemd. Deze Parsja wordt bijna altijd gelezen op de Sjabbat voorafgaande de 7 Adar of de Sjabbat daarna. Deze datum is zowel de geboorte- (2368) als sterfdag (2488) van Mozes.
Exodus 32:31-32
En Mozes keerde terug tot de Eeuwige en zei: ach, een grote zonde heeft dit volk begaan, en zich een gouden afgod gemaakt. Welnu, zo Gij hun zonde zou vergeven! Maar zo niet, wis mij toch uit uit Uw boek, dat Gij geschreven hebt.
Dat de naam Mozes wordt weggelaten in Tetzaveh is op Mozes' eigen verzoek na de zonde van Israël met het Gouden Kalf geschied.
Mozes meer aanwezig dan in andere Parsjot
Ondanks dat de naam van Mozes niet genoemd wordt in Parsja Tetzaveh is Mozes meer aanwezig dan in de andere Parsjot. God communiceert met Mozes:
- instructies voor het menora licht in het Heiligdom;
- constructie van de priesterlijke kleding;
- inauguratie van het Heiligdom.
God zegt:
"En jij." Dit verwijst naar Mozes' transcendente essentie.
Mozes volgt het Goddelijke voorbeeld op
De Tora en Israël gingen vooraf aan de Schepping. Maar welke is dieper geworteld in het Goddelijke bewustzijn: de Tora of Israël? Bestaat Israël om de Tora uit te voeren of bestaat de Tora in het vervullen van de Joodse missie?
De relatie van de Jood met God gaat dieper dan de vervulling van de Goddelijke wil zoals door de Tora geformuleerd wordt. Een Jood die zondigt, blijft een Jood.
God geeft als antwoord op Mozes' verzoek zijn naam uit de Tora te wissen:
"Wie tegen Mij gezondigd heeft, die zal Ik uitwissen uit Mijn boek." (Exodus 32:33).
Mozes' verzoek heeft het gewenst effect: het Joodse volk wordt gerehabiliteerd en haar plaats in de Tora is behouden. Wat bedoelt God dan met: "Wie tegen Mij gezondigd heeft, die zal Ik uitwissen uit Mijn boek?"
God bedoelt dat wie niet door de Tora kan worden vergeven-dus degenen die niet langer een relatie kan onderhouden zoals door de Tora is afgebakend- die zal Ik uit Mijn boek verwijderen. Ik zal Mijn Tora overstijgen om terug te keren naar de noodzakelijke band tussen Mij en Israël. Israël ging dus de Tora vooraf.
Mozes volgde dus Gods voorbeeld op door te stellen dat de band tussen Israël en God de prioriteit heeft.
Band tussen God en Israël versterkt
De band tussen God en Israël is na de zonde met de Gouden Kalf versterkt. De Tora sluit nu het hoogste niveau van berouw in: zonden worden getransformeerd in deugden. Veel wijsheid komt door leed, zo leert de Talmoed ons.
Hetzelfde geldt voor Mozes. Doordat zijn naam niet meer genoemd wordt in Parsja Tetzaveh geeft God aan dat de band met Mozes is versterkt.
De relevantie voor ons (de Joden)
Mozes is de meest perfecte mens die ooit op aarde heeft geleefd. Wat kunnen zijn verrichtingen voor de Joden betekenen? Ieder Joodse ziel bevat iets van onze leraar Mozes, zegt rabbijn Schneur Zalman. Mozes identificeerde zich geheel met zijn volk, hoe diep ze ook gevallen was. Elke individu kan de 'Mozes' in zichzelf benaderen – zijn band met God.
Niet-Joden beweren dat de Tora alleen maar zonden kan aangeven maar niet kan vergeven (alsof God de Joden met een incomplete Tora zou hebben opgezadeld). Dit is absoluut onjuist en getuigt van een slechte kennis van de Tora en God. De band van God met Israël gaat vóór de Tora. Een Jood blijft een Jood ook al zondigt hij.
Na de zonde met het Gouden Kalf is de reikwijdte van de Tora vergroot: zonden kunnen in deugden getransformeerd worden. Dit was ook altijd Gods bedoeling. God heeft Adam en Eva geschapen met de neiging om te zondigen. God wil zo dat de mens berouw toont en naar Hem toegroeit. God ziet niets liever dan dat Israël berouw toont zodat de band tussen Hem en het volk verstevigd wordt. God wil dat Israël vrijwillig voor Hem kiest. Alleen uit vrije wil is ware liefde mogelijk.
Mozes volgde Gods voorbeeld op (Gods wegen navolgen is de grootste deugd in het Jodendom), door zijn liefde voor Israël boven zijn liefde voor de Tora te stellen. Dat Israël voor God 'belangrijker' is dan de Tora geeft aan dat God een God van liefde is en niet louter een strenge Wetgever. Dit neemt uiteraard niet weg dat God alleen maar in liefde gediend kan worden door naleving van de Tora.
Lees verder